Hoorcollege 1: Emoties in evolutionair, psychologische perspectief Flashcards
Charles Darwin
The origin of species bij means of natural selection:
1. evolutie is de verklaring voor de diversitiet van leven op aarde
2. Natuurlijke selectie is de drijfveer achter adaptieve evolutie
Evolutie homo sapiens
Eerst alleen overleven en voortplanten en nu afvragen: waar leef ik voor? (nut van leven)
3 processen van evolutie (Darwin)
- Super abundance
- Variatie
- Natuurlijke selectie
Superabundance
Overvloed van genetisch materiaal, planten en dieren produceren meer nakomelingen dan nodig om zichzelf te reproduceren.
Variatie
Iedere nakomeling is net iets anders dan anderen door variantie in genetisch materiaal en verschillen worden doorgegeven door erfelijkheid.
Natuurlijke selectie
De mogelijkheid tot selectie doordat er bepaalde kenmerken zijn die betere aanpassing aan de omgeving mogelijk maken waardoor kans overleven groter wordt. Deze eigenschappen worden doorgegeven aan nakomelingen.
4 Voorbeelden adaptatie
- Gif eten vermijden daarom bittere smaak niet lekker vinden.
- Kosten delen voor het opvoeden van kinderen daarom mannen met status aantrekkelijker vinden.
- Vruchtbare partner vinden dus voorkeur jonge partner
- Nageslacht beschermen dus baby-achtige signalen schattig vinden.
Epigenetica
het aan- of uitzetten van genen afhankelijk van de omgeving. De
omgeving kan invloed hebben op wanneer genen zich wel of niet uitdrukken.
Survival of the fittest
De natuurlijke selectie die optreedt door het overleven van het nageslacht die het best aangepast is binnen een populatie. Het succes van reproductie op basis van genen.
Voorbeeld van epigenetica
Wanneer je de neiging hebt om dingen negatief te interpreteren, maar je hebt een veilige opvoeding gehad, waardoor deze genen minder snel geuit worden.
Twee strategieën survival of the fittest
Statistische strategieën en Investment strategieën
Statistische strategieën
Mannen: 1 man met 10 vrouwen heeft 100 kinderen als iedere vrouw 10 kinderen heeft. Mannen kunnen de meeste genen reproduceren door met veel vrouwen te paren, ook is sperma vervangbaar.
Investment strategie
Vrouwen: 1 vrouw met 10 mannen heeft maar 10 kinderen. Vrouwen zijn kwetbaarder in de reproductie, omdat de ovulatie zeldzaam is, waardoor het belangrijk is om te investeren in de nakomelingen die je kunt krijgen.
Wie heeft meer kans op nakomelingen, mannen of vrouwen?
Theoretisch gezien mannen, want vrouwen moeten 9 maanden doen om 1 te krijgen en mannen kunnen meerdere vrouwen tegelijk zwanger maken.
Seksuele selectie
De biologische selectie op grond van eigenschappen die als seksueel aantrekkelijk worden ervaren om nakomelingen mee te hebben.
Intraseksueel selectie
Vooral bij mannen: ontwikkelen eigenschappen om te concurreren met zelfde geslacht om paringskansen (“mating”) te winnen. Bijvoorbeeld grote spieren of gewei.
Interseksuele selectie
Van het ene geslacht ontwikkelen eigenschappen die voorkeur hebben van leden van andere geslacht (mating choice). Bijvoorbeeld: zorgzaam of grote kont.
Cruciale sociale motivaties
1) attachment
2) Hiërarchie
3) Affiliatie
4) In-group voorkeuren
Bij welke diersoort worden deze sociale motivaties ook gezien?
Chimpansees en bonobo’s
Hiërarchie
Motivatie voor macht. Het zorgt voor competitie in een groep, mensen willen beter zijn dan anderen. Kan ten koste gaan van anderen. Wilt steeds hoger komen in hiërarchie door anderen hekpen, conflicten stoppen en competitie aanwakkeren.
Status hiërarchie
Bevat zorgen voor anderen lager in de hiërarchie en het stoppen van conflicten tussen groepsleden door alfa’s vooral bij niet-menselijke soorten.
Affiliatie
Zorgen coor elkaar, samenwerken. Zwakker dan hechtingsbanden, want niets te maken met liefdevol gevoel.
Welke emotionele processen bij affiliatieve relaties
Warmte, empathische begrip, gedeeld plezier, waardering en dankbaarheid, emotionele openbaring en zorg en toewijding.