Houding & beweging Flashcards
Bewegen?
= ontdekken, vrijheid, ontspanning, werken,…
= op basis van het skelet & de spieren
= zonder bewegen geen activiteit mogelijk
= automatisch < ziekte of blessure
Door wat wordt een goede lichaamshouding bepaald?
- Spieren en skelet
- Eventuele psychische druk
- Onverschillige houding
Wat zijn de belangrijkste activiteiten voor een functionele houding?
- Gerichte, gedoseerde en voldoende beweging
- Goede en uitgebalanceerde voeding
- Letten op je houding, stoeltype, schoenen,…
- Rekening houden met je lichaam wanneer die protesteert (overbelasting)
Effecten immobiliteit?
- Spieren stijver & dunner
- Minder actieve perifere circulatie (bloedstroom buiten het hart en de longen)
- Verhouding activiteit/rust verstoord
- Beperking zintuiglijke prikkels
- Fysieke conditie niet onderhouden
Beïnvloedende factoren op je houding?
- Persoonlijke factoren
- Omgevingsfactoren
- Kennis over gezonde beweging
Hoe iemand zichzelf houdt & beweegt, verschilt van persoon tot persoon & grotendeels bepaalt door omgeving tijdens opgroeien
- Persoonlijke factoren - Voorbeelden
- Leeftijd
- Geslacht
- Fysieke ontwikkeling (lengte & gewicht)
- Energieniveau
- Werk- & spelactiviteiten
- Omgevingsfactoren - Voorbeelden
- Werkplek
- Hulpmiddelen (vb. rolstoel)
- Soort werk
- Behuizing
Stap 1 : Oriëntatie op de situatie
Fysiologische houding?
= normale lichaamshouding
Bij gezonde volwassenen = recht, soepel & evenwichtig
* Licht gebogen ellebooggewrichten
* Gestrekte polsen
* Licht gebogen vingers
* Licht gebogen knieën in het kniegewricht
* Voeten recht naar voor
Stand ledematen > gespannen of ontspannen?
Invloed van gewrichten?
Verstijven of slecht functioneren
vb. reuma, verstuikingen of verlammingen
Invloed van spieren?
Steunoppervlak wijzigt doorheen levensloop
=> Baby’s meer dan kinderen en volwassen
=> Oudere mensen ook weer meer
Invloed van zenuwstelsel?
Na aantasting CZS => spieren of spiergroepen vallen uit => parese, paralyse of tremoren
Fysiologische houding - definitie
= de houding die bij een eventuele contractuur van het gewricht de functie van het gewricht het minst belemmert
= wordt bepaald door de ontspannen houding van gewrichten (geen flexie, geen strekking geen overstrekking)
Fysiologische houding - Staan
- Gewicht gelijk verdeeld over beide benen
- Wervelkolom rechtop, met lichte kyfose & lordose
- Hoofd & schouders ook rechtop
- Wervelkolom van achteren recht anders scoliose
Fysiologische houding - Zitten
- Gaan zitten: rug rechthouden
- Rug goed gesteund, lenden wervelkolom lichte holte
- Gewicht over beide billen gelijk verdelen
- Rechtop zitten
- Voeten naast elkaar, recht onder knieën
- Voeten grond raken
- Goede stoelhoogte
- Voldoende beenruimte
- Circulatie bloed en zenuwen niet afknellen door kledij of slecht stoel
Fysiologische houding - Liggen
- Schouders & heupen rechte lijn
- Hoofdkussen: voldoende steun in de kleine holte in de nek
- Wringen of draaien in rug vermijden
Subjectieve gegevens - voorbeelden
- Hoe zorgt iemand voor zijn houding & beweging? Hulpmiddelen?
- Welke factoren zijn van invloed op de zelfzorgactiviteiten? (persoonlijke, omgevings, andere zelfzorgactiviteiten)
- Hoe ziet de zorgvrager de zorg voor houding & beweging?
Objectieve gegevens - voorbeelden
- Skelet: beweeglijkheid, buigzaamheid, stand der botte, vergroeiingen, botzwakte
- Gewrichten: verstijving, verstuiking, pijn
- Spieren: ontwikkeling, verlamming, spasme, verhoogde spierspanning (tremor), contractuur, spitsvoeten, spierpijn, stijfheid
- Bewegingen: coördinatie spieren, oog-handcoördinatie, grove & fijne bewegingen
- Voortbewegen: soepel, schuifelen, struikelen, onzekere gang, ongelijke gang, vallen
- Houding: rechtop, vallen, wandelen, wegzakken bij het zitten & liggen, hulpmiddelen gebruiken, algehele indruk
Stap 2 : Klinische problematiek inzichtelijk
Welk soort zorgvragers?
- Mobiele zorgvragers
- Bedlegerige zorgvragers
- Zorgvragers met beperkte bewegingsvrijheid
Verpleegproblemen - voorbeelden
- Zorgvrager kan noodzakelijke veranderingen in (voort)beweging niet zelf bepalen of weet niet hoe hij op de nieuwe situatie moet anticiperen
- Beperkte bewegingsvrijheid
- Bedrust & bepaalde houdingen
- Hulpmiddelen vb. rolstoel
- Zelfstandig opstaan, lopen, bukken, verleggen,.. lukt niet
- Pijn bij bepaalde houdingen of bewegingen
Stap 4 : Klinisch beleid
Verpleegdoelen formuleren?
