Hoorcollege 4 Flashcards

1
Q

Stress

A

Stress is een aanpassingsproces, een verandering in de homeostase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

HPA-as

A

De HPA-as gaat om de hypothalamus, hypofyse en de bijnieren. Het is een feedbackloop die stress probeert te verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Adrenaline

A

In tegenstelling tot de HPA-as is adrenaline een hele snelle stressreactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cortisol

A

Een belangrijk hormoon dat wordt afgegeven door de bijnieren. Het reguleert de stress en zorgt ervoor dat de reden om stress wordt onthouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Negatief effect van cortisol

A

Hoge concentraties cortisol die aanhouden zorgt voor sterfte van neuronen in de hippocampus, dit zorgt vervolgens voor geheugenproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oxytocine

A

Het beschermt de hersenen tegen de effecten van cortisol. En wordt geproduceerd door ouderlijke liefde/verzorging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Drie algemene vormen van stress

A
  1. Acute stress - gebeurtenissen die zich plots voordoen, het lichaam kan goed omgaan met deze stress
  2. Dagelijkse stress - continue disbalans van de homeostase, kunnen we goed mee om gaan zolang we momenten krijgen om te ontspannen
  3. Chronische stress - geen mogelijkheid om te herstellen, stress blijft gelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Drie typen stress in kindertijd

A

Positieve stress - normale dagelijkse stress, zolang het kind stabiele en ondersteunende relaties ervaart is dit gezond, ontwikkeling van HPA-as
Tolerable stress - een niet alledaagse ervaring, kan mee om worden gaan zolang in een gezonde omgeving en korte periode. Het brein kan zich herstellen
Toxische stress - chronische, langdurige activatie van het stresssysteem, afwezigheid van ouderlijke ondersteuning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stressgevoelige perioden

A
  • Baby-kleuterfase
  • Puberteit-adolescentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Stress acceleration hypothesis

A

Vroege stresservaringen leidt tot vroege rijping van de hersenen en het lichaam, wat zorgt voor een afname in neuroplasticiteit. Het vermogen om aan te passen neemt af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Attentional bias in mishandelde kinderen

A

Kinderen die mishandeld zijn, zien eerder negatieve emoties dan positieve.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Splitting rather than integration

A

Splitsen van gedachten, gevoelens en dissociaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Negativity bias

A

Aandacht voor negatieve aspecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hypervigilance

A

Zeer alert zijn in situaties die potentieel bedreigend zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Intergenerationele transmissie

A

Het overdragen van kindermishandeling over generaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Differential susceptibility model

A

Model waarin onderscheid wordt gemaakt tussen high susceptibility children en low susceptibility children. Orchids hebben het meeste baat bij een positieve omgeving, maar ook de meeste last bij negatieve factoren. Dandelions doen het eigenlijk altijd wel goed. Omgeving is dus een belangrijke beïnvloeder

17
Q

Spillover hypothesis

A

Ouders die veel stress ervaren in hun relaties met hun partner, kunnen dit afreageren op hun kind.