kenmerken van het ancien régime: landbouwsamenleving Flashcards
tijd
= ancien régime (476-1789)
ruimte
= west-europa
wat was het probleem voor lage landbouwopbrengst in de vroege middeleeuwen
Er was een lage rendement door dat de zaaifactor ongeveer 1 was
wat waren de oorzaken voor een laag rendement in de vroege middeleeuwen
- klimaat = kouder en natter = pestepidemie
- versnipperde landbouwgronden
- handel valt stil door invallen
wat waren de gevolgen voor een lage rendement in de vroege middeleeuwen
- steeds gevaar voor misoogsten
- bijna volledige bevolking tewerkgesteld in landbouw
wat is rendement
rendement betekend opbrengst
wat betekend zaaifactor
zaaifactor is de verhouding tussen het zaaizaad en de opbrengst
1 kilo zaaien en 1 kilo oogsten = zaaifactor is 1
waarom krompen de steden in de vroege middeleeuwen
omdat het handel stil viel kregen de steden amper voedsel daarom verhuisde de meeste mensen naar het platteland om er aan landbouw te doen
wat is een pestepidemie
= besmetelijke ziekte die een groot deel van de bevolking trof tijdens de middeleeuwen
waarom was één groot landbouwdomein (grootgrondbezit) een oplossing op hun problemen in de vroege middeleeuwen
1 groot landbouwdomein zorgde voor geen versnippering maar samenwerking, het zorgde ook voor veiligheid en handel was niet meer nodig want ze waren zelfvoorzienend
wat waren de rechten en plichten van de heer en de boeren
de plicht van de heer is voor bescherming zorgen, maar zijn recht is dat de boeren werken voor hem en cijns betalen
wat waren de 3 delen van het landbouwdomein
- vroonhof
- tenures
- woeste gronden
wat was het vroonhof
het deel van het domein dat aan de heer toebehoorde, het bestond uit: een burcht, molens, ovens, wijpersen en graanvelden. de horigen en lijfeigenen kwamen hier herendiensten uitvoeren.
wat waren de tenures
deel van het domein waar de horigen en lijfeigenen woonden. Hier hadden de horigen hun eigen boerderijtje en stukje grond.
wat waren de woeste gronden
woeste gronden waren bossen, heideland en waterpoelen die mochten gebruikt worden door elke inwoner van het domein.
wat waren de gevolgen van één grote landbouwdomein in de vroege middeleeuwen
- de economie was volledig gericht op de landbouw
- boeren zijn gebonden aan grond/domein en afhankelijk van hun heer
wat betekend autarkisch
zelfvoorzienend zonder externe hulp
wat is een grootgrondbezitter
= iemand die veel grond bezit. Grond was de basis voor rijkdom en macht in de middeleeuwen
wat waren de herendiensten
= karweien voor de heer van het domein
horigen
horigen zijn boeren die een deel van hun vrijheid afstaan aan de heer. ze hadden wel nog een eigen boerderijtje en een stukje grond
wie waren de lijfeigenen
boeren die volledig afhankelijk waren van de heer
wat is het verschil tussen horigen en lijfeigenen
horigen hebben een deel van hun vrijheid afgestaan en hadden nog steeds een stukje grond, terwijl de lijfeigenen volledig afhankelijk waren van de heer
wat was de handel door elite in de vroege middeleeuwen
er bleef beperkte handel mogelijk voor de elite zij dreven handel via de zijderoute met china en het midden-oosten voor luxeproducten om hun rijkdom te tonen
wat waren de zijderoutes
= netwerk van handelsroutes tussen het middellands zeegebied, china en het midden-oosten die gebruikt werden tijdens de middeleeuwen
wat maakte de handel door elite gevaarlijk
door de vikingen die de kusten van europa plunderen
wanneer en waarom vindt er een bevolkingsgroei plaats in de middeleeuwen
Er was een bevolikingsgroei vanaf 700 tot 1300 dit kwam door het opwarmen van het klimaat, geen pestepidemiëm en invallen die afnemen
waarom is de middeleeuwse bevolkingsstijging veel kleiner dan de bevolkingsstijging vanaf 1700
Landbouw blijft primitief met een laag rendement waardoor er weinig ruimte is voor bevolkingsaangroei
wat was het probleem met de bevolkingsstijging in de middeleeuwen
mensen hadden meer eten nodig waardoor er nieuwe uitdagingen kwamen voor landbouw
wat was de interne expansie
rond het jaar 1000 was er een bevolkingsgroei. hierdoor steeg de vraag naar landbouwgrond, dus gingen ze het areaal uitbreiden voor meer voedsel, door ontginningen zoals het droogleggen van moerassen of het omhakken van een bos, dit werd gedaan door de kloosters en abdijen
wat zijn ontginningen
manieren om onvruchtbare gronden om te zetten in landbouwgrond
bv.
droogleggen moerassen
heide omzetten in akkerland
omhakken bos
inpoldering
wat was de externe expansie
Het was een migratie naar oost-europa, het was in het huidige polen en het oosten van duitsland. De ontginningen bleken onvoldoende er was meer grond nodig om hun bevolking te spreiden, dus ze koloniseerde grote stukken land in oost-europa
wat is areaal
totale bewerkbare landbouwoppervlakte
wat is polders
polders is grondgebied dat door indijking ontstaan is
wat was het tweeslagstelsel
In de vroege middeleeuwen gebruikte ze het tweeslagstelsel. De helft van het land werd bebouwd met zomer/winter graan. De andere helft lag braak om door regen voedingstoffen in de grond te krijgen, na een aantal jaar putte de grond uit.
