DTI Flashcards

1
Q

DTI= dynamisme interpersoonlijke therapie

A
  • doelgroep: mensen depressie klachten
  • focus interpersoonlijke: verhouding persoon tov anderen
  • focus dynamische: verhouding interne (interpersoonlijke) en externe (los van klant) realiteit op problemen
  • kortdurend: 16 sessies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

basisassumptie

A
  • individuele subjectiviteit
  • gehechtsheidrelaties
  • geïnternaliseerd onbewustzijn (zelf en anderen)
  • mentaliserend vermogen
  • depressie: maladaptieve patronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kern

A

hoofddoelstelling:
- exploreren van interpersoonlijke
- onveilige gehechtstijl
- zelf en anderen

therapeutische basisattitude:
- interpreteren en reflecteren
- actief betrokken (gevoelens, nieuwsgierig, steungevend, niet wetend, samenwerking)

kenmerken
- IPAF: interpersoonlijke actieve focus: case formulatie
- meer focus op mind dan gedrag

kernstrategieën
- focus op hier en nu
- affectregulatie
- therapeutische relatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

indicatiestelling

A
  • om te zien als DTI geschikt is voor klant
  • patient reactie op affectieve en metalliserende aanpak, vermogen reflecteren, risico om vervat te geraken in pijnlijke gevoelens, externe ondersteuning tijdens DIT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

5 strategische stappen

A
  1. identificatie van gehechtheid gerelateerde probleem
  2. samenwerken met klant
  3. verschillende technieken aanbieden
  4. reflecteren
  5. brief: conflicten voor hervalpreventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

DIT: initiële fase

A

1 a 4 sessies

doelstellingen
- opbouwen therapeuische relatie
- case formulatie
! niet enkel de wat maar ook de waarom/hoe (narratieve) !
- geschiedenis: oorsprong, verloop, interpersoonlijke context, ernst, interne en externe realiteit, risico

onderhandeling
- afgestemt aan klant maar EB
- idiosyncratisch, gecontextualiseerd, interpersoonlijk,
- IPAF model: selfrepresentatie, objectrepresentatie, affect => Verdedigingsechanisme en functie ervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

DIT: middenfase

A

doelstellingen: doorverwerken IPAF
- interpersoonlijke narratieve uiteen zetten, hoe komt IPAF tot uiting, relaties, overdracht > analyse interpersoonlijke incidenten
exploratie; relevante themas, confrontatie, clarificatie en interpretatie, betekenis achterhalen

  • werken met verdedigingsmechanismen en stategiën om deze in tegen te gaan exploreren
  • technieken gebruiken:
    >inzichtsgevende/ explorerende technieken
    >steungevende technieken
    >mentalisatie-bevorderende technieken
    >directieve technieken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

inzichtgevende techniek

A
  • confrontatie: problemen onder aandacht brengen
  • clarificatie: verhelderen
  • interpretering: verband leggen tussen IPAf en probleem

kenmerken: transparant adequaat getimed, transparant, nodigd client aan
>focus op verwarrande, vage exploreren
>non-verbale verbaiseren
> overdrachtsinterpretatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

steungevende techniek

A
  • geruststelling, steun, empathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

mentalisatie bevorderend techniek

A

focus op affect
- identificeren van affect, stilstaan worden bij gevoel
- cognitie gedachten en gedrag

stop and rewind
- identificeren breakdowns, eigen aandeel erin exploreren
- overdracht mentaliseren: menale toestand in huidige client therapie relatie achterhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

directieve techniek

A
  • aandacht voor IPAF
  • non-specifieke directieven: client aanzetten om na te denken over adaptieve vaardigheden
  • inzetten op nieuwe vaardigheden toe te passsen
  • therapieruimte= ruite om alternatieve vaardigheden uit te testen&raquo_space; generaliseren tot buitenwereld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

afrondingsfase

A

essentieel
- geeft inkijk op hoe klant reageert bij gevoelens van separatie, verlies en rouw
» klant leren hoe hij met deze moet omgaan
- goed afronden
- leren internaliseren van meerwaarde van de therapie
- gevoelens van jaloezie of nijd tov volgend klant

voorbereiden op afronden
- als sinds begin, regelmatig herinnering aan kortdurend traject
- afscheid anders bij iedereen (obv reactie op hulp, ervaring met verlies, conficten hantering, VM)
- kernstrategie: herinneren en nagaan wat afscheid betekenis voor klant
- zeker bij laatste sessies focus op afscheid
- valkuil; vraag voor verlening door klant > exploreren wat afronden voor klant betekent
- afronding ach van interpersoonlijke kader van klant

Verloop
- doelstellingen: gevoelens van afscheid exploreren, samenvatten over wat er geleerd werd

vormen van weerstand
- laatste sessies missen, niets meer te vertellen, problemen verergeren, vijandigheid, therapeut vervangen

strategiën:
- gevoelens exploreren, normaliseren van moeilijke gevoelens, therapie overzien, afscheidsbrief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vroegtijdige en verlengde afronding

A
  • obv verlies die klant ervaart: vermijding, moeite IPAF
  • obv therapeutisch proces: ontevredenheid van klant, positieve uitkomt: client vind het niet meer nodig, blijven uitstellen van klant (geen continuïteit, ritme)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

afscheidsbrief

A

rationale:
- tastbare afronding, evaluatie van behandeling&raquo_space; traditioneel object: verbinden van binnen en buiten therapie

praktijk:
- 1 a 2 pg
- doelen die bericht zijn
- verwijzing naar IPAF
- veerkracht en herinnering van resterende kwetsbaarheid

> > volgende sessie: aanpassingen, bespreken, suggesties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly