Infantpsychiatrie Flashcards
Belang van veilige gehechtheid
Gehechtheidskwaliteit
- Verwachtingen over eigen waardevolheid en effectiviteit (zelfvertrouwen)
- Verwachtingen over beschikbaarheid van anderen (vertrouwen)
Onveilige hechting
- Angstig/ambivalente of gepreoccupeerde hechting
- Angstig/vermijdende of gereserveerde hechting
- Gedesorganiseerde hechting
DEEL 1
Oorzaken onveilige gehechtheid
Tekort aan sensitiviteit
1. nood aan troost en bescherming negeren/afwijzen => kind geen ‘veilige thuishaven’
2. nood aan exploratie ontkennen/tegenwerken => kind geen ‘veilige basis’
3. inconsistent sensitief => onzekerheid en onvoorspelbaarheid
DEEL 2
Oorzaken onveilige gehechtheid
- Fysieke ontoegankelijkheid van opvoeder
- Instabiele opvoedingsarrangementen
- Angstaanjagende en schuldinducerende controletechnieken
- Omkering van de gehechtheidsrelatie
Hechtingsstoornissen
- Emotioneel teruggetrokken/geremde type
- Aselectieve/ontremde type
Reactieve hechtingsstoornis (geremde type)
A. Consistent patroon van geremd, emotioneel teruggetrokken gedrag tegen volwassen verzorgers, uiting tot beide kenmerken:
* Kind zoekt zelden/nauwelijks troost als van streek
* Kind reageert zelden/nauwelijks op troosten als van streek
B. Persisterende sociale en emotionele stoornis, gekenmerkt door minstens twee kenmerken:
* Minimale sociale en emotionele responsiviteit op anderen
* Beperkt positief affect
* Episoden van onverklaarde prikkelbaarheid, verdrietigheid of angstigheid -> zelfs gedurende niet-bedreigende interacties met volwassen verzorgers
C. Kind heeft patroon van extreme vormen van ontoereikende verzorging meegemaakt, minstens één van volgende kenmerken:
* Sociale verwaarlozing of deprivatie waarbij emotionele basisbehoeften aan troosten, aanmoedigen en affectie persisterend door volwassen verzorgers wordt veronachtzaamd.
* Herhaaldelijk wisselen van primaire verzorgers => vormen stabiele relaties beperkt
* Opgroeien in ongebruikelijke omgevingen => vormen selectieve hechtingsrelaties beperkt
D. Verzorging (criterium C) verantwoordelijk voor gestoorde gedrag (criterium A)
E. Niet voldaan aan ASS
D. Voor 5de levensjaar duidelijk aanwezig
F. Ontwikkelingsniveau van minstens 9 maanden
Specificatie
* Persisterend: stoornis meer dan 1 jaar aanwezig
* Actuele ernst: ernstig als kind alle symptomen (op relatief hoog niveau) van stoornis vertoont
Ontremd sociaal contactstoornis
A. Gedragspatroon waarin kind actief onbekende volwassenen benadert (minstens 2):
* Verminderd/afwezigheid van terughoudendheid in benadering en interactie met onbekende volwassenen
* Familiair verbaal of fysiek gedrag
* Checkt weinig of niet bij verzorger als kind zich verwijdert
* Gaat graag mee met onbekende volwassene
B. Gedragspatroon is niet gevolg van impulsiviteit
C. Kind heeft onvoldoende adequate zorg ontvangen (minstens 1):
* Sociale verwaarlozing of deprivatie
* Terugkerende veranderingen in primaire verzorgers
* Opgroeien in omgeving die daarvoor niet geschikt is
D. Tekort aan zorg verantwoordelijk voor gedrag
E+F Voor leeftijd van 5 jaar en ontwikkelingsniveau van minstens 9 maanden
Vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis
- Gebrek aan interesse in eten
- Vermijding op grond van consistentie voedsel
- Vrees voor nadelige gevolgen van eten voedsel
- Sprake van significant gewichtsverlies en voedingsdeficiëntie
- Afhankelijkheid van orale voedingssuplementen
- Verstoring van psychociaal functioneren
Klinisch beeld vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis
- Probleemgedragingen bij baby/peuters/kleuters
* Kokhalzen, uitspugen, wegdraaien van hoofd, weglopen - Interactieproblemen
* Verminderde sensitiviteit bij ouders voor signalen van het kind
Prevalentie vermijdende/restricitieve voedselinnamestoornis
- Lichamelijke oorzaken
- Vaker bij kinderen met ernstig verstandelijke beperking, prematuur, chronische medische aandoeningen
- Kwetsbare genetische aanleg
- Bepaalde temperament kenmerken, ervaringen
- Relationele factoren
- Eetproblemen ouders
Behandeling eetstoornissen
Medische opvolging en opvoedingsondersteuning
* Duidelijkheid
* Consistentie tussen opvoeders
* Graduele opbouw
* Beloning voor goed gedrag