Jeugdrecht Flashcards

1
Q

Personenrecht

A

Aspecten die betrekking hebben op 1 persoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Familierecht

A

Over de relaties onderling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind (1989)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Art. 3

A

Bij alle maatregelen betreffende kinderen vormen de belangen van het kind een eerste overweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe word je juridische ouders (4)

A
  1. Baren van het kind
  2. Getrouwd / geregistreerd partner zijn van geboortemoeder
  3. Door erkenning (ongehuwde ouders)
  4. Door adoptie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Biologische ouders (2)

A
  • Geboortemoeder
  • Partner (getrouwd of geregistreerd en mannelijk)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sociale ouders (art. 198-199)

A

Wie voor het kind zorgt (soms betrokken bij conceptie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Juridische gevolgen van ouderschap (8)

A
  1. Levenslang en onbreekbaar
  2. Wettelijk geïntegreerd in familie (ook grootouders bijv.)
  3. Plicht om het kind te onderhouden
  4. Hebt ouderlijk gezag
  5. Kind heeft erfrecht.
  6. Ouders: recht op een naar te geven
  7. Kind en Ouders: recht op contact en omgang
  8. Ouders: recht op informatie over het kind.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ouderlijk gezag

A

Verantwoordelijkheid en zorg m.b.t. minderjarige. Nl.:
1. Zorg en opvoeding.
2. Bewind over vermogen van het kind.
3. Wettelijke vertegenwoordiging in het recht.
4. Geen geestelijke of lichamelijk geweld of andere vernedering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Minderjarige

A

Iedereen onder 18

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Regels werken minderjarige

A

13-15 jaar maximaal 12 uur per week

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Regels onderwijs minderjarige

A

Leerplicht 5 tot 16 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Rechtshandelingen minderjarige

A

Wordt leeftijdsadequaat beoordeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aansprakelijkheid voor 14 jaar

A

Ouder aansprakelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Aansprakelijk 14-16 jaar

A

Ouders aansprakelijk, tenzij dat hen niet verweten kan worden het niet te hebben voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Rechten (juridische positie van minderjarige)

A
  1. Vertegenwoordigd door degenen met gezag
  2. Alleen rechtshandelingen met toestemming, tenzij handeling leeftijdsadequaat.
  3. Speciale regeling van de civiele aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door kinderen.
  4. Participatierechten
  5. Recht op en verplichting tot onderwijs
  6. Medische behandelin
17
Q

Wie heeft gezag?

A
  1. Ouders zijn getrouw, beide hebben gezag.
  2. Andere ouders: a) erkenning, die doorgaans leidt tot automatische gezamenlijk gezag.
  3. Ouder alleen.
  4. Een ouder en een niet-biologische, sociale ouders > na verzoek bij rechtbank en bij belang van het kind.
18
Q

Inhoud ouderschapsplan

A
  1. Verdeling van zorg en opvoeding.contact
  2. Informatie en consultatie
  3. Kinderalimentatie
19
Q

Gezag na scheiding

A
  1. Gezamenlijk gezag na scheiding blijft.
  2. Plicht om band met de andere ouder te bevorderen.
  3. Recht kind op gelijkwaardig ouderschap na scheiding bij gezamenlijk gezag.
20
Q

Rechtbank en gezamenlijk gezag na scheiding

A

Ouders moeten samen beslissingen nemen over belangrijke onderwerpen over het kind. Of… de rechtbank maar de beslissing. De rechtbank kan in uitzonderlijke gevallen kan de rechtbank het gezag toewijzen aan één ouders.

21
Q

Eén-hoofdig gezag

A

Bij:
- Onacceptabel risico bestaat dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen.
- Wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.

22
Q

Voor wie is omgangsrecht?

A

Iedereen die een nauwe betrekking tot het kind hebben. Zoals ze biologische vader die niet de juridische vader is.

23
Q

Wie heeft recht op contact?

A
  1. Kind met juridische ouders en met wie hij/zij in nauwe betrekking staat.
  2. Elke juridische ouder met kind, ook zonder gezag.
  3. Degene die in nauwe persoonlijke relatie staat tot het kind en het kind.
24
Q

Wanneer geen omgangsregeling?

A
  1. Ernstig nadeel voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind.
  2. Kennelijk ongeschikte ouder
  3. Kind van 12(+) heeft ernstige bezwaren tegen omgang.
  4. Anders in strijd met zwaarwegende belangen van het kind.
25
Q

Mogelijkheden bij problemen bij omgang/contact.

A
  1. Mediation en begeleide omgang.
  2. Beëindiging gezag, wijziging hoofdverblijfplaats, andere zorgregeling.
  3. Omgangsondertoezichtstelling, benoeming bijzondere curator
  4. Dwangsom, lijfsdwang, kind gedwongen ophalen door politie
  5. Strafrecht
26
Q
A