wat was het drieslagstelsel
in het drieslagstelsel bebouwde boeren 2/3 van hun grond. ze wisselde af van zomer en wintergraan om tot slot een stuk grond braak te laten liggen.
waarom gingen ze van ossen en koeien naar paard
omdat ze met gareelbespanning meerdere paarden konden laten trekken. nog een voordeel waren hoefijzers ze zorgden voor een beter grip. En ze konden ook goedkoop haver als veevoeder gebruiken
wat gebeurde er door deze vernieuwde technieken
Het rendenment verhoogde en er was meer opbrengst voor geleverde inspanningen
welke verschillen zijn er tussen de karploeg en de haakploeg
De karploeg heeft wielen, en er is minder arbeidskracht nodig
wat zijn de voordelen van de karploeg
- door wielen makkelijker te trekken
- door de metalen ploegschaar wordt de aarde opengesneden en omgedraaid waardoor de vruchtbare grond bovenaan komt te liggen
vruchtwisselingssysteem
verschillende gewassen na elkaar telen om bodemuitputting en ziektes te voorkomen
lastdieren
dier dat door mensen wordt gebruikt voor transport of arbeid
gareelbespanning
halskraag om karren, koetsen, wagens, rijtuigen en dergelijke te trekken
dorsvlegel
werktuig om kaf van koren te scheiden (=dorsen)
karploeg
ploeg met wielen
wie stimuleerde voornamelijk vernieuwing
= kloosterordes, ze hadden grote landbouwdomeinen die ze investeren in bv. water of windmolens
wat zijn kloosterordes
= religieuze organisatie waarvan de leden geloften afleggen en volgens bepaalde regels leven in een klooster
wat waren de gevolgen voor de samenleving en de handel door de vernieuwing van de landbouw
er was een kleine stijging in rendement, de zaaifactor was 3. De grootste deel van de bevolking blijft actief in de landbouw. Door de opkomende steden vindt er een plattelandsvlucht plaats. Er was een toename van handel. Waardoor ze van een domaniale economie overgingen naar een dominiale-stedelijke economie.
wat was het plattelandsvlucht
de horigen en lijfeigenen voelden zich uitgebuit op de landbouwdomeienen en zochten een betere toekomst, daarom trokken ze naar de steden om handelaar te worden.
domaniale-economie
inwoners met een autarkisch landbouwdomein die hun producten lokaal produceren.
domaniale stedelijke economie
jaarmarkten die opkwamen in de 12de en 13de waar je luxeproducten kon kopen van over heel europa
wat bedoelen we met leven op ritme van de natuur
in de zomer werkte je 14 uur en in de winter slechts enkele uren. De feestdagen volgen ook het ritme van oogsten en zaaien. bv. carnaval of pasen
wat was de voeding voor de middeleeuwse mensen
Er was een groot verschil tussen arm en rijk, de rijken aten vlees, verschillende broden en exotische fruit. Terwijl de armen potage aten = een dik groenten soep van allerlei soorten groenten. Het was erg eentonig waardoor dat je kwetsbaarder was voor ziektes. Maar de rijken waren veel ongezonder met hun vetrijk dieet.
wat waren de veranderingen in de nieuwe tijd
er was een hoger rendement doordat de zaaifactor gestegen was tot 7. De reden hiervooor was de intensivering van het vruchtwisselingssysteem door het gebruik te maken van de gehele oppervlakte van de grond door
het afwisseling van teelten en ook het zaaien van klaver, het was voedergewas voor vee waardoor er dus meer mest was. Ze verkochten ook handelsgewassen zoals vlas.
wat waren de gevolgen van de veranderingen in de nieuwe tijd
- stijgend belang van veeteelt (bemesting/veevoer)
- geen braakligging meer nodig
- gemeenschappelijke gronden (bos,weide) verdwijnen
- verstedelijking = opkomst industrie
- verandering in voedingspatroon
- bevolkingsgroei
wat waren de blijvende problemen voor de veranderingen in de nieuwe tijd
- oorlogen remmen de landbouw af
- dalende graanprijzen leiden tot plattelandsvlucht
waarom was het rendement in de middeleeuwen zeer laag
- primitieve werktuigen
- geen bemesting
- overgeleverd aan natuur
waarom was de rendement in de nieuwe tijd hoger
- bemesting
- intensivering van vruchtwisseling
waarom is de rendment nu zeer hoog
- machines
- kunstmest
- irrigatie
- serres
leg het historisch verband uit tusssen de landbouw en de bevolkingsaangroei
- Middeleeuwen = zeer trage bevolkingsaangroei door slechte landbouw
- 1400-1700: sneller aangroei door hoger rendement
- Vanaf 1800 = pijlsnelle aangroei door de demografische revolutie door verbeteringen in de landbouw
demografische revolutie
= bevolkingsexplosie, enorme plotse stijging van de bevolking