Begripsvaliditeit Flashcards
Betekenisanalyse
Hypothesevorming
- Verklaring/theorie voor testgedrag
- Creatief proces, geen procedure/methode
Begrips-validering
- Formuleren voorspelling
Bv. r(X,Y) of X als Conditie K
Ondubbelzinnig en concreet - Empirische toetsing
Bevestigen theorie?
Positief resultaat: versterking van theorie (geen ‘bewijs’)
Negatief resultaat: verzwakking van theorie
Verwerpen alternatieve verklaringen (cf. infra)
Begripsvalidering verwijst naar een netwerk van evidentie
Correlatie is ‘slechts’ samenhang
Bij bevestiging hypothese zijn de resultaten ‘in lijn’ met bestaand onderzoek
Dus bevestiging geeft ondersteuning voor begripsvaliditeit (geen bewijs, zoals bij een experiment) en geeft dus een versterking van het theoretisch netwerk; een negatief resultaat verzwakt het theoretische netwerk
Twee soorten begripsvalidering
Trekvalidering
Nomologische validering
Trekvalidering of nomologische validering?
In praktijk enkel trekvalidering omdat onvoldoende specifieke hypothesen over de te verwachten correlatiestructuren vanuit de theorie?
Structuuronderzoek
Psychologische analyse van inhoud item
Analyse formele kenmerken test
Relatieonderzoek
Spreiding en normen
Experimenteel onderzoek
Factoranalyse
Voorspellende waarde
Confirmerende validering
Bevestigen oorspronkelijke hypothese over wat de test meet
Discriminante validering
Verwerpen van een alternatieve hypothese over wat de test meet
Individueel sociale wenselijkheid
r(ingevulde test, socialewenselijkheidstest)
Algemene sociale wenselijkheid
Stap 1: profiel van de itemantwoorden volgens sociale wenselijkheid (bv. expertoordelen);
Stap 2: overeenkomst van scores respondent met dit profiel als score voor algemene sociale wenselijkheid
Antwoordtendenties
Neiging tot consistent antwoordpatroon, los van inhoud van de vragen (‘response set’)