de middeleeuwse stad Flashcards

1
Q

wat was het situatie in de 10e eeuw

A

mensen leefde van de landbouw, maar er was daarna een agrarische revolutie, dus ze hadden meer eten zelf eten teveel die ze verhandelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat belemmerde de handelsreizen voor het jaar 1000

A

invallen van noormannen, arabieren en hongaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke factoren spelen een rol in het ligging van een stad

A

veiligheid = rond een klooster of burcht op het domein van het heer

handelsmogelijkheden zoals op een kruispunt van wegen of waterwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een spontaan gegroeide stad

A

is een stad met een concentrisch grondplan, met vel kronkelende straten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een stedenstichting

A

is een stad met een dambordpatroon hier heb je evenwijdige straten die zo zijn gelegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe wer een handelsnederzetting een stad

A

-ze gaan een gemeenschap vormen omals stad te overleven, ze moesten ook regels en wetten gemaakt, als je dit deed verleende de heer stadsrechten aan de nederzetting, het document dat die rechten verleende noemden een charter, keure of privilege, deze document werd in de belforttoren bewaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat waren de stadsrechten

A
  • eigen rechtbank
  • een eigen muur
  • verdedigen tegen aanvallers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe werd een middeleeuwse stad bestuurt

A
  • door een meier, baljuw of schout = vertegenwoordigers van landheer, zij nemen beslissingen, het was enkel aanvankelijk voor patriciërs en vanaf de 14e eeuw ook ambachten
  • burgemeester
  • schepenenbank = een rechtbank maar zij krijgen later ook een politieke functie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wie had de macht

A

eerst enkel de patriciërs omdat door de plattelandsvlucht er een overschot aan handwerklieden. Maar het gemeen gaat dan opkomen voor rechten via klaschtenbrieven de gevolg van dit is een socilae strijd tussen patriciërs en gemeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wie zijn de patriciërs

A

patriciërs zijn economische en politieke elite zij profiteren van hun bevoorrechte stand door lonen te verlagen en een stakingsverbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarom konden de ambachten onvoldoende opkomen tegen de patriciërs

A

er was nog tveel interne verdeeldheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe organiseerden de verschillende groepen zich in de stad HANDEL

A

kooplieden verenigde zich dit was veiliger, een gilde is een vereniging van handelaars in één stad en een hanze is een vereniging van handelaars uit verschillende steden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe organiseerden de verschillende groepen zich in de stad AMBACHT

A

de ambachten verenigden zich ook ik gilden, deze gilden beslisten over opleiding van een leerjongen tot meester ze deden ook toezicht op productiewijze en kostprijs en ze boden ook sociale bescherming in tijden van nood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke 2 groepen van ambachten zijn er

A

kleine ambachten of neringen

grote ambachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

neringen of kleine ambachten

A
  • zelfstandige meesters
  • voor lokale markt
  • wijk rond marktplaats
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

grote ambachten

A
  • werken voor kooplui

- voor internationale markt zoals lakennijverheid

17
Q

hoe was de stadsomwalling cruciaal voor stedelijke macht

A
  • de toegangspoorten stonden aan belangerijke invalswegen, de poortwachters bewaakte deze toegang, deze werden na de luidden van klokken gesloten, er was ook een gracht omwalling en soms zelfs meer omwallingen door demografische groei
18
Q

wat zijn poorters

A

= inwoners van het stad 10000-40000

19
Q

hoe waren de leefomstandigheden in de steden

A

de straten waren erg smal en de huizen staan dicht op elkaar, er was dus veel brandgevaar, ze gebruikte geen stenen. de straten waren heel vervuildde straten door modder afval en dieren, dit zorgde voor ziektes

20
Q

hoe was de stadswoning

A

de huizen waren van hout en werden in de hoogte gebouwd . er waren ook stenen gebouwen voor openbaar gebruik en hadden stedelijke onafhankelijkheid zoals de belforttoren of lakenhallen

21
Q

wat zijn de lakenhallen

A

economisch centrum waar laken opgeslagen en verhandeld word

22
Q

was er binnen de stad ook plaats voor landbouw

A

ja, er was plaats dit hadden ze nodig voor het geval dat er een inval was dat ze nog eten hadden voor een paar maanden