HS4 Flashcards
Hartslagvariabiliteit
Normale variabiliteit in hartslag (hoger bij inademing, lager bij uitademing)
Acetylcholine
Neurotransmitter die zorgt voor activatie parasympatisch zenuwstelsel. –> verlangzaamt de hartslag
Inotropisch / chronotropisch
Ino: zorgt voor pompfunctie van het hart (hoe sterk)
Chrono: zorgt voor snelheid hartslag
Vagale toon
PNS toon: zorgt voor de afname van de hertslag (110) tot rusthartslag van 50-70bpm. Parasympatische terugtrekking. Sympathisch begint vanaf 80bpm.
Starling’s law
Slagvolume wordt veranderd als reactie op veranderingen in bloed dat terugkomt: hoeveel bloed terugkomt bepaalt de contractie van de volgende slag.
Medulla oblongata
Controleert de (para)sympathische neuronen via de sinusknoop, ventrikels, vaten en aders. Dit zorgt voor vasoconstructie, cardiac rhythm en cardiac output.
Baroreceptor reflex:
Veranderingen in bloeddruk worden gedetecteerd en er wordt een signaal gestuurd naar sensorische neuronen in medilla oblongata. –> Die past autonome cardiovasculaire regulatie aan.