Jurisprudentie Flashcards
Benoem de rechtsvraag en rechtsregel uit het arrest EHRM Marckx vs. Belgium
EHRM Marckx vs. Belgium:
- Rechtsvraag: is er sprake van schending van art. 8 EVRM en art. 14 EVRM?
- Rechtsregel: onderscheid maken tussen wettige kinderen en natuurlijke kinderen vormen een schending op art. 8 EVRM en art. 14 EVRM. Een natuurlijk kind heeft net zoveel recht als een wettig kind om in een familierechtelijke betrekking te staan. Daarnaast heeft de staat een positieve verplichting dat er geen inbreuk wordt gemaakt op ‘family life’ en ervoor moet zorgen dat families een normaal gezinsleven kunnen leiden en er niet wordt gediscrimineerd op grond van geboorte.
Benoem de rechtsvraag en rechtsregel uit het arrest EHRM Odièvre/Frankrijk
EHRM Odièvre/Frankrijk:
- Rechtsvraag: is er sprake van schending van art. 8 EVRM en art. 14 EVRM?
- Rechtsregel m.b.t. art. 8 EVRM: er is geen schending van art. 8 EVRM, omdat de wet enerzijds het recht van de verzoekster om haar biologische afkomst te kennen, erkent. Anderzijds waarborgt de wet ook het belang van de moeder om anoniem te blijven, met het oog op haar gezondheid en welzijn
- Rechtsregel m.b.t. art. 14 EVRM: ondanks haar onvermogen om de identiteit van haar biologische moeder te achterhalen en ze geen eigendom van haar biologische moeder kon ontvangen, is er geen sprake van schending van art. 14 EVRM, omdat de familieband die de verzoekster had met haar adoptieouders en haar situatie niet vergelijkbaar was met die van kinderen van biologische familiebanden
Benoem de rechtsvraag en rechtsregel uit het arrest EHRM Mennesson/Frankrijk
EHRM Mennesson/Frankrijk:
- Rechtsvraag: is er sprake van schending van art. 8 EVRM?
- Rechtsregel m.b.t. ‘family life’: er is geen schending van art. 8 EVRM m.b.t. ‘family life’, omdat de verzoekers niet hebben aangetoond dat hun gezinsleven wezenlijk werd belemmerd door het ontbreken van juridische erkenning van de ouder-kindrelatie. Ze konden zich in Frankrijk vestigen, samenleven in vergelijkbare omstandigheden als andere gezinnen, en liepen geen risico om door de autoriteiten gescheiden te worden vanwege hun juridische situatie.
- Rechtsregel m.b.t. ‘private life’: er is wel schending van art. 8 EVRM m.b.t. ‘private life, omdat ten aanzien van private life is sprake van een schending van artikel 8 EVRM, omdat de verzoekende kinderen door de Franse wetgeving geconfronteerd werden met onzekerheid over hun nationaliteit en identiteitsvorming, wat een belangrijk aspect van privéleven raakt. Daarnaast had het ontbreken van juridische erkenning van de beoogde ouders nadelige gevolgen voor hun erfrechten, wat eveneens een inbreuk vormt op hun recht op privéleven
Waar ziet art. 3 Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind op?
Art. 3 Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind: het belang van het kind staat voorop bij alle maatregelen die kinderen betreffen. Wanneer de ouders van het kind of anderen die wettelijk verantwoordelijk zijn, hun verplichtingen niet nakomen, voorziet de overheid het kind van de nodige bescherming en zorg
Waar ziet art. 7 Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind op?
Art. 7 Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind: Ieder kind heeft vanaf zijn geboorte recht op een naam, een nationaliteit en het recht om geregistreerd te worden. Ook heeft het kind, voor zover dat mogelijk is, het recht om te weten wie zijn ouders zijn en om door hen te worden verzorgd
Benoem de rechtsvraag en rechtsregel uit het arrest HR Texeira de Mattos
HR Texeira de Mattos:
- Rechtsvraag: wanneer is iemand eigenaar van een roerende zaak?
- Rechtsregel: indien iemand een roerende zaak revindiceert (opeist) (art. 5:2 BW) van een ander, dan draagt diegene de bewijslast om te bewijst dat die roerende zaak ook echt van hem is
Geef de essentie van W.H. van Boom, ‘Wordt eigendom minder belangrijk (nee)’, NTBR 2022/11, p. 83-86.
Essentie W.H. van Boom, ‘Wordt eigendom minder belangrijk (nee)’, NTBR 2022/11, p. 83-86.: Eigendom blijft belangrijk, maar de vorm en betekenis ervan veranderen (ontstoffelijking van goederen) door de opkomst van digitale diensten en abonnementsmodellen. Juist vanwege deze ontwikkelingen is er behoefte aan regulering om machtsconcentratie te voorkomen.
Benoem de rechtsvraag en rechtsregel uit het arrest HR Coface/Intergamma
HR Coface/Intergamma:
- Rechtsvraag: kan er een geslaagd beroep worden gedaan op een contractuele bepaling die in de algemene inloopvoorwaarden staat, om overdracht (cessie) van vorderingen ongeldig te verklaren?
- Rechtsregel: een onoverdraagbaarheidsbeding* heeft alleen een verbintenisrechtelijke werking, tenzij uit de formulering blijkt dat een goederenrechtelijke werking in de zin van art. 3:83 lid 2 BW is beoogd
- = Onoverdraagbaarheidsbeding: een contractuele afspraak waarin partijen overeenkomen dat een recht of vordering niet aan een ander mag worden overgedragen. Dit beding beperkt dus de mogelijkheid om een recht of vordering door middel van cessie (overdracht) aan een derde over te dragen.
Geef de essentie van E.F. Verheul, ‘De puzzel van art. 3:86 lid 3 BW’, Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht 2020/6, p. 139-142.
Essentie E.F. Verheul, ‘De puzzel van art. 3:86 lid 3 BW’, Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht
2020/6, p. 139-142.: de derde die een gestolen zaak heeft gekocht, wordt niet met terugwerkende kracht eigenaar als de driejaarstermijn voorbij is. In plaats daarvan blijft de oorspronkelijke eigenaar (de bestolene) tijdens die drie jaar de echte eigenaar, ook al lijkt dat niet meteen duidelijk. Pas na die drie jaar, als de bestolene de zaak niet heeft opgeëist, wordt het duidelijk dat de koper (de derde) de eigenaar is geworden op het moment dat hij de zaak kocht.