Hst 4: Brandschadepreventie Flashcards

1
Q

Wat wordt verstaan onder brandschadepreventie?

A

Alle maatregelen die bedoeld zijn om schade door brand te voorkomen of te beperken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voor wie en wat is brand een risico?

A

voor mens en goederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke risico’s zijn voor de brandweer van belang bij de beoordeling van brand?

A

de mogelijke persoonlijke risico’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem de 3 onderdelen die voor de beoordeling van het brandrisico door de brandweer naar voren komen?

A
  • of voorkomen kan worden dat bij brand slachtoffers vallen
  • of het brandende pand ontruimd kan worden
  • of voorkomen kan woden dat de brand kan overslaan naar naastgelegen panden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarop is het advies van de brandweer NIET gericht?

A

Om brandschade te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar kijkt een risicodeskundige naar bij het beoordelng van het brandrisico?

A

materiele zaken en zijn advies is gericht op het voorkomen van brandschade.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een risicodeskundige?

A

Een risicodeskundige is deskundig op het gebied van risicobeoordeling en brandschadepreventie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de rol van de riscodeskundige?

A

De risicodeskundige signaleert situaties met een verhoogd brandrisico en adviseert preventiemaatregelen te laten treffen om de kans op brandschade te beperken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe legt de risicodeskundige zijn bevindingen vast?

A

In een inspectierapport.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom zou een samenwerking tussen brandweer en verzekeraars goed zijn?

A
  • brandveiligheid kan worden verbeterd

- meer statistische informatie over brandschadeoorzaken, materiele schade en persoonsschade beschikbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke preventiemaatregelen zijn niet verplicht om uit te voeren?

A

aanbevelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn organisatorische aanbevelingen?

A

die gaan over de gedragingen van het personeel en de werkgever.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is belangrijk als de ondernemer de organisatorische aanbevelingen in de praktijk wil brengen?

A

actief bedrijfsbeleid met intensieve externe begeleiding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom is externe begeleiding om organisatorische aanbevelingen in de praktijk te brengen?

A

omdat directie en personeel een bedrijfsblindheid hebben ontwikkeld voor risico’s die zij nemen en lopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is nodig bij gedragsverandering?

A

Bewustwording

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem de belangrijkste organisatorische aandachtspunten? Er zijn er 11.

A
  • orde en netheid
  • rookgedrag
  • brandbare buitenopslag
  • werken met open vuur
  • elektrische installaties
  • omgeving acculaders
  • vrijhouden van blusmateriaal en verdeelkasten
  • bescherming palletstellingen
  • afsluiting brand- en rookwerende deuren
  • overleg bedrijfsbrandweer met gemeentelijke brandweer
  • bereikbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Noem negatieve voorbeelden op het gebied van orde en netheid.

A
  • slordig gestapelde pallets
  • rondslingerend afval
  • overvolle afvalcontaines
  • uitpuilende kartonnen dozen met afval
  • containers met ondefinieerbare vloeistoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het gevaar bij onherkenbare vloeistoffen in containers?

A

het gaat hier vaak om schoonmaak-, verdunnings of ontvettingsmiddelen, zoals thinner n benzine. Deze middelen hebben een laag vlampunt. Bij een kapotte container kan een plas ontstaan met vluchtige stofen. De kans op brand of ontploffing is dan groot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waar moeten vluchtige stofen, zoals bij ontvettersmiddelen, worden opgeslagen volgens de PGS-richtlijnen?

A

in veiligheidskannen. Bij grote hoeveelheden in een brandwerende kast met een opvangbak of speciale brandwerende vloeistofbergingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de juiste preventieve aanbeveling bij smeermiddelen?

A

De vaten moet een lekopvang hebben en de kranen moeten van metaal zijn om kapot stoten te voorkomen. Met olie vervuilde poetsdoeken moeten worden opgeslagen in stalen afsluitbare containers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is het risico bij met olie vervuilde poetsdoeken?

A

broei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waarom moet nog steeds rekening worden gehouden met het verhoogde brandrisico bij restaurants ondanks het rookverbod.

A

Op de terrassen mag nog wel worden gerookt en die asbakken worden gelegd in de spoelkeukens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waar worden vaak peuken gevonden in een bedrijfsgebouw?

A
  • trappenhuizen
  • servicesruimtes
  • goederenontvangst
  • expeditieruimtes.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is het risico van het tegen de buitengevel opslaan van brandbare zaken?

A

brandstichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke clausule nemen verzekeraars op als zij het risico van brand in buitenopslag niet of slechts beperkt willen verzekeren?

A

de clausule Buitenopslag. In deze clausule staat dat de verzekeraar niet of gedeeltelijk betaald als brandbare zaken zich binnen 10 meter van de gevel bevinden en er causaal verband is tussen de brand en de opslag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat hebben verzekeraars bedacht om het brandrisico door Werken met open vuur te verminderen?

A

Zij hebben werkregels opgesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Noem wat werkregels voor de uitvoerder bij het werken met open vuur?

A
  • brandbaar materiaal verwijderen in de nabijheid van de werkplek
  • werkvaardige blusmiddelen paraat hebben
  • telefoonnummer en telefoon bij de hand hebben als wordt begonnen aan de herstelwerkzaamheden
  • een halfuur na beeindiging van het werk controleren of er smeulende verschijnselen zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Noem werkzaamheden die worden uitgevoerd met open vlam van een las- of gasbrander.

A
  • lassen, snijden, dakdekken, verfafbranden, solderen, ontdooien.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Welke normen zijn vastgelegd op het gebied van de elektrische installatie?

A

NEN3140.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat zijn de aandachtspunten bij acculaders?

A

het opladen van zwaar transportmateriaal gaat gepaard met flinke stroomsterkten. Bij storing kan brand ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat zijn de brandpreventieve maatregelen bij acculaders?

A

In een straal van 2 meter rond de acculader mag geen brandbaar materiaal staan.
Voldoende afzuiging en explosievrije verlichting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat is de reden voor voldoende afzuiging en explosievrije verlichting in de omgeving van acculaders?

A

bij veel type acculaders komt zeer brandbare waterstofgas vrij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is de belangrijkste reden voor het vrijhouden van verdeelkasten?

A

Deze kunnen in brand raken als er tegenaan gereden wordt met bijvoorbeeld heftrucks. Advies is om deze ruimte niet als opslagruimte te gebruiken. Als dit niet mogelijk is, dan is het aan te bevelen om een stalen beschermingsconstructie er om heen te bouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat is het belangrijkste bij de plaats van blusmiddelen?

A

dat de blusmiddelen goed zichtbaar zijn en op een bereikbare plaats hangen. Dus niets er tegenaan plaatsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Welke controle moet worden gedaan als staanders van palletstellingen vaak worden geraakt en wat kan als preventiemaatregel worden gedaan om dit te voorkomen?

A

een regelmatige controle van de staanders en bekijken welke het meest worden geraakt en die te voorzien van een aanrijbeveiliging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat gebeurt in de praktijk vaak waardoor de afsluiting van de brand- en rookwerende deuren bij een brand niet goed werkt en wat kan worden gedaan om dit voorkomen?

A
  • het plaatsen van zaken voor of tegen de deur
  • technisch defect of beschadiging doo aanrijding.
    Een regelmatige controle is van belang.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat is een handige manier om deuren zelfsluitend te maken bij brand.

A

Deurmelder met kleefmagneet die gekoppeld is aan de brandmeldinstallatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat zijn de voordelen van een bedrijfsbrandweer?

A
  • weet waar belangrijke afsluiters en regelapparatuur hangen
  • weet welke brandgevaarlijke stoffen zich in en om het gebouw bevinden
  • kan brandgevaarlijke situaties in het gebouw onderkennen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Wat is een belangrijke rol van de bedrijfsbrandweer?

A
  • opstellen calamiteitenplannen
  • aanvalsplannen
  • oefenen daarmee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Welke middelen heeft de bedrijfsbrandweer over het algemeen tot zijn beschikking?

A
  • motorspuit
  • pompinstallatie met brandkranen.
  • voldoende bluswater (eis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Waarvan is het karakter van preventiemaatregelen sterk afhankelijk?

A

Soort onderneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Wat speelt voor de beoordeling van het brandrisico bij indusriele risico’s een rol?

A

type industrie, procesverwarming, onderhoudprocedures

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wat speelt voor de beoordeling van het brandrisico bij houtverwerkende bedrijven een rol?

A

de wijze van afzuiging van het houtafval (mot)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Wat speelt voor de beoordeling van het brandrisico bij autoschadebedrijven een rol?

A

de inrichting van de spuitafdeling en hoe personeel omgaat met afval (vluchtige stoffen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Wat speelt voor de beoordeling van het brandrisico bij verffabrieken een rol?

A

de aard en de verwerking van de grondstoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Wat wordt wel eens gebruikt om het brandrisico te beoordelen bij winkelcentra, horeca, wooncomplexen, gezond- en zorginstellingen en openbare gebouwen?

A

een checklist

47
Q

Welke 3 schadepreventie voorzieningen dient een klant voor het sluiten van een brandverzekering te treffen?

