college 8 Flashcards

1
Q

Daniel Dennet

A

de reden waarom het probleem zo moeilijk is, is omdat we eigenlijk niet weten wat we precies proberen te verklaren -> we hebben geen idee wat fenomenaal bewustzijn is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dennett is een illusionist

A

llusionisme: de opvatting dat (fenomenaal) bewustzijn zoals het
doorgaans wordt beschreven, illusoir is. -> bewustzijn is niet zoals het voor ons lijkt te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dit zorgt ervoor dat het moeilijke probleem een illusieprobleem wordt

A

Het komt er niet op
aan te proberen om onze ervaringen of fenomenologie of ‘qualia’ te verklaren, maar we
moeten onze illusies of misvattingen over dergelijke subjectieve ervaringen verklaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Visuele perceptie: de grote illusie

A

Kunnen we ons vergissen over onze eigen visuele ervaringen -> centrale gedachte in bewustzijnsfilosofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

René Descartes:

A

was gemotiveerd om vanuit de twijfel te vertrekken in zijn denken, precies omdat hij wist dat onze zintuigen ons vaak kunnen bedriegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Perceptuele illusies

A

iets is niet zoals het lijkt (vb: Müller-Lyer illusie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Tactiele illusie

A

vb. rubberen hand illusie -> de proefpersoon rapporteert dat ze de penseelstreek voelden op de plek van de rubberen hand -> vaak wijst deze persoon ook naar de rubberen hand als zijn hand

In beide van deze gevallen wordt een object op een bepaalde manier ervaren, maar is eigenlijk anders

We kunnen ons op eenzelfde manier vergissen over ons bewustzijn: het kan lijken alsof
bewustzijn bepaalde kenmerken heeft die het eigenlijk niet heeft

Dit is precies de claim van illusionisten zoals Dennett over het bewustzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3 aannames uit de wetenschap van visuele perceptie

A

Visuele ervaringen zijn rijk en gedetailleerd
Kijk even rond:

Je krijgt waarschijnlijk de indruk dat je een gedetailleerd beeld van de wereld rondom je hebt.

Je hebt het gevoel dat je visuele ervaring rijk is: je ziet kleuren, vormen, beweging,
details, etc.

Je hebt waarschijnlijk het gevoel een relatief goed inzicht te hebben in hoe deze
kamer eruitziet

Op elk moment is er inhoud die zich binnen ons bewustzijn bevindt, terwijl de rest
onbewust blijft

Je hebt een duidelijk beeld van welke visuele inhoud zich in je bewustzijn bevindt.

Er zijn evenzeer inhouden die zich niet in je bewustzijn bevinden: dingen die geen
deel uitmaken van je ‘stroom van bewustzijn’.

Met andere woorden: je kan steeds duidelijk zeggen wat de bewuste inhoud van je
visuele ervaring is.

Zien betekent mentale beelden hebben: de wereld wordt gerepresenteerd in ons hoofd
“Zien” voelt als het creëren van mentale beelden: afbeeldingen of representaties in ons hoofd.

Bij het rondkijken in deze ruimte kreeg je misschien wel het gevoel dat je een
mentale representatie van deze ruimte en haar inhoud opbouwde.

Sluit nu je ogen: kan je de ruimte hier nog voor de geest halen? Het voelt alsof je terugkeert naar de afbeelding die je eerder maakte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De intuïtie die volgt:

A

Visuele perceptie is het proces waarin we, in ons hoofd, een gedetailleerde en rijke representatie construeren van het object van onze perceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De grote illusie:

A

Visuele perceptie lijkt in te houden dat we rijke en gedetailleerde representaties of beelden aanmaken in ons hoofd, maar dat is slechts een illusie.

Dit houdt niet per se in dat we fout zijn over wat we zien, maar over hoe we zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het homunculus probleem

A

Als “zien” inhoudt dat we mentale beelden construeren in ons hoofd, dan moet een ander systeem in
ons brein die mentale afbeelding “zien”. Maar op die manier kunnen we oneindig doorgaan, met
systemen die mentale beelden moeten zien die door voorgaande systemen zijn opgebouwd

 Is er een subsysteem in het brein dat deze informatie verwerkt nadat ze wordt doorgegeven door het visuele systeem? → Wie kijkt er naar de afbeelding in ons hoofd? (een geest-in-de-geest?)

 Een ‘homunculus’ of kleine persoon
 Dit is een argument tegen het “beelden-in-het-hoofd” idee
 Het homunculus probleem is gerelateerd aan een hardnekkige metafoor die samenhangt met de beelden-in-het-hoofd interpretatie van perceptie: bewustzijn
als theater.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Daniel Dennet

A

Het homunculus probleem is gerelateerd aan een hardnekkige metafoor die samenhangt met de beeldenin-het-hoofd interpretatie van perceptie: bewustzijn als theater.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Theater van de geest:

A

Het idee dat er een plek in het brein of de geest is waar bewustzijn gebeurt: een soort theater waar alles wat op het toneel verschijnt, bewust wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De incompleetheid of “gappiness” van visuele perceptie

A

We hebben misschien wel het gevoel dat onze visuele perceptie rijk, gedetailleerd, en compleet is,
maar eigenlijk zijn er veel gaten in onze visuele ervaring:
1) We weten niet altijd precies wat we zien
Vb: weet je nog hoe Marilyn Diptych van Andy eruitzag?
Je kan voor deze oefening niet zomaar rekenen op het “schilderij-in-jehoofd”

Er zit namelijk niet zo’n gedetailleerde afbeelding van dit werk in je hoofd

 Het zou trouwens computationeel veel te veel energie vergen om
perfecte representaties hiervan in ons brein aan te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

We vullen veel in: amodale perceptie

A

Amodale voltooiing: je (brein) vult automatisch zelf ontbrekende
visuele informatie aan
-> via visuele perceptie zelf krijgen we niet alle info, maar we merken
het amper: het lijkt compleet
 We zien objecten zelden helemaal en toch lijkt onze visuele
ervaring van deze objecten compleet.
 In amodale perceptie wordt een informatiekloof niet heel erg
precies of realistisch ingevuld! Het brein gist, op basis van geheugen en “het
gemiddelde gezicht”. (bijvoorbeeld bij mensen met een mondmasker vul je zelf aan
hoe de rest van het gezicht eruit ziet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

We zien nooit alles: de blinde vlek

A

Blinde vlek: De plek in je visuele veld die correspondeert met de plek op het netvlies zonder
lichtgevoelige cellen.
Als een object zich binnen deze blinde vlek bevindt, is het niet zichtbaar -> Meestal merken
we dit niet op, omdat:
 De blinde vlek in onze beide ogen op een andere plek zit in ons visuele veld, dus
het ene oog kan compenseren voor de blinde vlek van het andere.
 Amodale voltooiing: op basis van contextuele informatie vult ons brein de blinde
vlek in

17
Q

Het fenomeen van veranderingsblindheid

A

Het laatste probleem voor het “beelden-in-het-hoofd” idee van visuele perceptie is
veranderingsblindheid.
Al hebben we het gevoel dat we een rijk en gedetailleerd beeld in ons hoofd hebben, blijkt vaak dat
we niet echt weten wat zich precies voor ons bevindt: we merken vaak de veranderingen niet op in
scenes die we waarnemen.
In de jaren 80 ontdekten onderzoekers dat veranderingen in scenes doorgaans niet worden
opgemerkt als ze gebeuren tijdens saccades (oogsprongen) of tijdens het knipperen.
-> Omdat het visuele systeem de verandering niet kan oppikken tijdens saccades, steunt het visuele
systeem eerder op geheugen (in plaats van het opsporen van beweging) om de verandering te
vinden

18
Q

De grote illusie aanpakken

A

We hebben gezien dat visuele perceptie niet bestaat uit het opbouwen van rijke, gedetailleerde, en complete “beelden-in-ons-hoofd”, zelfs al lijkt dat zo. Van alle dingen die we zien, lijkt er ook maar
weinig bewaard.