Aanpassen aan elke specifieke situatie van de individuele zorgvrager & aansluiten bij de geformuleerde verpleegproblemen (op basis van objectieve & subjectieve gegevens)
Stap 5 : Klinisch verloop - doelen
Korte & lange termijndoelen
- Voorlichting geven
- Voorwaarden scheppen door hulpmiddelen verstrekken
- Activiteiten over nemen (in bepaalde mate)
Interventies - houding & beweging
3 soorten
- Zelfzorg ondersteunen
- Therapeutische houding & hulpmiddelen
- Het eerste opstaan
- Zelfzorg ondersteunen - voorbeelden
- Verplaatsen: hulpmiddelen gebruiken (looprek, kruk, rolstoel, bed, brancard
- Aannemen juist houding & bewegen naar voorwerpen binnen handbereik: in bed houding aanpassen, voetenbank, zandzakken, kussens, therapeutische houding
- Therapeutische houding & hulpmiddelen - doel
- Genezingsbevorderend
VB: Trendlenburg bij syncope kraamvrouw - Complicaties vermijden
VB: linker zijlig bij vena cava syndroom - Functie ondersteunen
VB: Madonnahouding bij borstvoeding
Positioneren?
= bewerkstelligen van een kwalitatief goede houding (fysiologisch/therapeutisch/combo) bij zorgvragers die dit niet zelfstandig kunnen
= lichaam of -sdelen in gewenste houding brengen & deze bestendigen
Bij therapeutische houding steeds rekening houden met fysiologische houding (ademhaling niet belemmeren)!!
Holtes ondersteunen
Verschillende therapeutische houdingen
Zie cursus vanaf p.43
1. Liggend met bovenlichaam iets verhoogd
2. Half zittend
3. Vlakke ruglig
4. Anti-Trendelenburg
5. Fowler (vb. sectio)
6. Trendelenburg (vb. syncope, preterme contracties)
7. Ruglig met benen in hoogstand
8. Buiklig (vb. decubitus)
9. Zijligging (vb. goede slaaphouding)
10. Stabiele zijligging in sims (vb. lavement)
Verschillende therapeutische hulpmiddelen - voorbeelden
- Bed
–> vaste en beweegbare delen - Voetensteun
- Anti-decubitusmatras
- Kussens
Bedrust?
Soorten?
- Absoluut
- Relatief
Bedrust - absoluut
Volledige bedrust waarbij alle lichamelijke activiteiten verboden zijn (vb. PPROM)
Bedrust - relatief
Minder streng waarbij de zorgvrager bepaalde activiteiten zoals toiletgang wel nog kan/mag (vb. placenta praevia)
- Het eerst opstaan
Door opstaan na zitten of liggen: door zwaartekracht 500 - 800 ml bloed in beenvaten => veneuze terugvloei daalt => hartminuutvolume vermindert & RR daalt => Arteria carotis geprikkeld => adrenaline zorg voor vasoconstrictie & spiercontractie => stijging hartminuutvolume
Ingrijpende gebeurtenis na bedlegerigheid
Progressief => circulatie moet zich aanpassen
Informeer je, hou rekening met tegenindicaties
Orthostatische hypotensie
= vrij plotselinge RR daling bij te (snel) opstaan uit zittende/ liggende houding als gevolg van het zakken van het bloed naar de onderste ledematen
Fasen van het eerste opstaan
PROGRESSIEF = in fasen
1. Bewegen van onderste ledematen
2. Van liggende naar halfzittende houding + onderste ledematen blijven bewegen
3. Op de rand van het bed zitten
4. Op de rand van het bed zitten gedurende korte tijd
5. Opstaan, korte tijd in de zetel zitten
6. Opstaan en langere tijd in de zetel zitten
- Bewegen van onderste ledematen - tips
- Voeten draaien thv enkels
- Voeten op en neer
- Benen op en neer
- Van liggende naar halfzittende houding
+ bewegen onderste ledematen
- Op de rand van het bed zitten - tips
- Benen bengelen
- Niet naar de vloer kijken
- Voor zorgvrager staan of ondersteunt de schouders
=> terugdraaien en neerliggen of fase 4
- Op de rand van het bed zitten gedurende korte tijd - tips
- Elastische zwachtels en kousen (voor starten met fase 1 uiteraard)
- Kussen als rugsteun
- Afdekdeken of kamerjas op de rug (afkoeling)
- Nachtkastje als steun
- Verlaat de kamer niet & blijf observeren en oogcontact maken met de zorgvrager
- Opstaan, korte tijd in de zetel zitten - tips
- Tijdens bed opmaken
- Maak bed instapklaar (waaierplooi & laagstand)
- Opstaan en langere tijd in de zetel zitten - tips
- Bed instapklaar
- Oproepsysteem binnen bereik
- Regelmatig gaan kijken
Valpreventie - tips
- Hulpmiddelen checken op technisch in orde
- Ondergrond (glad, stroef)
- Obstakels (tapijt, speelgoed)
- Duizeligheid
- Evenwichtsverlies
- Rolstoelgebruik: rustig rijden, instructie geven, trappen vermijden
- Onrusthekkens (let op! erover kruipen) => onrustgordel, fixatiebanden, Zweese band
Stap 6 : Nabeschouwing
- Productevaluatie
- Procesevaluatie
- Reflectie
- Productevaluatie - Voorbeelden
Zijn de doelstellingen bereikt?
- Procesevaluatie - Voorbeelden
- Gegevens correct & volledig?
- Problemen correct geformuleerd?
- Juiste doelstellingen geformuleerd?
- Doelstellingen realistisch?
- Goede planning?
- Interventies goed uitgevoerd?
- Hoe werden de interventies ervaren door zorgvrager?
- Reflectie - Voorbeelden
- Evaluatie positief of negatief?
- Iets geleerd als zorgverlener naar toekomst toe?