A

procestechnische-, bouwkundige-, brandbeveiligingsvoorzieningen

48
Q

Wat zijn procestechnische voorzieningen?

A

die voorzieningen zorgen ervoor dat de manier waarop de werkzaamheden die worden uitgevoerd brandveiliger is.

49
Q

Geef voorbeelden van procestechnische voorzieningen.

A

afzuigng, explosieveilige installaties en automatische afvalsystemen.

50
Q

Welke werkzaamheden kunnen het beste worden uitgevoerd in een spuitcabine of in een brandwerende ruime en welk risico wordt daarbij verminderd?

A

werkzaamheden met licht ontvlambare stoffen. Daarmee vermindert de kans op brandoverslag

51
Q

Wat is een retourluchtleiding en waarom moet deze leiding worden voorzien van brandkleppen.

A

De leiding voert het afgezogen lucht weer terug in het gebouw. Om bij brand te voorkomen, dat een brand in de afzuiginstallate of container niet eenvoudig kan overslaan naar het gebouw via die leiding.

52
Q

Wat moet qua tijd de brandwerendheid zijn van vloeren, muren/wanden, deuren, plafonds en daken ivm brandcompartimentering?

A

minimaal 60 min

53
Q

Wat is een preventiemaatregel tegen brandoverslag bij luchttoevoeren en deuropeningen?

A

brandkleppen

54
Q

Tot welke hoeveelheid voorraad aan verf en licht ontvlambare stoffen kan een bedrijf zich het beste beperken?

A

tot een dagvoorraad. De hoofdvoorraad opslaan in een daarvoor geschikte ruimte, die brandwerend is afgeschermd (60 min).

55
Q

Waarom moeten dekvloeren van onbrandbare materiale en naadloos zijn?

A

Vonkvorming te voorkomen.

56
Q

Wat is een preventiemaatregel tegen brandoverslag bij vluchtige dampen?

A

dampafzuiging

de ruimte moet geventileerd zijn.

57
Q

Waarom moet de ventilatiestroom bij vluchtige dampen lopen van hoog naar laag.

A

omdat de damp meestal zwaarder is dan lucht.

58
Q

Wat is belangrijk bij een explosieve omgeving?

A

Dat de elektrische installatie explosieveilig is.

59
Q

Wat is brandtechnisch de veiligste lokaalverwarming voor een bedrijf?

A

op warm water of lagedrukstoom, gesloten elektrische elementen of heteluchtverwarming.

60
Q

Hoeveel blusmiddelen dient er minimaal aanwezig te zijn in het kader van brandoverslagpreventie?

A

min 6 kg blusstof per 200 m2 vloeroppervlak met minimum van drie blusapparaten.

61
Q

Wat zijn bouwtechnische voorzieningen?

A

voorzieningen die betrekking hebben op de constructie van een gebouw.

62
Q

Geef voorbeelden van bouwtechnische voorzieningen.

A

brandwanden, brandcompartimenten, rook- en warmteafvoersysteem.

63
Q

Wat is een brandwand?

A

Een brandwand is een scheidingswand, inclusief aansluitende dak- en wandconstructies met een hoge weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag.

64
Q

Hoelang moet een brandwand voor verzekeraars bescherming bieden tegen branddoorslag en brandoverslag?

A

4 uur.

65
Q

Noem onbrandbare of brandvertragende bouwmaterialen?

A

massieve baksteen, kalkzandsteen, of (cellen)beton in de vorm van stenen, blokken of platen met een dikte van 20 cm.

66
Q

Hoe bereik je de beste weerstand tegen brand in een brandwand?

A
  • onbrandbare of brandvertragende materialen
  • geen stalen balken aan de wand bevestigen
  • wand vanaf de fundering door het dak trekken tot min 70 cm boven het dak.
  • aan de zijgevel de wand 30 cm naar buiten door metselen of de gevels aan beide kanten van de brandwand over min 5 meter beschermd (onbrandbaar en minstens 90 min brandwerend) uit te voeren.
  • openingen in de brandwand aan beide zijde voorzien van automatisch sluitende branddeuren. Iedere opening is een verzwakking.
67
Q

Wat is brandweerstand van de wandconstructie in de meeste nieuwbouw?

A

de wanden vertragen een brand 30 of 60 min.

68
Q

Waarom stellen verzekeraars hogeren eisen dan het bouwbesluit op het gebied van brandwandconstructies?

A

Omdat verzekeraars de materiele schade willen voorkomen en beperken en voorzieningen om beschadiging te voorkomen door instortende gebouwdelen ontbreken.

69
Q

Hoe kan je zorgen, dat brandwanden niet beschadigd raken door instorende gebouwen?

