Hoorcollege 2 - Psychodiagnostiek Flashcards
Psychodiagnostiek
aan de hand van metingen en tests wordt relevante info verzamelt om te kijken wat er aan de hand is. Focus idiografisch
idiografisch
gericht op een persoon
nomothetische benadering
focus op een groep mensen
Klinische interviews
intake gesprek, vaak eerste contact tussen client en psycholoog. Doel
= verzamelen gegevens over o.a. persoonlijke geschiedenis.
Gestructureerde Interviews
vooraf voorbereid, strikt schema wordt gevolgd
ongestructureerde interview
met name open vragen
semi-gestructureerde interview
bijvoorbeeld SCID-5. Wel gestructureerd bijvoorbeeld door de DSM-5 maar wel open vragen.
Psychologische tests
intelligentietests; meten indirect intellectuele capaciteit zowel
verbale als non-verbale vaardigheden. Prestatie word vaak beïnvloed dor niet-intelligentie factoren zoals motivatie, angst ervaring, culturele bias… maar ook vragenlijsten behoren tot psychologische tests
Neuropsychologische tests
Neuropsychologische diagnostiek wordt ingezet als hulpmiddel bij het stellen van diagnoses op het gebied van aandacht, geheugen, flexibiliteit en onderpresteren
Psychofysiologische tests
meten fysiologische reactie als indicatie oor psychische problemen. Wordt niet veel geburikt in klinische praktijk, vaak heel dure apparatuur.
Klinische observaties
Probeer beeld te krijgen van gedrag van persoon die lijken op situaties uit ADL
Klinische profielen
profielen van een gemiddelde client met een bepaalde stoornis zoals schizofrenie. Zo kan je een profiel van een client vergelijken met klinische profielen.
L F en K
Doet de patient zich anders voor als hij de vragenlijst invult?
Projectieve tests
het is de bedoeling dat de client ambigue stimuli interpreteert. Uitgangspunt is dat mensen aspecten van hun persoonlijkheid projecteren in een taak.
Thematic Apperception Test TAT
cliënten krijgen vragen als wat gebeurd er op een plaatje.
Zinnen Aanvul Test
clienten vullen zinnen aan. Omstandigheden en behoeften / emoties van de client komen in de zinnen terug.
Tekeningen
worden veel gebruikt bij kinderen. Bv teken een persoon of je gezin. Uit de tekening kan je opmaken hoe een kind de verhoudingen tussen gezinsleden ziet. Ook kan je veel opmaken uit de manier van tekenen: heel klein tekenen, heel groot tekenen, licht drukken?
Soms ook neurologische tests
direct hersenstructuren en activiteit meten zoals EEG, PET-scans, CT scans, MRI, fMRI. Voordeel is dat de meting vaak heel accuraat is.
Naturalistisch observeren
gebeuren in de omgeving van de client, vaak gericht op interacties. Soms niet praktisch, is tijdsintensief want je moet naar de locatie heengaan.
Analoog observeren
in een kliniek/lab situatie wordt er een situatie nagebootst die lijkt op de problemen waartegen de cliënt aan loopt in het ADL
Zelf monitoring observeren
cliënten registreren hoe vaak ze bepaald gedrag vertonen en hoe ze zich dan voelen en wat ze denken. Zorgt voor zelfinzicht
DSM-5
handboek met overzicht van alle stoornissen.
Meer dan 500 psychische stoornissen
comorbiditeit
Stoornissen kunnen tegelijkertijd voorkomen
DSM-5; Categorisch
Wat is de naam van de stoornis
DSM-5; Dimensioneel
hoe ernstig zijn de symptomen? Hoe disfunctioneel is de cliënt?
DSM-5; Additionele informatie
relevante medische condities, speciale psychosociale problemen zodat daar in behandeling rekening mee gehouden kan worden.
medicalisering
sommige
stoornissen kunnen op iedereen worden toegepast
Voordelen van de DSM-5:
- makkelijk communiceren
- Snelle juiste behandeling
- her- erkenning cliënt
- gestandaardiseerde behandeling
- wetenschappelijk onderzoek mogelijk
nadelen van de DSM-5:
- psychische problemen veranderen continue
- mogelijk niet goed afgestemd op individu
- hoekjes denken
- Stigmatisering
- mensen zijn verschillend
- risico self-fulfilling prophecy
- risico voorschrijven te veel medicatie
Schizofrenie: delusions of control
wanen van controle, denken dat je gevoelens, gedachten en handelingen gecontroleerd worden door anderen
Schizofrenie: delusions of persecution
vervolgingswaan, denken dat anderen erop uit zijn om jou te pakken, dat er een complot of bedreiging is
Schizofrenie: delusions of reference
speciale en persoonlijke betekenis verlenen aan anderen, objecten of gebeurtenissen
Schizofrenie: delusions of grandeur
grootheidswaan, denken dat je een groot, belangrijk, machtig persoon bent
Schizofrenie: loose association
losse verenigingen, van het een onderwerp op het andere overgaan, denkende dat dat logisch is
Schizofrenie: neologism
verzonnen woorden die alleen voor de persoon zelf betekenis hebben
Schizofrenie: clang
rijmen
Schizofrenie: perseveration
woorden en verklaringen steeds weer herhalen