Hoorcollege 1: Behandelperspectieven Flashcards
De orthopedagoog beoogt:
Toepassen van kennis en kunde, met doel te realiseren wat gewenst is (normatieve gezichtspunt, i.p.v. het afwijkende kind als object)
Afwijkend gedrag is: (3)
Moeilijk opvoedbaar
Leerproblemen
Fysiek of mentaal beperkt
Doel van ingrijpen van orthopedagoog?
Helpen bij maatschappelijke integratie
Therapiecyclus (fases) (3) binnen klinisch cyclus
Planning - Uitvoering - Beoordeling effect
Diagnostische cyclus (3) binnen klinisch cyclus
Klachten analyse
Probleemanalyse
Verklaringsanalyse
Scharnierpunt TC en DC
Indicatieanalyse
Systemisch model
- Visie op probleemgedrag (3)
- Functioneren gezin
- Opvoedstijlen / opvoerderskenmerken
- Wederkerigheid
Systemisch model
- Diagnostiek (2) en instrumenten (4)
- Gedrag niet geïsoleerd bekijken
- Kijkt in meerdere subsystemen
Instrumenten: gezinsobservatie, gezinsvragenlijsten, gezinsinterview, genogram.
Systemisch model
- Visie op behandeling (2)
- Focus op gezinssysteem
- Zorgen voor gezond en evenwichtig gezinssysteem
Systemisch model
- Interventies (2)
- Gezinstherapie (systeemtherapie)
- oudergroepen / oudertherapie
Psychodynamisch model
- Visie
Persoonlijkheid uitkomst van ontwikkelingsproces
1. Id - Lustprincipe (behoefte meteen bevredigen) - biologisch
2. Ego - Realiteitsprincipe (de afweging) - cognitief
3. Superego - Ego-ideaal geweten (hoe het hoort/heb geleerd) - sociaal
Psychodynamisch model
- Visie op probleemgedrag
Sociaal-emotionele ontwikkeling verstoord door het niet succesvol oplossen van conflict in orale, anale of fallische fase.
Orale fase conflict: word ik voldoende bevredigd in mijn behoeften?
Anale fase conflict: conflict tussen id en superego. Tussen eigen behoeften en wat ouders van het kind verlangen.
Fallische fase: rivaliteitsconflict. iemand anders maakt aansprak op de liefde en aandacht van moeder/vader
Psychodynamisch model
- Diagnostiek (2)
- Interview vroege ontwikkeling
- Projectiemateriaal:
- Vertelplaten
- Zinaanvullijsten
- Tekeningen
- Spel
Psychodynamisch model
- Visie op behandeling (2)
- Geblokkeerde ontwikkeling opgang brengen door inzicht geven in tegenstrijdige wensen en gevoelens.
- Beïnvloeden van objectrelaties (met significant anderen)
Psychodynamisch model
- Interventies
Melanie Klein (1930)
- Spel benadrukken in behandeling
- Psychoanalytische interpretatie van spel als equivalent van de vrij associatie.
Humanistisch model
- Visie (2)
- Clientgerichte benadering
- Ontwikkeling van het ‘self-concept’
Self-concept (2) (humanistisch model)
- Organismic valuing process: innerlijke behoefte om zich te ontplooien (self)
- Need for positive regard: elementaire behoefte aan waardering van de ouders (experience)
Humanistisch model
- Visie op probleemgedrag
Sprake van een verstoring in de ontwikkeling van het self-concept met als gevolg een incongruentie tussen het self en experience
Humanistisch model
- Visie op behandeling (2)
- Omgeving creëren van onvoorwaardelijke positieve acceptatie
- ontwikkelen van een positief self-concept, basis voor zelfactualisatie.
Humanistisch model
- Interventies (1 (4))
Virginia Axline: Speltherapie
1. Relaties: warmte en acceptatie
2. Permissieve houding: uitnodigen tot vrije expressie gevoelens
3. Respect voor kind, vertrouwen in eigen vermogen problemen op te lossen
4. Non-directieve instelling
Biomedisch model
- Visie gedrag (2)
- Gedrag verklaard door bestuderen van neuro-psychologische processen
- Al dan niet in interactie met een stressvolle omgeving.
Biomedisch model
- Visie op probleemgedrag
Gedragsproblemen zijn terug te voeren op hersenorganische disfuncties:
- Genetisch
- Biochemisch (neurotransmitters, organische factoren, metabole factoren)
- Temperament
Biomedisch model
- Diagnostiek (2)
- Ontwikkelingsgeschiedenis
- Neuro(psycho)logisch onderzoek
Biomedisch model
- Visie op behandeling (1)
- Wijzigingen aanbrengen in hersengebieden
Biomedisch model
- Interventies (2)
- Dieet
- Farmocologie
Soorten psychofarmocologie (4)
- Stimulantia
- Anti-depressiva
- Anti-psychotica
- Anti-epileptica
Afwegingen psychofarmaca (7)
- Effect?
- Onderzoek bekend?
- Betekenis voor kind?
- Bijwerkingen?
- Levenslang?
- Wat gebeurt er na stoppen?
- Is er een alternatief?
Behavioristisch model (Leertheoretisch model).
Gedrag is.. (2)
Gedrag is een functie van omgevingsfactoren of ervaringen uit het verleden.
Gedrag is een uitkomst van een leerproces
- Klassieke conditionering
- Operante conditionering
- Sociaal leren
Behavioristisch model (Leertheoretisch model)
Behandeling is gericht op… (2)
Behandeling is vaak gericht op een combinatie van de leerprincipes, voor aanleren nieuw gedrag / nieuwe betekenissen.
Cognitief model (Leertheoretisch model)
Visie op problematisch gedrag
Inadequaat gedrag en emotionele problemen door onjuiste cognities, nl.
1. Negatieve verwachtingen en waardering, onjuiste attributie en irrationele overtuigingen.
2. tekorten in zelfregulatie en zelfcontrole
Onjuiste cognities (2)
- Negatieve verwachtingen en waardering, onjuiste attributie en irrationele overtuigingen.
- tekorten in zelfregulatie en zelfcontrole
Cognitief model
Behandeling
Behandeling omvat disfunctionele gedachten en leren van cognitieve vaardigheden en strategieën.