JP Week 5 Flashcards
Tulip Air
- Voor de beoordeling van persoonlijke aansprakelijkheid is van belang of in hoedanigheid van privépersoon of in hoedanigheid van bestuurder is gehandeld
- Indien in de hoedanigheid van bestuurder is gehandeld, geldt voor het aannemen van aansprakelijkheid o.g.v. 6:162 de verzwaarde maatstaf ernstig verwijt uit Ontvanger/Roelofsen
Poot ABP
- Een vordering tot schadevergoeding van een aandeelhouder persoonlijk tegen de bestuurder is alleen mogelijk indien sprake is van schending van een specifieke tegenover die aandeelhouder in acht te nemen norm
- De aandeelhouder moet aangeven welke specifieke zorgvuldigheidsnorm jegens hem in privé is geschonden
Staleman/Van de Vent
In dit arrest werd verworpen dat decharge zich ook zou uitstrekken tot hetgeen de aandeelhouders redelijkerwijze konden weten dan hel hetgeen waar zij, mededeelt op de hun verstrekte informatie, bedacht konden zijn
- Ook informatie waarover een individuele aandeelhouder buiten de AVA beschikking heeft gekregen telt niet mee
Of aan het verwijtbaarheidscriterium is voldaan dient te worden beoordeel aan de hand van alle OVHG, waaronder:
- aard vd door rp uitgeoefende activiteiten
- de in het algemeen daaruit voortvloeiende risico’s
- taakverdeling binnen het bestuur
- evt voor bestuur geldende richtlijnen
- gegevens waarover bestuurd beschikte ten tijde van de aan hem verweten gedragingen
- alsmede inzicht en zorgvuldigheid die mogen verwacht van bestuurder die voor zijn taak is berekend en nauwgezet vervult
Berghuizer Papierfabriek
- Handelen in strijd met statutaire bepaling die rp beoogt te beschermen vormt een zwaarwegende omstandigheid die in beginsel aansprakelijkheid (ex 2:9) vestigt
- Bestuurder kan tegenbewijs leveren door feiten en omstandigheden aan te voeren op grond waarvan zou kunnen worden aangenomen dat het gewraakte handelen in strijd met de statutaire bepaling niet een ernstig verwijt oplevert
Landis
- De omstandigheid dat bestuurders in hun reglement een taakverdeling hebben getroffen brengt niet mee dat de aan een bepaalde bestuurder toebedeelde taak niet langer tot de gezamenlijke bestuursverantwoordelijkheid behoort van diens medebestuurders.
- Wel kan een dergelijke verdeling van belang zijn voor een door een individuele bestuurder gedaan beroep op disculpatie
Panmo
- Van onbehoorlijk bestuur in de zin van 2/138/248 lam slechts worden gesproken als geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden aldus gehandeld zou hebben
Mefigro
Bij schending van 2:248 lid 2 staat vast dat de bestuurders zijn taak ook voor het overige kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld
- Dus ziet op de gehele bestuurstaak
Ook op feitelijke bestuurders rusten de verplichtingen van 2:10 en 2:394
Blue Tomato
Een redelijke uitleg van 2:248 lid 2 brengt mee dat voor het ontzenuwen van het daarin neergelegde vermoeden volstaat dat de aangesproken bestuurder aannemelijk maakt dat andere feiten en omstandigheden dan zijn onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn geweest
- Stelt de bestuurder daartoe een van buiten komende oorzaak en wordt de bestuurder door de curator verweten dat hij heeft nagelaten het intreden van die oorzaak te voorkomen, dan zal de bestuurder (tevens) feiten en omstandigheden moeten stellen en zo nodig aannemelijk maken waaruit blijkt dat dit nalaten geen onbehoorlijke taakvervulling oplevert.
- Als hij daarin slaagt ligt het oud e weg van de curator op de voet van 2:248 lid 1 aannemelijk te maken dat nochtans de KOB mede een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest
Ontvanger/Roelofsen
1) Namens de vennootschap heeft gehandeld dan wel
2) heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt.
In beide gevallen mag alleen dan worden aangenomen dat de bestuurder jegens de schuldeiser van de vennootschap onrechtmatig heeft gehandeld waar hem een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt
Voor de onder 1) bedoelde gevallen is de maatstaf aanvaard dat persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder van de vennootschap kan worden aangenomen wanneer deze bij het namens de vennootschap aangaan van verbintenissen wist of redelijkerwijze behoorde te weten dat de vennootschap niet haar verplichtingen zou kunne voldoen en geen verhaal zou bieden, behouden door de bestuurder aan te voeren omstandigheden op grond waarvan de conclusie gerechtvaardigd is dat hem ter zake van de benadeling geen persoonlijk verwijt gemaakt kan worden
in de onder 2) bedoelde gevallen kan de betrokken bestuurder voor schade van de schuldeiser aansprakelijk worden gehouden indien zijn handelen of nalaten als bestuur ten op zichte van de schuldeiser in de gegeven omstandigheden zodanig onzorgvuldig is dat hem daarvan een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt.
