hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

referentiekader tijd

A

3de eeuw n. Chr – 10de eeuw n. Chr.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

referantiekader ruimte

A

West-Europa (Frankische rijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wie zijn de franken

A

De Franken zijn een verzameling van germaanse stammen. ze waren oorspronkelijk geen eenheid/ Ze waren verschillende koninkrijkjes onder leiding van stamhoofd. de franken werden uiteindelijk de Merovingers en de Karolingers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Salische franken

A

Komen van de zee = helpen romeinen-foederati

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ripuarische franken

A

komen van de rijn = ze waren tegen de romeinen-geen foederati

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie was clovis

A

clovis (= chlodovech) = belangerijkste koning voor merovingers. Verslaat andere frankische rijkjes (ca 500) en andere tegenstanders = vereniging en uitbreiding Frankische rijk. HIj combineert Romeinse met germaanse gewoontes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

salische wet (lex salica)

A

Vooraf hadden ze een gewoonterecht daarna hebben ze de wetten en de straafen ervan neergeschreven in een wetboek. Zo kwam er eenheid in het rijk dit beperkte ook interne oorlogen het erfelijk koningschap staat daar ook in = overnemen romeinse gewoonte maar nadeel = versnippering rijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dynastie

A

erfelijk koningschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Merovingers

A

ze zijn genoemd naar stamvader Merovech. 482-751 n. Chr. de merovingers waren een Frankische dynastie die alle Frankische stammen verenigde en verder uitbreidde over West-Europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

karolingers

A

ze zijn genoemd naar hofmeier Karel Martel. 751-843 n. Chr. de karolingers zijn Frankische dynastie die de Merovingische dynastie afzette in 751 en zelf verder regeerde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wetgevende macht merovingers

A

konig maakt wetten (nu parlement)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uitvoerende macht

merovingers

A

koning voert wetten uit, is bestuurder (nu regering)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

rechterlijke macht merovingers

A

konig is opperechter (nu justitie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voordelen van bekering van clovis

A

= eenheid in het rijk door één geloof

=kerk helpt rijk besturen en controleren: ze kunnen lezen en schrijven en gewone mensen niet

= strijd tegen andere volkeren toegestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

nadelen van bekering van clovis

A

= kerk kan machtig worden

oplossing: clovis controleert bisschopsverkiezing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wie was karel martel

A

Hij was een hofmeier van Austrasië. Hij verenigde het rijk en versloeg de moslims in slag bij poitiers in 732

17
Q

wie was karel de grote

A

HIj was de belangerijkste vorst. hij breidde ook het frankische rijk uit. HIj werd gekroond tot keizer in 800 door de paus. Hij missioneerde dan zijn rijk hij was een erfgenaame van het WRR

18
Q

Gewoonterecht

A

mondeling, niet neergeschreven recht. verschilt van streek tot streek.

19
Q

Palts

A

Verblijfplaats van de koning waar hij vaak tijdelijk verblijft. deze liggen verspreid in het rijk.

20
Q

Ambulant koningschap

A

De koning reist van palts naar palts om zijn gezag te bevestigen (ambulant betekend zonder vaste verblijfplaats)

21
Q

hofmeier

A

Belangerijkste medewerker van de merovingische koningen die zich laten betalen voor hun diensten en zo machtiger worden dan de koning

22
Q

vadsig

A

lui

23
Q

ketten/heiden

A

iemand die niet gelooft in het christendom

24
Q

Kerkelijke Staten

A

Grondgebied dat Pepijn de Korte schenkt aan de paus.nu vaticaan stad

25
Q

Missioneren

A

Het christendom verspreiden – mensen bekeren

26
Q

Karolingische renaissance

A

Culturele heropleving tijdens de Karolingers, voornamelijk aan het hof en in de kloosters.

27
Q

Minstrelen/troubadours

A

Rondreizende dichters

28
Q

Karolingische minuskel

A

Verbetering van het schrift onder Karel de Grote

29
Q

wie was pepijn de korte

A

Pepijn was de zoon van Karel martel. Hij greep de macht in 751 toen hij Childerik III afzette. Hij had een bondgenootschap met de paus. Nadat hij de longobarden verdreef kreeg de paus een stukje grond in Italië.
De paus zalfte hem daarna opnieuw in als koning. En de christelijke Franken accepteren hem als koning.

30
Q

Cultuur karolingers

A

Ze hadden een nauwe band met de kerk. De Karolingische renaissance was toen ook bezig waarin karel de grote allemaal vernieuwingen maakte bv karolingische minuskel hij maakte ook Abdijen en ook al het Paleisschool in Aken

31
Q

hoe splitste het karolingische rijk uitteen

A

Lodewij de vrome verwaarloost het bestuur van het rijk. Na zijn dood discuseerde de zonen over de verdeling van het rijk. uiteindelijk splitste ze het rijk bij het Verdrag van verdun in 843 onder elkaar.

32
Q

West - Francië

A

karel de kale

33
Q

oost - Francië

A

Lodewijk de duitser

34
Q

Midden - Francië + keizerskroon

A

Lotharius (oudste)

35
Q

wat was de evolutie na de splitsing van het karolingische rijk

A

Middenrijk wordt opgesplitst, gaat voornamelijk bij Oost-Francië. Het schelde gaat de grens vormen tussen Oost - Francië en West - Francië. Oost - Francië wordt het Heilig roomse rijk en west - Francië wordt Frankrijk

36
Q

poltitiek referentiekader

A

Territoriaal: Veroveringen – Verdrag van Verdun

Bestuurlijk: Staatsmachten – Salische wet – Ambulant koningschap

37
Q

socio-economisch

A

Sociaal: vermenging Franken en Romeinen in Samenleving

Economisch: landbouw als
belangrijkste activiteit

38
Q

Cultureel

A

Kunst: Karolingische renaissance

Godsdienst: sterke band met katholieke kerk

Wetenschap en techniek: Karolingische renaissance

Leefgewoonten: mengcultuur Franken en Romeinen