kenmerken ancien régime: feodaliteit Flashcards

1
Q

wat is feodaliteit

A

feodaliteit is een sociale en politieke band tussen twee vrije mensen, een leenheer en zijn vazal of leenman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe zat feodaliteti in mekaar

A

een leenheer gaf een leenman een stuk grond die hij bewerkte maar niet de eigenaar van was, een leenheer bood daarnaast ook bescherming en in ruil bood de leenman trouw en raad en daad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wie kon vazal worden

A

alleen vrije mannen konden vazal worden dus geen horigen of lijfeigenen, de meeste feodale banden ontstonden binnen de adel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarom was feodaliteit een problematisch begrip

A

het begrip was uitgevonden in de 19e eeuw, ze hadden franse bronnen gevonden en zagen wat ze daar lazen als overal toepasbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe lang duurt de overeenkomst

A

levenslang of met boete vroeg verbreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een geschenkcultuur

A

bij een geschenkcultuur ga je een band aan met iemand door iets wat u dierbaar is weg te geven, je kunt materiële giften doen zoals een stukje grond, het kan ook een belangerijke gelofte zijn. Als je iets gaf verwachte je wel iets in ruil, als je grotere macht had gaf je ook grotere geschenken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat bedoelen ze met dat de middeleeuwen bol stonden van symboliek en bijzondere. rituelen

A

als je een afspraak goot in een ritueel, kreeg het belang en was je er stevig aan gebonden. Het toonde bovendien ook nog aan wie het meeste macht had.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat overhandigde de leenheer aan zijn vazal

A

een heerschappijsymbol dat kan een zwaard,scepter,vlag,staf,…. zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat overhandigde de vazal aan zijn leenheer

A

de leenman legde een leeneed af op een bijbel of een relikwie van een heilige, dit zorgde voor trouw, en als je een eed in het geloof brak was er een zware straf. Ze gaven elkaar ook een vredeskus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

grondleen

A

je kreeg een stukje grond, er was ook een heerlijkheid dat je mocht besturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ambtsleen

A

dan kreeg je een bepaald naam in de leger zoals maarschalk markgraaf of kanselier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

geldleen

A

bepaald recht of jaarlijkse som geld krijgen zoals een tolrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat was de feodale piramide

A

de koning stond aan de top onder hem waren de kroonvazallen of hoge adel, de achter of achterachter vazallen leenden van de kroonvazallen, ze hadden kleinere gebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat was het breken van het leencontract

A

= wanneer de leenheer of leenman de afspreken in het leencontract niet nakomt, de leenman heeft dan recht op opstand, waardoor er in het praktijk voortdurend gewald was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarom probeerde koning meer wetten te leggen aan hun vazallen

A
  • lenen zijn vaak erfelijk, op termijn werden die families machtiger wat slecht was voor de koning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat bedoelen ze met primus inter pares

A

= eerste onder de gelijken: hij kon zich enkel laten erkennen als de top van de piramide hij moest soms wapens opnemen en vechten als baas van zijn land

17
Q

welke wet maakte de koningen tegen hun vazallen

A

rijkskerkensysteem: invloedrijke gebieden uitdelen aan machtige geestelijke, zo verhinderde ze de opbouw van macht van de leenmannen. de geestelijke moesten celibatair leven dus ze konden hun families niet machtiger laten worden

18
Q

wat bedoelen ze met kroonadel heeft verschillende leenheren

A

soms leende de kroonadel gebied van meerdere koningen, soms geraakten deze koningen in conflicten, de leenman koos voor de koning waar het meeste voordeel te rapen was

19
Q

wat bedoelen ze met de vazal van mijn vazal is niet mijn vazal

A

de achtervazallen zijn alleen trouw aan hbun directe leenheer en niet aan de opperste leenheer