A

dmv smeltankers.

70
Q

Wat zijn smeltankers?

A

dit zijn plastic plaatjes die zijn vastgemaakt aan de staalconstructie aan beide kanten van de brandwand. Bij een brand smelt het plaatje aan de kant van de brand, waardoor de constructie niet wordt meegetrokken als de staalconstructie instort.

71
Q

Waarom is de schadebeperkende waarde van RWA beperkt voor verzekeraars?

A

omdat de brandweer steeds vaker als geen personen meer in het gebouw aanwezig zijn, de brand gecontroleerd laten uitbranden en niet snel zal overgaan tot een binnenaanval.

72
Q

Hoe werkt een rook- en warmteafvoersysteem?

A

een hulpmiddel om rook en hitte af te voeren door speciaal ontworpen luiken in het dak die met rookdetectieapp automatisch worden geopend. De rookschoten langs de plafonds zorgen ervoor dat de rook zich niet verplaatst naar brandvrije ruimten.

73
Q

Wat zijn voordelen van een RWA (rook- en warmteafvoerssteem?

A
  • de onderste deel van de ruimte blijft langer rookvrij
  • veilige vluchtweg
  • brandweer houdt vrij zicht op de vuurhaard
  • temperatuur blijft binnen aanvaardbare waarden waardoor staalconstructie minder snel verweekt.
  • kans op flashover is kleiner
74
Q

Wat is de kritieke grens (temperatuur) van datadragers?

A

50 graden celsius

75
Q

Wat zijn datasafes?

A

Safes die digitale datadragers tegen brand beschermd.

76
Q

Welk percentage aan relatieve vochtigheid mag de ruimte waarin de datasafe zich bevindt niet overscheiden?

A

85%. De safe is vaak voorzien van vochtdichte afsluiting.

77
Q

Welke twee certificeringen voor datasafes zijn er?

A

S60DIS: een uur hittebestendigheid
S120DIS: twee uur hittebestendigheid

78
Q

Tegen welke omgevingstemperatuur moet een gecertificeerde datasafe bestand zijn?

A

1090 graden celsius

79
Q

Waarom blijft het van belang om een kopie van de belangrijke datagegevens buiten het gebouw te bewaren?

A

omdat ondanks de safe niet altijd een brand binnen 1 of 2 uur geblust is.

80
Q

Wat zijn brandbeveiligingsvoorzieningen?

A

voorzieningen die ervoor zorgen dat een brand zo snel mogelijk wordt opgemerkt en geblust.

81
Q

Welke drie categorieen binnen de brandbeveiligingsvoorziening zijn er?

A

1) handbediende brandblusvoorzieningen
2) automatische brandmeldinstallaties
3) automatische brandmeld- en blussysteem: de sprinklerinstallatie.

82
Q

Noem twee voorbeelden van handbediende brandblusvoorzieningen.

A

brandslanghaspels en handblusapparaten.

83
Q

Wat zijn brandslanghaspels?

A

vaste, aan de wand geinstalleerde haspels met een afwikkelbare brandslang, aangesloten op het waterleidingnet.

84
Q

Wat is de beste plaats voor een brandslanghaspel in een gebouw?

A

bij de toegangsdeur van de ruimte. Voorwaarde: vorstvrije ruimte.

85
Q

Welke twee uitvoeringen brandslanghaspels zijn er?

A

1) haspels 30 m, inwendig doorsnede van 1 inch (25,4 m) geschikt voor productie- en opslaggebouwen.
2) haspels 20 m inwendige doorsnede van 3/4 inch (20mm), geschikt voor gebouwen met een lage vuurbelasting zoals kantoorgebouwen.

86
Q

Wat zijn handblusapparaten?

A

draagbare losse cilindrische blusapparatuen met eigen blusinhoud. Inhoud doorgaans 1 tot 12 kg. Geschikt voor beginnende brand en binnen ongeveer 10 sec leeg.

87
Q

Welk blusmiddel kan in een handblusapparaat zitten?

A

bluspoeder, koolzuur (CO2), schuim, water

88
Q

Welke inhoud heeft een mobiele bluskraan?

A

50 kg

89
Q

Wat is een aspiratiesysteem (snuffelsysteem)?

A

Een automatische brandmeldinstallatie die voortdurend lucht uit de ruimte afzuigt om op (beginnende) brand te analyseren.

90
Q

Voor wat voor soort gebouwen/bedrijven is een aspiratiesysteem geschikt?

A

vries- en koelhuizen, goedgeventileerde computerruimtes en stoffige ruimtes.

91
Q

Op welke signaleren kan een automatische brandmeldinstallatie afgaan?

