Hoorcollege 4: CGT Flashcards
Analyses leertheoretisch model
FA (hypothese over uitlokkers en instandhouders)
BA (hypothese over betekenis van waaruit een persoon heeft geleerd te reageren op een situatie/prikkel)
CCC (hypothese over interactie tussen specifieke prikkel en gedachte, gevoel en gedrag in deze situatie. Betekenisverlening is vertekend door levenservaringen (cognitieve theorie)
Gedragstherapeutisch proces
- Kennismaking
- Probleeminventarisatie
- Probleemdefiniëring
- Behandelingskeuzes
- Behandeling
- Evaluatie en afsluiting
- Boostersessie en folow-up
- Probleeminventarisatie (klachtenanamnese)
- Verkenning gedragsproblemen, ontwikkeling en context (tabel 2.1, p.37)
- Holistische theorie
- Selectie probleemgedrag en concretisering
- Keuze assessmentinstrumenten
- Baseline
- Probleemdefiniëring
- Topografische analyses
- Functieanalyse
- Betekenisanalyse
- Behandelingskeuzen (3 keuzes)
- Doelstellingen
Doelen kind/ouder/lk, effectiviteit beschikbare methoden, ervaring therapeut - Keuze van behandelingsstrategie
CGT, mediatie, gezinstherapie, groepstherapie, school, klinisch/residentieel, combinaties. - Keuze van technieken
- Overwegingen behandelkeuzes
- Faseren: wat eerst, wat later
- eerst crisis oplossen
- begin met toegankelijke problemen
- Taxeer de pedagogische mogelijkheden van het cliëntsysteem.
- Vertaal probleem in leerdoelen
- Focus op aanleren nieuw gedrag
- Behandeling, wat valt eronder (globaal)
Uitvoering interventies
Gelijktijdige metingen/evaluaties
Opheffing stagnaties
Vervolginterventies
- Overwegingen handelen tijdens behandeling (3)
Basisvaardigheden kindergedragstherapeut
Afstemmen op thuissituatie en/of school
Stagnaties door: client-, therapeut-, therapievariabelen.
- Evaluatie en afsluiting
Stabiliseren / generaliseren
Eindevaluatie en laatste baseline
Afsluiting
- Boostersessie en follow-up
Rekening houden met gevoel naderend eind
Boostersessie met steeds grotere tussenpozen
Follow-up om behandeleffect te monitoren
Leertheoretisch opvattingen over angst
Twee theoretische opvattingen
Mowrer en Rachman
- Tweefactorenvisie (Mowrer)
Is resultaat van zowel klassieke als operante conditionering. - Three pathways of fear (Rachman)
Traumatische ervaring, Modeling, overdracht van informatie. (klassiek + operant + sociaal)
Behandeltechnieken FA: operant
- Gericht op Sd:
Discriminatietraining
Generalisatietraining - Gericht op R:
Shaping
Chaining
Modeling - Gericht op Sr:
Puntensysteem
Token economy
Behandeltechnieken BA: klassiek
- Gericht op CS
Exposure (in stappen) - Gericht op US/UR
Cognitieve herstructurering
EMDR - Gericht op CR
Ontspanningsoefeningen
Klassieke technieken
- Exposure: Blootstelling aan gevreesde stimulus
angsthierarchie, oefenen tijdens de sessies - Angstbeheersingstechnieken: ontspanningsoefeningen cognitieve interventies
- Modeling
- Verwerven nieuwe informatie
Vóór de exposure (combineren strategieën)
- Ontspanning
- Angstige gedachten uitdagen
- Jezelf helpende gedachten aanleren
- Jezelf belonen door dapper gedrag
Operante technieken bij angst
- Bekrachtigen dapper gedrag
- Negeren of straffen angstig gedrag
- Responspreventie
Bekrachten dapper gedrag
- Gewenst gedrag nauwkeurig omschrijven
- Bekrachtiger als direct gevolg
- Beloning zo snel mogelijk
- Elke poging in de richting van het gedrag bekrachtigen (shaping)
- Elk gewenst gedrag bekrachtigen in begin (continu) , later intermittent
- Intrinsieke beloningen de voorkeur
- Door verschillende personen op consistente wijze
Cognitieve herstructurering
Cognitieve therapie (Beck)
Schematherapie (Young)
Driefasenmodel
Hoe kun je evenwichtigere, handigere, positievere, genuanceerdere gedachten formuleren, d.m.v. uitdagen disfunctionele gedachten.
- ander perspectief
- nieuwe, over hoofd geziene informatie
- bewijsvoering voor/tegen
Denkfouten
Koning eenoog - selectieve aandacht voor spanningsverhogende prikkel
Gevangen zijn - Interpretatie van de situatie als een gevaar, een bedreiging of een onoplosbaar probleem
Het vergrootglas bovenhalen - selectieve abstractie van 1 element van de ervaring
Etiketten plakker - dichotomiseren
Waarzegger - overgeneraliseren
IK de Grote - personaliseren, verantwoordelijk
Theorie functieanalyses over gedrag
Alle gedrag is aangeleerd, wordt ontlokt door omgevingsfactoren, in standgehouden door (overwegend prettige) gevolgen van gedrag.
De analyses vormen hypotheses over mogelijke (waargenomen) samenhang tussen gedrag en consequenties (positief of negatief).
FA- afkortingen
- R (respons): doelgedrag
- Sr (reïnforcerende stimulus): vermeende bekrachtigende stimuli (Sr-pos) en feitelijke (negatieve) consequenties, die doelgedrag zo problematisch maken (Sr-neg)
- –> (associatie): associatie van door cliënt veronderstelde verband R en Sr
- Sd (discriminatieve stimulus): context waarin associatie R -> Sr geldt