Item & factoranalyse Flashcards

1
Q

Itemanalyse

A
  • deductief (top-down)
  • gegeven de apriori indeling van items (of na factoranalyse)
  • kwaliteitscheck of antwoorden respondenten steun bieden voor dit itemdesign en de bijhorende somscores
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Factoranalyse

A
  • inductief (bottom-up
  • gegeven de antwoorden van de respondenten
  • Hoe kunnen deze data het best worden samengevat o.b.v. achterliggende dimensies of factoren?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Doel itemanalyse

A
  • Vaststellen meetkwaliteiten

- Optimalisatie meetschaal door verwijdering/aanpassing items

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Univariate itemkenmerken: gemiddelde

A

waarde van items met extreme gemiddelden

Bij prestatieniveautests: lage p-waarde kunnen te wijten zijn aan extreme moeilijkheidsgraad (itemkenmerk) of aan vaardigheid van respondenten (persoonskenmerk).

Bij tests voor gedragswijzen: Informatieve waarde van dergelijke items voor test?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verband met somscore

A

past het item bij de meetschaal?

  • Scoregroepanalyse
  • item-totaal correlatie of item-rest correlatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Univariate testkenmerken

A
  • Gemiddelde

- Variantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cronbachs alpha

A

maat voor interne consistentie
Homogeniteitscoëfficiënt
alpha kleiner of gelijk aan betrouwbaarheid van de meetschaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

itemanalyse

A

Evaluatie en optimalisatie psychometrische kwaliteiten meetschaal
- Op itemniveau
Univariate itemkenmerken: gemiddelde en
variantie
Samenhang met meetschaal
* Itemtotaalcorrelatie of itemrestcorrelatie
* scoregroepanalyse
- Op testniveau
Univariaat: gemiddelde en variantie
Bepaling interne consistentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

communaliteit van een item

A

Welke proportie van de variantie van het item wordt gevat door het factormodel?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

eigenwaarde van factor

A

Welke proportie van de variantie in al de items (of m.a.w. van de totale variantie) wordt gevat door deze factor?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

proportie verklaarde variantie

A

Welke proportie van de totale variantie wordt gevat door alle factoren samen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Factoranalyse modelformulering

A

X = F.A + E
X= data;
F = factorscores van de personen op de factoren;
A= ladingen van de items op de factoren;
E = error (de afwijking tussen model en data);
Waarbij:
- De factoren in F onderling ongecorreleerd zijn
- Er geen correlatie is tussen de factoren en de error
- De scores op elke factor zijn gestandaardiseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de ladingen?

A

Vormen de kern van de factor-oplossing
afi = cor(xi,Ff)
afi [-1,1}

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gebruik van de ladingen 1

A

Interpretatie psychologische betekenis factor:
Items met een hoge lading:
gemeenschappelijke betekenis

Items met een nul-lading: afwezigheid van die betekenis

Items met een negatieve lading: tegengestelde betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gebruik van de ladingen (2)

A

Optimalisatie factor door selectie items
laagladende items weglaten
(eventueel bijkomende factor zoeken als grote groep niet-passende items)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

itemniveau

A
  • De variantie van een item kan je opsplitsen
  • De gekwadrateerde lading geeft dus aan hoeveel itemvariantie door de factor wordt gevat

Var (X) = Var (aF1) + Var (E)
= a² + errorvariantie
= communaliteit + errorvariantie

17
Q

factorniveau

A

De eigenwaarde van een factor is gelijk aan de som van de gekwadrateerde ladingen van alle items Eigenwaarde
F1 = (a11)² + …+ (a1i)² + … + (a1I)²
Gebruik dit als evaluatie van de kwaliteit van de factoroplossing:
Proportie verklaarde variantie door F1 = eigenwaarde / I

18
Q

samenhang tussen items

A
De voorspelde correlatie tussen twee items o.b.v. het factormodel met één factor is gelijk aan het product van de ladingen op die factor:
   Voorspelde r(Xi, Xj) = a1i . a1j 
Je kan deze gereproduceerde correlatie ook vergelijken met de geobserveerde correlatie als check van het model:
  residuele correlatie = geobserveerde – 
  voorspelde correlatie
19
Q

Wat bij meerdere factoren?

A

Wat blijft grotendeels gelijk?
- Ladingenpatroon op de factoren voor
interpretatie factoren en selectie items
- Evaluatie kwaliteit model o.b.v. verklaarde
variantie

Wat verschilt?
- Rotatie van de oplossing nodig alvorens
het ladingenpatroon makkelijk te
interpreteren valt (eenvoudige structuur)
- Keuze van het aantal factoren (en
evaluatiecriteria om hierbij te helpen)

20
Q

Itemselectie o.b.v. aif

A
Passende items bij ‘eenvoudige structuur’
   Hoge lading (bv. > .30) voor conceptitems
   Lage lading (bv.
21
Q

Verschillende criteria voor keuze aantal factoren

A
  • aantal eigenwaarden > 1
  • ‘scree plot’
  • Ladingen (na rotatie) en interpretatie ervan
22
Q

Samengevat:

Keuze van een factoroplossing

A
kwantitatief
- factorladingen
- eigenwaarden
kwalitatief
- Interpretatie o.b.v. ladingen
- overeenkomst met hypothese 
deels subjectief
- mathematisch equivalente oplossingen (bv. voor en na rotatie)
- keuze voor uiteindelijk model berust ook op interpretatie
23
Q

Factorscores:

A
  • ‘gewogen som’ (grootte ladingen, intercorrelaties)
  • Orthogonale structuur blijft behouden
  • In praktische situaties minder vlug te berekenen
24
Q

Factorschalen:

A
  • Som van items met hoge lading op factor
  • Nadeel: mogelijk correlatie tussen somscores
  • op somscores dan itemanalyse doen om Cronbachs alpha te bepalen
25
Q

kruisvalidering

A

Verdeel steekproef in twee datasets
Aparte factoranalyses per dataset
Vergelijkbaar eindresultaat?
- Dit is een controle op de subjectieve factoren die een rol spelen bij het uitvoeren van een factoranalyse