Inleiding

Question 1

wat is een ontwikkelingsstoornis

Answer 1

neurologische/psychische aandoening die de ‘normale’ ontwikkeling verstoord
bv; ADHD

Question 2

wat is het verschil tussen een leerprobleem en -stoornis?

Answer 2

Een leerprobleem is een breder begrip, een leerstoornis heeft DSM5-criteria.

Question 3

Geef vb van contextuele factoren die van invloed kunnen zijn bij een leerstoornis

Answer 3

naschoolse ondersteuning, IQ, comorbiditeit, psychososciale tegenslagen, compensatiegedrag

Question 4

Wanneer komen leerstoornissen vaker tot uiting?

Answer 4

in de overgang van kleuterschool–> lagere school –> middelbaar –> hoger onderwijs

Question 5

wat houdt de specificiteit-paradox in?

Answer 5

ondanks dat leerstoornissen specifiek zijn, komen ze geregeld in comorbiditeit voor en is hun oorzaak dus ook moeilijk vast te leggen

Question 6

wat is een remedial teacher?
wat is een orthodidactische behandeling?

Answer 6

geen bijles, wel extra studievaardigheden, brede leerproblemeb en niet persé EB

specifieke leerstoornissen met diagnostiek als vertrekpunt, EB en stricter protocol

Question 7

wat is inclusief onderwijs?

Answer 7

alternatief voor BuSO waarbij de gewone school zich aanpast aan individu met focus op inclusie ipv integratie

Question 8

Wat zijn het M-decreet en Leersteundecreet?

Answer 8

M-decreet:
* recht op inschrijving ‘gewoon’ onderwijs, eventuele ondersteuning verkrijgbaar, brede basiszorg met individueel aanpasbaar curriculum –> maar pracktisch niet haalbaar dus opstellen van :
Leersteundecreet:
* scholen kunnen lln weigeren, betere ondersteuning voor scholen, meer samenwerking tussen ‘gewone’ en BuSO (inclusief onderwijs blijft)

Question 9

f(x) onderwijspsycholoog

Answer 9

brugfiguur voor lln, ouders en CLB met kennis over actueel onderzoek en 7 rollen:
1. expert
2. research practitioner
3. hulpverlener
4. samenwerkingspartner
5. systeemondersteuner
6. professional
7. communicator

Question 10

Wat is het verschil tussen een stoornis, beperking en handicap?

Answer 10

1. verlies/afwijking in anatomische structuur of fysio-/psychologische f(x) i.v.m. peers
2. verlies/afwijking in kwantitatief/kwalitatief vermogen i.v.m. peers/geslachtsgenoten en sociaal-culturele context
3. nadelige situatie t.g.v. stoornis/beperking, die de ‘normale’ rolvervulling begrenst verhindert

Question 11

kenmerken dyslexie

Answer 11

problemen met:
- schriftelijk uitdrukken
- spelling
- betekenis begrijpen bij lezen
- onnauwkeurig/langzaam en moeizaam lezen

Question 12

kenmerken dyscalculie

Answer 12

problemen met:
- feiten rond getallen en berekeningen eigen maken
- cijfermatig redeneren