Hoofdstuk 14 Flashcards

1
Q

Wat is realiteitsmonitoring?

A

De realiteit onderscheiden van verbeelding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn valse herinneringen?

A

Hierbij denken we dat we iets hebben meegemaakt, terwijl dat niet zo is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen valse herinneringen en echte herinneringen?

A

Bij echte herinneringen is de context, plaats en tijd duidelijker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen hallucinaties en illusies?

A

Hallucinaties zijn geheel interne perceptuele ervaringen, terwijl illusies misattributies zijn van externe stimuli.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een omgekeerde hallucinatie?

A

Hierbij denken we niets te zien, terwijl er wel iets te zien is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een pseudohallucinatie?

A

Hierbij weet iemand dat de hallucinatie een hallucinatie is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de werkdefinitie van hallucineren volgens Slade en Bentall (1988)?

A

Een perceptuele ervaring die ontstaat zonder aanwezigheid van stimuli, aanvoelt als een echte perceptie en niet vrijwillig en gecontroleerd wordt ervaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Door wat kunnen hallucinaties ontstaan?

A

Spontaan, maar ook door drugs gebruik, ziekte, honger, slaaptekort, bijna-dood ervaringen en rituele activiteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er bij sensorische deprivatie?

A

Hierbij daalt het criterium voor wat echt is en wat niet. En er worden interne stimulaties opgewekt, waardoor hallucinaties ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de vier meest voorkomende soorten hallucinaties?

A
  1. Roosters
  2. Tunnels
  3. Spiralen
  4. Spinnenwebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn voorbeelden van complexere hallucinaties?

A
  1. Cartoons
  2. Levenservaringen
  3. Mythische figuren
  4. Overweldigende natuurbeelden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is slaapparalyse?

A

Hierbij valt het lichaam snel in een REM-slaap, waardoor lichamelijke bewegingen worden geblokkeerd. Er ontstaan hallucinaties, maar iemand heeft wel het gevoel zelf wakker te zijn. Zeer angstige ervaringen en kan worden doorbroken door een teen of vingen proberen te bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het spiritualisme?

A

Een stroming waarbij mensen beweren met geesten te kunnen communiceren. Het benadrukt de kracht van bewustzijn.
- 1850

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De term ‘Extra Sensorische Perceptie’ (ESP) omvat drie typen communicatie zonder het gebruik van zintuigen. Noem ze alle drie.

A
  1. Telepathie; de informatie komt van een ander persoon
  2. Clairvoyance; de informatie komt van ver verwijderde objecten of gebeurtenissen
  3. Precognitie; de informatie komt uit de toekomst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is psychokinese?

A

Dit is het effect van de geest op materie of de vaardigheid om dingen van een afstand te beïnvloeden, zonder fysieke interactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is remote viewing?

A

Iemand (de sender) wordt naar een random locatie gestuurd en kijkt een tijdje om zich heen. de receiver zit ergens anders en registreert de inkomende beelden. Daarna is het de bedoeling dat de receiver de goede plaats kiest uit een aantal plaatjes.

  • Targ heeft veel onderzoek gedaan
  • De meeste mensen hebben primitieve spirituele/psychische krachten
17
Q

Wat is Ganzfeld?

A

Participanten gaan comfortabel liggen en luisteren naar ontspannende geluiden. Over hun ogen liggen halve ping pong ballen. Deze mensen zijn de receivers. In een andere kamer zit de sender en die kijkt naar een video of plaatje. Na een tijdje krijgen de receivers een aantal plaatjes te zien, waaruit ze de juiste moeten kiezen (waar de sender ook naar keek).