HR Beklamel
Degene die als bestuurder van een vennootschap namens de vennootschap een ovk aangaat terwijl hij weet of redelijkerwijze behoort te begrijpen dat de vennootschap niet of niet binnen een redelijke termijn aan haar verplichtingen zal kunnen voldoen én geen verhaal zal bieden voor de ten gevolge van de wanprestatie van de vennootschap door de schuldeiser te lijden schade, handelt onrechtmatig tegenover de desbetreffende schuldeiser
RCI Kastrop
De wetenschap van Kastrop ten tijde van het vestigen van het pandrecht dat RCI slechts een tweede pandrecht verkreeg is onvoldoende voor het aannemen van wetenschap van Kastrop dat RCI dientengevolge schade zou lijden
TMF
Bij 6:162 moet voor iedere bestuurder afzonderlijk worden vastgesteld dat hij in zijn hoedanigheid onrechtmatig heeft gehandeld en dat dit handelen aan hem kan worden toegerekend
Le Roux Fruit Exporters
1) Art. 2:11 geldt ook voor 6:162 –> doorschakelen van aansprakelijkheid naar de tweedegraadsbestuurders vindt ook plaats indien sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid uit hoofde van 6:162
2) Automatische aansprakelijkheid –> is de eerstegraadsbestuurder aansprakelijk o.g.v. 6:162, dan zijn de tweedegraadsbestuurders van rechtswege ook hoofdelijk aansprakelijk. Een indirecte bestuurder kan trachten alsnog daaraan te ontkomen door te stellen en zo nodig te bewijzen dat hem ter zake geen persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt.
- Stelplicht en bewijslast worden door de HR dus omgedraaid ten nadele van de indirecte bestuurder
Kempers en Sarper
1) Waar het in het licht van 2”138/248 om gaat is dat de administratie een redelijk inzicht geeft in de vermogenspositie van de vennootschap. Van groot belang is daarvoor in ieder geval een redelijk inzicht in de debiteuren/crediteurenpositie en de stand van de liquiditeiten van de vennootschap. Daarbij moet rekening worden gehouden met de aard van de onderneming.
2) Voor de vraag of tijdig aan de openbaarmakingsplicht van 2”394 is voldaan blijft het evt ontbreken van een geldig verleningsbesluit in de zin van 2:101/210 lid 1 buiten beschouwing. Ook in dat geval moet gerekend worden met de in art. 2:293 lid 3 bedoelde maximale termijn na afloop van het boekjaar.
Moonen
- Voor de werknemer geldt dat hij jegens zijn werkgever slechts aansprakelijk is wanneer de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid (7:661).
- Uit HR Moonen is af te leiden dat dit ook een rol kan spelen bij de aansprakelijkheid van de bestuurder-werknemer
Oosterhof
In oosterhof werd een beroep gedaan in een geval waarin aan bestuurder werd verweten dat hij had bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap een door de vennootschap aangegane ovk niet nakwam en daardoor aan de derde schade berokkende.
Volgens de HR kan in een dergelijk geval sprake zijn van persoonlijke aansprakelijkheid maar zal het van de concrete omstandigheden afhangen of het een de bestuurder te maken verwijt ‘voldoende ernstig’ is om hem persoonlijk aansprakelijk te houden
Bodam
Commissarissen zijn niet zelf gehouden de in 2:248 lid 2 bedoelde verplichtingen na te leven, maar het is wél hun taak op de nakoming daarvan door het bestuur toezicht te houden.
- Daartoe zullen zij zich door het bestuur moeten laten inlichten en het bestuur mbt nakoming van deze verplichtingen moeten adviseren en zo nodig ingrijpen, door bijv een bestuurder te schorsen of ontslag te bevorderen
Het is aan de curator stellen te bewijzen dat een commissaris zijn toezichthoudende taak heeft vervuld. maar indien het bestuur niet aan zijn 2:248 lid 2 verplichtingen voldoet, kan van da commissaris worden verlangd dat hij voldoende feitelijke gegevens verstrekt ter motivering van zijn betwisting van de stellingen van de curator, teneinde deze aanknopingspunten voor eventuele bewijslevering te verschaffen