Hst 6: Overige schadeoorzaken, preventieaspecten en schadeomvang Flashcards

1
Q

Wat zijn naast brand en inbraak veelvoorkomende schadeoorzaken?

A
  • ontploffing
  • blikseminslag
  • broei
  • stormschade
  • waterschade
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is volgens de clausule van het Verbond van Verzekeraars ontploffing?

A

Gehele of gedeeltelijke vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke verdeling is er gemaakt binnen ontploffing?

A
  • vatontploffing

- reactieontploffing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is implosie?

A

Implosie is geen ontploffing. Implosie ontstaat door onderdruk, als de druk in een vat lager is dan de druk erbuiten en het vat inklapt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is implosie verzekerd op de brandpolis?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef een voorbeeld van implosie?

A

inklappen van een tank (stoomketel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de kenmerken van een vatontploffing?

A

de druk in een, al dan niet gesloten, vat is zo hoog dat de wand openscheurt. Dit kan veroorzaakt worden doo de oplopende druk van de aanwezige gassen of dampen of door de afnemende kwaliteit van de vatwand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kan een vatontploffing ook plaatsvinden in leidingen?

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de kenmerken van een reactieontploffing?

A

is het gevolg van een chemische reactie die ontstaat als een mengsel van brandbaar gas en lucht tot ontsteking worden gebracht waardoor het plotseling verbrandt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer is een mengsel van brandbaar gas en lucht alleen maar explosief?

A

als de ontstekingsbron sterk genoeg is en

er een explosief mengsel aanwezig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

1) Wat houdt het begrip explosief mengsel in en 2) wat gebeurt er bij een te lage hoeveelheid?

A

1) er moet genoeg brandstof aanwezig zijn om een explosie te veroorzaken.
2) Dan spreekt men van een onderexplosiegrens en zal er geen plotselinge verbranding mogelijk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er bij een bovenexplosiegrens?

A

niets, in dat geval is er te veel gassen en te weinig zuurstof voor een plotselinge verbranding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk gas is zwaarder dan lucht?

A

butaangas (onderexplosiegrens 1,8% en bovenexplosiegrens 9%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk gas is lichter dan lucht?

A

acetyleen (onderexplosiegrens 3% en bovenexplosiegrens 80%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe heet document waarin de verplichte informatie staat over de aanwezige vluchtige stoffen die zijn opgeslagen bij een bedrijf?

A

safety datasheet of veiligheidsinformatieblad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe ontstaat een stofexplosie?

A

door fijne stofdeeltjes met voldoende ontstekingsenergie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Noem de mengsels waarbij stofexplosies kan ontstaan?

A
  • graanstof
  • meelstof
  • houtstof
  • suikerstof
  • cacaostof
  • poederstof
  • bepaalde plastic- en metaalpoedersoorten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Geef voorbeelden van bedrijven met de kans op stofexplosie.

A
  • melkpoederfabrieken
  • houtbewerkingsbedrijven
  • houtvezelproducenten
  • graanmalerijen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe wordt de explosiviteit van stof bepaald?

A
  • de stofdichtheid
  • de grootte van de deeltjes
  • de brandbaarheid - de glimtemperatuur - van de stof
  • het vochtgehalte van zowel de lucht als van de stof zelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de glimtemperatuur van meel?

A

rond de 250 graden Celsius (vergelijkbaar met een brandende gloeilamp of een lager van een motor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn inerte gassen?

A

gassen die geen verbinding aangaan met andere stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Noem vier manieren om ontploffing te voorkomen.

A

1) verlaging van de zuurstofconcentratie
2) vermijden van de vorming van explosieve gasmengsels door voorkoming gaslekkages.
3) doeltreffend afzuigen en filteren of regelmatig verwijderen van stofophopingen (good housekeeping)
4) uitschakelen van de ontstekingsbronnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe kan je de zuurstofconcentratie verminderen?

A
  • toevoegen van inerte gassen

- met behulp van een vacuumpomp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Geef voorbeelden van inerte gassen.

A
  • verbrandinggassen (CO2)
  • stikstof (N2)
  • stoom
  • edelgassen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Hoe kan je ontstekingsbronnen uitschakelen?

A
  • voorkomen van open vuur
  • het vermijden van statistische elektriciteit door goede aarding
  • het vermijden van vonkvorming door gebruik van speciale gereedschappen
  • het vermijden van elektrische vonken door toepassing van explosieveilige motoren, lichtarmaturen en dergelijke.
  • het voorkomen van ontstekingsbronnen door goed onderhoud, bijvoorbeeld op lagers en andere bewegende delen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Voor welke bedrijven geldt de ATEX richtlijn?

A

alle ondernemingen en locaties waar explosiegevaar bestaat door gebruik van brandbare stoffen.

27
Q

Waar staat de afkorting ATEX voor?

A

ATmosphere EXplosives

28
Q

In welk jaar is de ATEX-richtlijn ontworpen?

A

1994

29
Q

Waarom is de ATEX-richtlijn ontworpen?

A

om de kans op explosies of ontploffing door fijn verdeelde brandbare stoffen in de atmosfeer te beperken.

30
Q

Welke richtlijnen worden er in de ATEX95 omschreven?

A

voor fabrikanten van apparaten en veiligheidssystemen die gebruikt worden op plaatsen waar explosierisico’s aanwezig zijn. Alle apparatuur die wordt verkocht moet beschikken over een CE-certificering volgens deze richtlijn.

31
Q

Welke richtlijnen worden er in de ATEX137 omschreven?

A

stelt minimumvoorschriften aan de arbeidsomstandigheden om de werknemers te beschermen tegen explosiegevaar. Werkgevers zijn verplicht om:

  • risicoanalyses uit te voeren
  • zones in te delen op explosiegevaar
  • maatregelen te nemen om de risico’s op explosiegevaar te beperken
  • een explosieveiligheidsdocument samen te stellen waarin het voorgaande is vastgelegd.
32
Q

Noem operationele ontstekingsbronnen?

A
  • hete oppervlakten
  • open vuur
  • hete gassen
  • mechanische vonken
  • elektrische apparatuur
  • statische elektriciteit
  • exotherme chemische reacties
33
Q

Wat is een exotherme chemische reactie?

A

Een reactie waarbij energie vrijkomt in de vorm van warmte.

34
Q

Wat is bliksem?

A

Bliksem is het ontstaan van elektrische ladingen in een wolk, tussen wolken onderling of tussen een wolk en de aarde. Die statische elektrische ladingen in wolken ontstaan door de wrijving met andere wolken. De spanningsverschillen kunnen zo groot zijn dat de elektrische lading spontaan overslaat. De vonken vormen een bliksemflits.

35
Q

Wat is een spanningstrechter?

A

Het gebied met hoge spanning rond de plaats van inslag. Hierdoor kan overspanning ontstaan.

36
Q

Wat is inductie?

A

De overspanning die ontstaat door de zeer hoge spanningen in de atmosfeer.

37
Q

Op basis van welke norm en welke bedrijven kunnen een beveiligingsplan laten opstellen voor vaststelling van het schaderisico door blikseminslag.

A
  • EN-EN 62305 (vh 1014).

- Uneto-erkende bliksembeveiligingsbedrijven.

38
Q

Wat is een potentiaalvereffening?

A

wegnemen van mogelijke gevaarlijke spanningsveschillen binnen een gebouw of tussen gebouwen. Dit gebeurt door alle geleidende materialen en leidingen met elkaar te verbinden en op één zogenoemde potentiaalvereffeningsrail te brengen.
Leidingen zijn bijvoorbeeld cv-leidingen, waterleidingen,, metalen kabelgoten, 19 inch rekken en patchkasten.

39
Q

Wat zijn overspanningsafleiders?

A

Overspanningsafleiders zorgen ervoor dat te grote spanningen en stromen in de bekabeling naar de aarde worden afgeleid.

40
Q

Wat is broei?

A

een natuurlijk proces waarbij in een hoeveelheid opgeslagen organisch materiaal de temperatuur stijgt. Dit proces kan tot zelfontbranding leiden.

41
Q

Wat is oxidatie?

A

langzame verbranding van de koolstof uit het materiaal met de luchtzuurstof.

42
Q

Hoe herken je broei en het begin van zelfontbranding?

A
  • een verhoogde temperatuur
  • een verhoogde koolzuurgehalte
  • een verhoogd koolmonoxidegehalte
  • waterdamp
  • rookontwikkeling
  • geur
43
Q

Noem de preventiemaatregelen om broei te voorkomen?

A
  • regelmatige temperatuurmetingen
  • koolzuur (CO2)-meting
  • rookdetectie
  • broeigeur
44
Q

Bij welke broeitemperatuur dient er actie te worden genomen?

A

hoger dan 55 graden celsius

45
Q

Waardoor ontstaan stormschade vooral?

A
  • achterstallig onderhoud van gebouwen
  • ontwerpfouten
  • verkeerd uitgevoerde bouwtechnische werkzaamheden
46
Q

Hoe kan stormschade worden voorkomen?

A
  • regelmatige inspecties van het pand op onregelmatigheden: zoals losse dakbedekking, verrot houtwerk, scheuren en barsten in wanden en muren, verzakkingen, gaten is asbesthoudende beplating.
47
Q

Waar dienen waterspuwers of noodoverstorters voor?

A

Deze zijn opgenomen in de dakopstand of hemelwaterafvoeren en zorgen dat ophopend water wordt afgevoerd langs de gevel.

48
Q

Wat bleken de oorzaken te zijn van instorten van daken?

A
  • onvoldoende onderhoud
  • niet doorgerekende constructiewijzigingen
  • ontwerp- en uitvoeringsfouten tijdens de bouw
  • openbare infrastructuur
49
Q

Wat zijn oorzaken van leidingschades?

A
  • verzakkingen
  • damp
  • dichtingen, zoals tussen muren en leidingen
  • het optreden van druk in binnenleidingen
  • het verstopt raken van filters
  • het optreden van corrosie aan de binnen- of de buitenkant van leidingen.
  • ## het springen van watervoerende leidingen, bijvoorbeeld professionele koffiemachines of afwasmachines.
50
Q

Hoe kan schade door bevriezing aan leiding bij procesapparatuur worden voorkomen?

A

aanbrengen van speciale meet- en regelapparatuur die bij bepaalde waterniveau signaleren afgeeft.

51
Q

Noem preventiemaatregelen tegen waterschade?

A
  • een regelmatige inspectie van de apparatuur in het pand.
  • inspectie van het pand zelf.
  • inspectie van gemonteerde apparatuur en leidingen.
  • het uitvoeren van het gewone onderhoud van zowel het pand als de apparatuur met de daarbij behorende leidingen.
  • aanbrengen van watersignaleringsdetectoren.
  • aanbrengen van doorstroombegrenzers (waterstop).
52
Q

Wat valt onder groot molest?

A
  • gewapend conflict
  • burgeroorloog
  • opstand
  • binnenlandse onlusten
  • oproer
  • muiterij
53
Q

Wat wordt volgens de wet verstaan onder Gewapend conflict?

A

Elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar of althans de een de ander, gebruik makend van militaire machtsmiddelen, bestrijden. Bijvoorbeeld gewapend optreden van een vredesmacht der verenigde naties.

54
Q

Wat wordt volgens de wet verstaan onder Burgeroorlog?

A

een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van eenzelfde staat, waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is.

55
Q

Wat is volgens de wet een Opstand?

A

georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbaar gezag.

56
Q

Wat zijn volgens de wet Binnenlandse onlusten?

A

min of meer georganiseerd gewelddadige handelingen, op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat.

57
Q

Wat is volgens de wet Oproer?

A

een min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag.

58
Q

Wat is volgens de wet Muiterij?

A

een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van enige gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.

59
Q

Wat valt onder klein molest?

A
  • terrorisme
  • sabotage
  • vordering
  • werkstaking, lockout
  • modelactie
  • rellen, relletjes en opstootjes
60
Q

Wat is de definitie van Maximum Possible Loss volgens CEA?

A

MPL is de maximale schade die kan ontstaan in de uitzonderlijke situatie dat de meest ongunstige omstandigheden min of meer gecombineerd optreden en als gevolg daarvan de brand niet of onvoldoende bestreden kan worden. De brand stopt daarom uitsluitend door gebrek aan brandbare materialen of dor een perfecte brandscheiding.

61
Q

Welke grenswaarde houdt de bouwregelgeving aan voor een zeer lage vuurbelasting?

A

minder dan een equivalent van 8 kg vurenhout per m2 oftewel 152 MJ/m2. Bij zo’n lage vuurbelasting dooft een eenmaal ontstane brandje uit zichzelf.

62
Q

Wat wordt bij de vaststelling van het MPL buiten beschouwing gelaten?

A

preventieve beveiligingsinstallaties, zoals sprinklerinstallaties.

63
Q

Wat is de definitie van Estimated maximum Loss volgens CEA (Comite Europeen des Assurances.

A

EML is de waarschijnlijke omvang van de schade in geval van een brand onder normale omstandigheden, in relatie tot de aard van de activiteiten, bestemming van de gebouwen, preventieve voorzieningen en repressieve maatregelen. Uitzonderlijke omstandigheden (toevallig of buitengewoon) die het risico kunnen beïnvloeden, worden hierbij buien beschouwing gelaten.

64
Q

Wat is Solvency II?

A

de eis van Europa dat financiële instellingen ruimschoots aan hun financiële verplichting kunnen voldoen, dus solvabel zijn.