Introductie emoties (kennisclip) Flashcards

1
Q

Emoties

A

Hoort onder affectieve fenomenen. Moeilijk definitie te geven, wel weten we dat het een belangrijke functie heeft: helpt ons om optimaal gedrag te vertonen in bepaalde situaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Andere affectieve fenomenen (dus niet persee emoties)

A

Geen emoties:
Voorkeuren
Attitudes
Stemmingen
Affectieve predisposities
Interpersoonlijke houdingen
Emoties:
Esthetische emoties
Gebruiksgerichte emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Attitudes

A

Gaat over houding op basis van cognitie en gevoel, vaak ten aanzien van maatschappelijke aspecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Stemmingen

A

Duren langer en zijn onduidelijker dan emoties. Hoeft geen uitlokkende situatie te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Affectieve predisposities

A

Persoonlijkheidskenmerken, vaak beschrijven we een persoon als iemand met een geneigdheid om met een bepaalde emotie te reageren. bv een kort lontje hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Interpersoonlijke houdingen

A

Vriendelijkheid, verlegenheid, sociaal angstig etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Esthetische emoties

A

Emoties die niet te verklaren zijn door wetenschap. Bijvoorbeeld emoties dei opgewekt worden door luisteren naar muziek of het kijken naar kunst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gebruiksgerichte emoties

A

Emoties waarbij wetenschappers een duidelijk beeld van de onstaanswijze en functie hebben. Tegenovergesteld van Esthetische emoties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenmerken emoties

A

Reactie op een stimulus
Appraisal
Ervaring en expressie
Korte duur
Motivatie om specifiek gedrag te uiten
Vermogen om emoties te reguleren
Effect op jezelf en anderen
Adaptief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Reactie op stimulus

A

Gebeurtenis, herinnering, fantasie. Er is altijd een concrete aanleiding waardoor de emotie wordt opgewekt. Gebeurtenis is belangrijk voor ons.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Appraisal

A

Waardering die een persoon aan een emotie geeft. Of een gebeurtenis negatieve of positieve emoties opwekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Adaptief

A

Emoties prioriteren onze reacties om zo de best mogelijke reactie te geven:
Emories over het verleden: spijt
Emoties over het heden
Emoties over de toekomst: hoop
Geanticipeerde emoties: actie wel of niet doen vanwege emotie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tijdsduur emotie

A

-Expressies: paar seconde
-Autonome veranderingen: paar seconde
-Zelf gerapporteerde emoties: paar minuten/ uren
-Stemming: paar dagen/ weken
-Emotionele stoornissen: paar weken, maanden of jaren
-Persoonlijkheidstrekken: stabiel jaren tot levenslang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voorwaarden adaptieve emoties

A
  1. Accurate appraisal: niet boos worden om niets
  2. Belang dat aan een situatie wordt gehecht
  3. Prioriteren van doelen komt overeen met belang (ruzie met vriend parkeren als tentamen)
  4. Reacties zijn zinvol voor de situatie
  5. Hoge emotionele intelligentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly