Hoorcollege 8 SlimAcademy Flashcards

1
Q

Welke theorieën behoren tot de ego-theorieën?

A
  • Cartesiaans theater (dualisme)
  • Supervisory Systems
    (gebied in het brein dat de controle heeft)
    (Homunculus)
  • Gazzaniga’s (left-brain) Interpreter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke filosofen hangen bundeltheorieën aan?

A
  • David Hume

- Buddha

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tussen welke twee vormen van het zelf wordt onderscheid gemaakt?

A
  • Het lichamelijke (minimale- ) zelf
    > gemedieerd door het Default Mode Network
  • Het narrative zelf
    > gemedieerd door het Task Positive Network

De twee hebben een anticorrelatie, als de ene actief is, is de ander dat niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de 4e-cognitie?

A
  • Embodied (de belichaamde cognitie)
  • Enactive (de interactieve cognitie)
  • Extended (een uitgebreide cognitie, mobiele telefoon)
  • Embedded (context-specifieke cognitie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is neurofenomenologie?

A

Bij neurofenomenologie kijkt mensen zo gedetailleerd mogelijk aar de subjectieve 1e persoonservaring om deze te koppelen aan hersenprocessen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is micro fenomenologie?

A

Bij micro fenomenologie wordt een gedetailleerd inzicht verkregen in de dynamiek van menselijke ervaring.
Een onderzoek waarbij altijd wordt gevraagd waarom, zelfs bij simpele vragen. Door onderscheid te maken tussen motivatie en denkwijze kan dit gekoppeld wordt aan hersenstructuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verschillen Dennett en Chalmers van hun aanpak van het moeilijke probleem?

A

Dennett ontkent het , omdat qualia niet bestaat.

Chalmers maakt een schijnprobleem, omdat ervaring te complex zijn om te reduceren naar hersenactiviteit. Er is wel een continue zelf, maar dit is een illusie.
Hij erkent het probleem, maar focust zich liever op andere zaken aangezien alles zowel een objectieve als een subjectieve ervaring heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het Enfacement effect?

A

Gezichtswaarnemingen worden beïnvloed door multisensorische cues. Het zelf is niet dynamisch.
Bij het enfacement effect gaat je spiegelbeeld gezicht steeds meer op jouw eigen gezicht lijken na aanraking.

Volgens de 2e persoonsneurowetenschappen, die gerelateerd zijn aan de 4e-cognitie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is heterofenomenologie?

A

Door geen vooroordeel te trekken over onderzoeksdata documenteer je alles zo goed mogelijk (Dennett).
Het is een functionele benadering; waarom doen mensen dat?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waardoor helpt het boeddhisme tegen angst?

A

Voorstanders van boeddhisme en meditatie geloven dat dit een methode is om de ware aard van het zelf en het bewustzijn te ontdekken.
Als mensen ontdekken dat de zelf slechts een illusie is, maken ze zich niet meer druk. Angst voor bijvoorbeeld de dood valt dan weg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is er over het algemeen te zeggen over het bewustzijn?

A

Het bewustzijn is niet een ‘ding’. Het is een verschijnsel dat voortkomt uit verschillende andere dingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de eerste stap om het bewustzijn begrijpen?

A

De connectie tussen lichaam en geest vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly