immature verdegigingsmechanismes Flashcards

1
Q

spitting

A

= zwart-wit
bvb: Een patiënt beschrijft een vriend die gisteren nog “de beste persoon ooit” was, maar vandaag “een vreselijke manipulator” is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

projectie

A

= Eigen gevoelens naar iemand anders projecteren.
Iemand die boos is op een collega vraagt hen beschuldigend: “Waarom ben jij zo boos op mij?”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Projectieve identificatie

A

= Het geprojecteerde internaliseren en er je naar gedragen.
bvb: Een moeder voelt zich incompetent en projecteert dit op haar kind door te zeggen: “Jij kan ook nooit iets goed doen.” Het kind gaat zich vervolgens onzeker gedragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Primitieve ontkenning / loochening

A

= “Niet waar!”
Bvb: Iemand blijft volhouden dat een geliefde die overleden is, nog leeft: “Dat kan niet waar zijn, hij komt straks gewoon thuis.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dissociatie / repressie

A

= Bepaalde bewuste gedachten, emoties, waarnemingen worden buiten het bewustzijn geplaatst en zijn tijdelijk niet meer oproepbaar.
Bvb: Na een traumatische gebeurtenis zegt iemand: “Ik herinner me niets meer van wat er gebeurde.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Acting out (enactment)

A

= gevoel of gedachte omzetten in gedrag.
Bvb: In plaats van te zeggen dat hij boos is, slaat een man de deur keihard dicht.

> Turning passive into active (Anna Freud): Passieve gevoelens omzetten in actief gedrag.
Bvb: Een kind dat zich machteloos voelt omdat het vaak wordt gepest, begint zelf anderen te pesten.

> Seksualisatie: (Interpersoonlijke) conflicten omzetten naar seksuele daden / erotisering.
Bvb: Een conflict tussen twee mensen in een relatie wordt opgelost door seksuele toenadering, zonder het conflict zelf te bespreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Omnipotente controle

A

Tiranniek gedrag vertonen om status quo te behouden.
Bvb: Een manager die zich bedreigd voelt door veranderingen binnen het bedrijf, neemt op autoritaire wijze alle beslissingen zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Somatisatie

A

: Lichamelijke uiting omdat psychische uiting nog niet mogelijk is.
Bvb: Een student die zich gestrest voelt voor een examen krijgt plotseling buikpijn, zonder medische oorzaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly