Cognitief onderzoek Flashcards
hoe ziet de klassieke visie op dyslexie eruit?
- deterministisch
- 1 oorzaak
- defectmodel waarbij dyslexie de oorzaak is voor leesproblemen, spellingsproblemen, klankbewustzijnsproblemen, trage benoemingssnelheid, …
hoe ziet de multifactorieel verklaringsmodel van dyslexie eruit?
- multifactorieel verklaringsmodel: meerdere oorzaken
- niet deterministisch maar probabilistisch
- samenspel van beschermende- en risicofactoren
- comorbiditeit voor gedeelde risicofactoren
Wat houdt de Fonologisch Deficiet Hypothese in?
stelt dat mensen met dyslexie moeite hebben met het herkennen en manipuleren van klanken in taal (verwerken van fonologie).
Fonologische problemen: Dyslectici hebben moeite met:
* De klankstructuur van woorden te verwerken.
* Alle klanken in een woord te detecteren.
* Klanken (fonemen) te koppelen aan letters (grafemen).
* De fonologie (verklanking) van een woord te koppelen aan de spelling (orthografie).
* Langzaam decoderend lezen: Ze herkennen woorden niet snel.
* Relatief specifiek defect: Problemen met lezen, niet met spreken. Dyslectici hebben doorgaans geen problemen met taalontwikkeling of spraak.
* Niet alle dyslectici hebben een fonologisch defect. En niet alle mensen met een fonologisch defect hebben dyslexie.
dyslexie heeft
- genetische factoren
- neuroanatomische en neurofunctionele factoren
- omgevingsfactoren
-** cognitieve factoren**
die bijdragen tot leesvaardigheid, geef de cognitieve factoren
- fonologisch bewustzijn
- verbale KTG (niet)
- letterkennis
- benoemsnelheid
- visuele aandachtsspanne (niet)
- impliciet volgorde leren (niet)
- ….
wat houdt fonologisch bewustzijn in?
vermogen om de klankstructuur van woorden te ** herkennen en** te manipuleren
vaardigheden:
* rijmen
* begin- en eindklanken identificeren
* klanken manipuleren
Fonologisch bewustzijn heeft een **bidirectionele causale relatie **met de ontwikkeling van lezen en spellen. Het is de risicofactor voor lees- en spelllingsvaardigheid.
wat houdt verbaal KTG in?
vermogen om verbale informatie (zoals woorden of klanken) **kortstondig **te onthouden en te herhalen. Belangrijk bij bv; lezen
-
non-woord repititie taak: dyslectici zwakker bij reeksen nonsenswoorden herhalen. dyslectici met TOS nog zwakker.
*verbaal KTG geen specifieke risicofactor/oorzaak voor dyslexie. De zwakkere prestaties kunnen te maken hebben met zwakkere fonologische vaardigheden, aangezien de relatie tussen verbaal KTG en leesvaardigheid verdwijnt indien er gecontroleerd wordt op fonologische vaardigheden
wat houdt letterkennis in?
vermogen om letters te herkennen en te benoemen, en om ze te koppelen aan de bijbehorende klanken. belangrijk bij lezen
* letterkennis voorspellend voor leesvaardigheid en dus een specifieke risicofactor
wat houdt benoemsnelheid in?
Rapid Automatized Naming (RAN)
vermogen om bekende symbolen, zoals letters, cijfers, kleuren of afbeeldingen, zo snel mogelijk te herkennen en te benoemen.
Sterke relatie met leesvaardigheid
Er is een sterke correlatie tussen RAN en leesvaardigheid. In talen met een transparante structuur, zoals het Nederlands, waar de koppeling tussen letters en klanken eenvoudig is, blijkt RAN zelfs de sterkste voorspeller van leesvaardigheid te zijn.
Lange tijd werd gedacht dat RAN een weerspiegeling was van fonologische vaardigheden. Echter, RAN en fonologisch bewustzijn blijken onafhankelijke risicofactoren voor dyslexie te zijn. Ze hebben een lage correlatie onderling (r=0.30) en RAN vertoont een zwakker verband met spelling in vergelijking met fonologisch bewustzijn.
wat houdt visuele aandachtspanne (VAS) in?
et vermogen om een bepaald aantal orthografische elementen, zoals letters of lettergrepen, in één oogopslag te verwerken.
Er is een correlatie tussen VAS en leesvaardigheid. Mensen met dyslexie vertonen vaak tekorten in VAS. Maar fonologische vaardigheden lijken een sterkere risicofactor te zijn.
wat houdt impliciet volgorde leren in?
vermogen om volgorde-informatie te leren zonder dit expliciet te trainen of te onthouden. Dit betekent dat je patronen of regels kunt leren herkennen zonder je bewust te zijn van het leerproces.
Op basis van deze bevindingen wordt geconcludeerd dat impliciet volgorde leren geen specifieke risicofactor is voor dyslexie.