Idealisme Flashcards
Monisme
Er is maar een substantie
a. George Berkeley GB:
George Berkeley GB: er is maar één substantie: de geestelijke substantie (res cogitans) – immaterialisme
i. GB is een empirist (kennis via waarneming)
Idealisme
Monisme: Er is maar een substantie: de geestelijke, de fysische of wat anders (geen interactieprobleem, want er is er maar één)
secundaire eigenschappen
afhankelijk van de waarnemer (subjectief). BV geur, kleur en smaken
a. Kleuren zijn secundaire kwaliteiten
primaire eigenschappen
eigenschappen die bestaan onafhankelijk van de geest (objectief)
Esse est percipi
“zijn is waargenomen worden” -> iets bestaat alleen als het door iemand kan worden waargenomen
Dus bv het bier en de koelkast
i. “als iets groot is, dan is dat afhankelijk van de waarnemer, dus is het secundaire. Dit geldt voor alle eigenschappen” (denk aan mier vs olifant)
ii. Fout: Of iets groot of klein is, is afhankelijk van de waarnemer, maar de hoogte of grootte is dat niet (is objectief)
Wat vond George Berkeley van primaire eigenschappen
Volgens Berkeley zijn er geen primaire eigenschappen, en gaat dus in tegen het idee van Locke
Wie bedacht primaire eigenschappen
Locke
Wat is het probleem met idealisme?
a. GB heeft God nodig om de wereld niet te laten verdwijnen, er moet een god zijn die altijd alles waarneemt
b. Idealisme meent de geest super serieus, maar de wetenschap niet (want god)
Berkeley is een idealist. Welke van de volgende beweringen over Berkeley is juist? Volgens
Berkeley…
a. … bestaat de materiële wereld niet.
b. … nemen we slechts secundaire kwaliteiten waar.
c. … is de materiële substantie afhankelijk van de mentale substantie.
d. … bestaan dingen alleen wanneer God ze waarneemt
b. … nemen we slechts secundaire kwaliteiten waar.