Hoorcollege 1 Merel Flashcards

1
Q

Noem de visie van Plato over mind-body probleem.

A

De realiteit die wij waarnemen is slechts een schaduw van de echte realiteit die uit abstracte ideeën bestaat. Pas als we dood gaan krijgen we toegang tot deze wereld van ideeën (wijzend naar boven).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het grot metafoor?

A

Stel mensen zitten vast gebonden met hun rug naar de echte wereld en zij kunnen alleen de schaduwen via de grotwand zien door een kampvuur die achter hun rug afspeelt. Ze moeten op basis van de schaduwen beslissen wat ze zien via de grotwant. Dit is plato zijn denkwijze; hij gelooft dat mensen als ze leven in hun eigen grot zitten en pas na de dood alles kunnen observeren hoe het is.

  • Plato is dualistisch
  • De geest bestaat onafhankelijk van het lichaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem de visie van Aristoteles over het mind-body probleem.

A

Om kennis te vergaren, moet je kijken naar zintuigelijke ervaringen. Dus hij heeft een wat meer empirische filosofie, waarbij hij zegt dat als je voldoende ervaringen meemaakt, je in staat zult zijn om bepaalde categorieën aan te brengen in de wereld en dit levert kennis op over de wereld om je heen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem de verschillende soorten dualisme.

A
  1. Substantie dualisme
  2. Property dualism/dual aspect theorie
  3. Reductionisme
  4. Functionalisme
  5. Epifenomenalisme
  6. Pan psychisme (ook monoïsme)
  7. Interactionalisme
  8. Naturalistisch dualisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem verschillende soorten monisme.

A
  1. Idealisme/Mentalisme
  2. Neutraal monisme
  3. Materialisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het skepticisme?

A

Alles in twijfel trekken, hoe kunnen we zeker zijn dat we iets weten. Maar er kon niet getwijfeld worden over dat we twijfelen volgens Descartes, hierdoor moet een substantiedualisme bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het substantie dualisme?

A

Dat het lichaam bestaat uit een bestaande materie en onze geest bestaat uit een niet-bestaande materie. De interactie van het lichaam gaat via de pijnappelklier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is Ryle zijn visie op het substantiedualisme?

A

Hij stelt dat verstand geen entiteit is dat dingen uitvoert of veroorzaakt. We hebben volgens heb een verkeerd begrip van onze taal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is Alva Noë zijn visie op het substantie dualisme?

A

Bewustzijn is iets wat we doen. Niet in de subjectieve ervaringen, maar in de fysieke wereld. De acties die we doen, en niet perse wat we voelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is property dualisme/dual aspect theorie?

A

De substanties zijn hetzelfde, maar de eigenschappen verschillen. Het kan refereren naar fysieke eigenschappen of mentale eigenschappen. Denk aan de beschrijving van pijn; je hebt een subjectieve beschrijving en je hebt een fysiologische beschrijving (neurotransmitters). De ene beschrijving van eigenschappen kan niet worden herleid tot de andere beschrijving van eigenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het tegenovergestelde van het property dualisme en wat is het?

A

Het reductionisme. Hierbij kunnen mentale eigenschappen worden herleid tot fysiologische eigenschappen. Dus alles wat er is, bestaat uit materie. Mentale eigenschappen supervene op fysiologische eigenschappen; als er een fysiologische eigenschap optreedt, treed er automatisch ook een mentale eigenschap op. Dezelfde hersentoestand veroorzaakt dezelfde bewuste ervaring. Maar het omgekeerde is niet waar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het functionalisme (alternatief van dualisme)?

A

Bewustzijn kan alleen worden verklaard in termen van wat voor functie het heeft. Dus bewustzijn is het gevolg van het hebben van een functionerend brein (Putnam).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het epifenomenalisme?

A

Fysische gebeurtenissen kunnen andere fysische gebeurtenissen veroorzaken. Fysische gebeurtenissen kunnen ook mentale gebeurtenissen voortbrengen, maar mentale gebeurtenissen kunnen zelf niks veroorzaken, aangezien ze een bijproduct zijn van de fysieke wereld (Huxley).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het interactionalisme?

A

Fysieke en mentale substanties hebben interactie. Interactionalisme gaat opzoek naar hoe het fysieke proces reageert op het mentale proces (Poppers en Eccles).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het naturalistisch dualisme?

A

Dualisme is waar, maar we moeten met psychofysieke wetten komen die ons uitleggen hoe een mentale staat worden verklaard door een fysieke staat. Belangrijk: informatie die zowel mentale als fysieke vormen aanneemt, het helpt ons met het uitvinden van hoe subjectieve ervaringen naar buiten komen (David Chalmers).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het panpsychisme?

A

In plaats van alles terug te brengen tot materiële substantie, hebben alle materiële dingen ook een bewustzijn of mentale eigenschappen, hoe primitief dan ook (steen).

  • Chalmers
  • Strawson
  • Tonini
17
Q

Wat is het idealisme?

A

De geest is de enige materie die er bestaat. Er moet hierbij wel een verklaring worden gezocht hoe de echte wereld bestaat.

