Hoorcollege 9- stoornissen in middelengebruik

Question 1

Dopamine maakt drugs leuk

Answer 1

beloningssysteem

Question 2

3 typen drugs

Answer 2

• sedative
• Stimulantia
• Hallucinogenen
  Middelen behoren vaak tot een groep, maar kunnen meerdere effecten hebben afhankelijk van de dosering

Question 3

Sedativa

Answer 3

(alcohol. opioid, benzodiazepines, GHB)
Alcohol en bezo werken op GABA-a; stimuleert dopamine maar remt inhibitie en reactievermogen gaat achteruit. Wordt er ook slaperig van.

GHB; werk op GABA-b; opioiden meest verslavende stof, zit niet alleen in het hoofd ook in de darmen, spieren etc.

Question 4

Stimulerende middelen

Answer 4

cocaïne, amfetamines, meth, nicotine, cafeïne, MDMA, 4-mfp
zorgen dat je langer door kan gaan, werken op veel verschillende manieren. Je bent echter niet helderder wel wakkerder.

Question 5

Hallucinogenen

Answer 5

cannabis, LSD, psylocibine (paddo’s), mescaline, 2-CB, NTO, DMT, Keta
- zorgen voor een milde euphoria maar veranderd perceptie
Bij hoge dosering oud of body experience.

Question 6

Wat maakt een stof verslavend>

Answer 6

geeft een korte high, je wil er meer van/ (hallucinogenen zijn niet verslavend)
Sedetiva wel, en gevaarlijk om in een keer te stoppen door de lichamelijke afhankelijkheid
Stimulerende middelen meer geestelijke afhankelijkheid

Question 7

Leeftijd verslaving

Answer 7

op een jongere leeftijd beginnen maakt de afhankelijkheid kans groter

Question 8

Neocortex

Answer 8

rationeel deel, cognitieve brein hier worden plannen gemaakt.
Pre-frontalecortex is de “manager” van je brein

Question 9

Limbisch systeem

Answer 9

beloningssysteem; het “emotionele brein” maar ook belangrijk voor geheugen en beloning

Question 10

Mesencephalon (middenbrein)

Answer 10

bepaald wat je gaat doen in de komende seconde. Dit is een automatisch proces waar je geen invloed op hebt.

Question 11

Verslaafde patiënten (willen en kunnen)

Answer 11

Willen (prefrontale cortex) en kunnen (lagere hersendelen) zijn niet hetzelfde! verslaving is een irrationeel probleem

Question 12

Lage hersendelen

Answer 12

pathologie van verslaving is meer gelokaliseerd in de lage hersendelen en daar werkt de motivatie niet zo goed.

Question 13

Van gebruiken naar verslaafd in 3 stadia

Answer 13

1. We use to feel high; intoxicatie fase
2. We use to feel normal; we moeten gebruiken om ons normaal te voelen
3. We use to combat withdraw; we moeten gebruiken om geen onthouding te hebben, om te kunnen leven -> pathologie

Question 14

Sensitisatie

Answer 14

het gevoelig worden voor een bepaalde dosis, hierdoor steeds hogere dosering gebruiken om het effect te kunnen waarnemen

Question 15

Paradoxale fasen

Answer 15

het willen stoppen aan de “voorkant” maar andere delen hebben een ander idee.

Question 16

Detoxification

Answer 16

balans herstellen. Daarmee kun je gradueel afhankelijkheid afbouwen

Question 17

Verslaving is geen coping

Answer 17

middelen gebruik kan dit zijn, maar verslaving niet.

Question 18

4 factoren van stoornis in middelengebruik

Answer 18

1. verlies van controle
2. sociale problemen
3. risk use
4. physical dependence

Question 19

GHB

Answer 19

heeft een eigen receptor van nature in ons brein, kleine mate maar is er wel. GHB activeert glutamaat. Bij een lage dosering werkt het stimulerend, bij een hogere dosering juist remmend. GABA-b wordt dan actief.

Question 20

GHB afhankelijkheid

Answer 20

> 12 doseringen per dag, om de 2 uur gebruiken. Als je overslaat krijg je hartkloppingen, trillen, deler, angst. vaak een klinische detox, met farmaceutische GHB. Afbouwen is erg belangrijk bij GHB!
sterk belonend effect en straft niet (geen kater)