Hoorcollege 9 Flashcards
Nativisten vs. empiristen
Nativisten geven aan dat motorische ontwikkeling genetisch is bepaald, elk kind zal rollen. Empiristen geven aan dat de omgeving (cultuur, ervaringen) wel degelijk invloed hebben op de ontwikkeling van de motoriek.
Empiristen hebben gelijk
Motoriek is niet alleen afhankelijk van genetiek, maar ook van de omgeving, opvoedpraktijken, resources, de kansen in de omgeving.
Language acquisition device
(LAD) een gebied in de hersenen, een kind wordt geboren met taalvaardigheid (genetisch), een deel gebeurt al in de buik. Naast aangeboren aanleg is de omgeving wel belangrijk (denk aan Genie).
Statistical learning
Er bestaan statistische patronen in de taal die het kind kan oppakken. Het kind leert te voorspellen.
Child directed speech (CDS)
Praten tegen een kind, hoge geluiden, veel herhaling en langzaam
Plasticiteit/soft bias
Gedeeltes in de hersenen worden overschreven als de juiste input niet verschijnt, zo wordt het gebied voor visie overschreven bij iemand die blind is
Spiegelneuronen en motorisch gedrag
Spiegelneuronen worden geactiveerd als motorisch gedrag wordt geobserveerd
Salo et al. spiegelneuronen
Dit onderzoek toont aan dat motoriek en taal nauw aan elkaar verbonden zijn. De twee liggen in hetzelfde gebied in de hersenen. En worden verbonden door spiegelneuronen. Deze neuronen worden gebruikt bij het leren van taal door het nabootsen van mond en tong bewegingen. Maar ook om de intenties van de taal te begrijpen.
Developmental cascades
De ontwikkeling zorgt ervoor dat er mogelijkheden vrijkomen.
Iverson, 2022 en de drie cascades
Iverson legt uit dat motoriek en taal elkaar beïnvloeden. Een kind dat motoriek verbetert, krijgt nieuwe mogelijkheden, dit leidt tot meer interacties, wat vervolgens wordt benoemt door de verzorgers.
Moving bids
Leidt tot betere motoriek, kind oefent bewegingen, leidt tot betere taal, interactie met verzorgers
Onderliggende mechanismen van taal en motoriek
Sociale interactie (moving bids)
Exploratie
Aandacht