18
Q

Wat is het neutraal monisme?

A

Verwerpen het idee van dualisme. Alles is gemaakt van één soort materie.

19
Q

Wat is het materialisme?

A

Er bestaat alleen fysieke materie, mentale ervaringen zijn hetzelfde als lichamelijke ervaringen.
- Patricia Churchland

20
Q

Welke theorieën zijn er t.o.v. het mind-body probleem?

A
  1. Psychologische benadering
  2. Psychofysieke benadering
  3. Behavioristische benadering
  4. Cogntieve revolutie
  5. Cognitieve neurowetenschap
  6. Predictive processing
21
Q

Wat is de psychologische benadering?

A

Dit is een holistische benadering. Er is geen echte zelf. Er is een stroom van gedachten die continue zijn, de gedachten = de denker, en je bent dat dus niet zelf. Er wordt gebruik gemaakt van introspectieve methode.

In plaats van een oordeel over alles te hebben van wat er in je bewustzijn naar boven komt, moet je gewoon observeren en zien wat er is. Op een gegeven moment ervaren mensen een pure staat van bewustzijn, waar er geen observer is alleen maar bewustzijn.
- William James

Mind -> Body

22
Q

Wat is een psychofyisieke benadering?

A

Dit is een atomische benadering. Een schematische studie met gebruik van introspectie en het meten van fysiologische activiteiten in het lichaam. Samensmelting tussen sensorische elementen en affectieve elementen.
- Wilhelm Wundt

Body -> Mind

23
Q

Wat is het behaviorisme?

A

Gedrag is veel betrouwbaarder dan introspectie. Alles kun je meten door fysiologische metingen.

  • Jaren 40/50
  • James Watson

Body

24
Q

Wat is de cognitieve revolutie?

A

Gedeeltelijk door de cognitieve revolutie, maar ook door interesse voor andere staten van bewustzijn begon bijvoorbeeld spiritualiteit toe te nemen. De geest is belangrijker dan het lichaam en de materie.

Mind

25
Q

Wat is cognitieve neurowetenschap?

A

Er is interactie tussen het lichaam en de geest. Maar ook tussen meten en andere mensen (sociale omgeving).

26
Q

Wat is predictive processing?

A

De enige reden wat wij een brein en bewustzijn hebben is omdat we de buitenwereld moeten voorspellen. Je moet proberen te bedenken wat er als volgende komt, zodat je je erop kunt voorbereiden.

27
Q

Wat is de explanatory gap?

A

Je hebt verschillende levels van uitleg en verschillende levels waarin fenomenen beschreven kunnen worden (biologische, psychologisch en sociaal culturele verklaringen).

Joseph Levine: metafysische gap tussen fysieke fenomenen en bewuste ervaringen.

Het is niet duidelijk hoe deze verschillende levels aan elkaar gerelateerd zijn. Dit model is niet alleen voor bewustzijn, maar ook voor bijvoorbeeld depressie of gedrag van dieren.

28
Q

Wat is het makkelijke probleem?

A

De mechanismen (zoals oplettendheid, geheugen) kunnen worden toegeschreven aan mainstream cognitieve processen (David Chalmers).

29
Q

Wat is het moeilijke probleem?

A

Hoe fysieke processen in je brein kunnen bijdragen aan subjectieve ervaringen. Het niet kunnen verklaren van het voelen van ervaringen en hoe elk mens dit anders kan ervaren.

30
Q

Wat zijn de vijf reacties op het moeilijke probleem?

A
  1. Moeilijke problemen kunnen niet worden opgelost (new mysterianism)
  2. We moeten proberen om de moeilijke problemen op te lossen (Chalmers; dualisme; quantum fysica)
  3. Voor het moeilijke probleem moeten we eerst het makkelijke probleem tackelen (Dehaene)
  4. We moeten meer moeilijke problemen vinden, zodat we beter kunnen leren wat het is (Miller)
  5. Er bestaat geen moeilijk probleem (Churchland & Dennett)
31
Q

Wat is qualia?

A

Kwaliteiten en kwalificaties die iedereen persoonlijk aan ervaringen toekent (wind, geur van koffie)

32
Q

Noem drie gedachten experimenten.

A
  1. Mary the colorscientist
  2. What is it like to be a bat
  3. Conversations with zombies
33
Q

Wat is fenomenaal bewustzijn?

A

Ervaring van het bewustzijn

34
Q

Wat is Access consciousness (toegangsbewustzijn)?

A

De beschikbaarheid van informatie om te kunnen redeneren, praten en handelen.

35
Q

Wat is cognitieve penetrabiliteit?

A

In hoeverre zijn illusies te doorzien?

36
Q

Wat zijn saccadic eye movements?

A

Het snel heen en weer schakelen van je ogen. Er is altijd een paar milliseconden tussen deze eyemovements, dat zijn de blanks waarin we geen perceptieve invloed hebben, maar ons brein vult het in dus we ervaren het niet als blanks.
- Yarbus ontdekte dat mensen eerst kijken naar mensen hun gezicht en naar de hele picture en daarna pas naar details kijken.