A
rook, temperatuur en vlammen.
opwarming detectiekabels (veel in parkeergarages)
92
Q

Wat stuurt een automatische alarmmeldinstallatie naast de melding aan een alarmcentrale nog meer aan.

A

brandkleppen, die dichtgaan

kleefmagneten, waardoor de branddeuren sluiten.

93
Q

Volgens welke norm moet de automatische brandmeldinstallatie zijn aangelegd en volgens welke norm het periodieke onderhoud?

A

NEN2535: onderscheid gedeeltelijke bewaking en volledige)

NEN2654

94
Q

Wat is er sinds 1 april 2012 gewijzigd in de automatische doormelding naar de meldkamer van de brandweer?

A

Alleen nog mogelijk bij zorginstellingen, kinderopvang etc. Overigens mogen gecertificeerde brandmeldinstallaties ook worden doorgeschakeld naar de meldkamer van de brandweer.

95
Q

Wat zijn inerte gassen?

A

gassen die geen chemische verbinding aangaan. Het mengsel bestaat uit stikstof en argon. Het effect is verlaging van het zuurstofgehalte in de ruimte.

96
Q

Wat is het gevaar van blusgas?

A

dat de concentratie die nodig is om brand te verstikken de atmoseer dodelijk maakt.

97
Q

Waarom zijn halonblusmiddelen verboden?

A

omdat zij het milieu aantasten.

98
Q

Welke chemische gassen om te blussen zijn er nog meer?

A

FM200, CEA 410 EN Novec 1230 werken als negatieve katalysator. Zij werken als halonnen, maar tasten het milieu niet aan.

99
Q

Wat is een aerosol?

A

Een verzameling van kleine deeltjes, in vaste of vloeibare vorm die zijn opgenomen in een gas.

100
Q

Welk blussysteem is verwant aan een blusgasinstallatie?

A

aerosolblussysteem

101
Q

Wat is het nadeel van de aerosolblussysteem?

A

de aggresieve werking kan schade aanrichten aan fijngevoelige apparatuur in telefooncentrales, computer- en serverruimten. Het systeem is ook zeer storingsgevoelig en treedt soms in werking zonder brand.

102
Q

Wat is een sprinklerinstallatie?

A

een in het plafond of daaronder aangebracht stelsel van waterleidingbuizen met sprinklerkoppen.

103
Q

Welke afwegingen kan de reden zijn om een sprinklerinstallatie aan te laten brengen?

A

1) brandrisicovolle zaken toch verzekerbaar maken.

2) niet het risico lopen dat door een brand de onderneming failliet gaat.

104
Q

Wat betekent de term maximumsproeivlak?

A

Het maximumvloeroppervlak dat de installatie moet bereiken. Dus hoeveel sprinklers maximaal open kunnen gaan bij brand.

105
Q

Welke waterbronnen kunnen worden gebruikt voor een sprinklerinstallatie?

A
  • drinkwaterleiding
  • een druktank met water
  • een waterkelder
  • een ondergrondse watertank
  • natuurlijke bronnen, zoals open water, kanalen en vijvers
106
Q

Wat is een druktank met water?

A

een tank gevuld met water en met perslucht.

107
Q

Bij hoeveel graden openen de hete gassen de sprinklers?

A

58 graden celsius

108
Q

Hoe werkt de sprinklerinstallatie als de koppen open zijn door een brand?

A

de druk valt weg en de alarmklep gaat open waardoor de pompinstallatie start en de doorstroom uit de waterleiding plaatsvindt naar de geopende sprinklerkoppen.

109
Q

Waarmee kan het buizennet van de sprinklerinstallatie gevuld zijn?

A

water, lucht of antivries

110
Q

Wat voor type sprinklerinstallaties zijn er?

A

natte installatie
droge installatie
antivriesuitvoering

111
Q

Waar staat ESFR voor?

A

Early Suppression Fast Respons

112
Q

Hoe wordt tegenwoodig een programma van eisen (PvE) of basisdocumen brandbeveilliging (BdB) t bij sprinklerinstallaties genoemd?

A

uitgangspuntendocument

113
Q

Welke materialen mogen niet in de dakconstructie verwerkt zijn bij een sprinklerinstallatie?

A
  • verweekbare kunststofisolatie, zoals polystyreenschuim
114
Q

Noem de vier compartimentsklasse?

A

A: volledige beveiliging
B: gedeeltelijke beveiliging met brandcompartimentering volgens het bouwbesluit
C: gedeeltelijke beveiliging zonder brandcompartimentering. Wel volgens uitgangspuntendocument, maar niet volgens bouwbesluit.
D: objectbeveiliging.