hoorcollege 7 en 8 Flashcards

1
Q

neurologische aandoeningen

A

Neurologische aandoeningen betreffen aandoeningen aan het zenuwstelsel. Dit bestaat onder andere uit de hersenen, het ruggenmerg en de zenuwbanen die naar de diverse organen en andere lichaamsdelen leiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Multiple Sclerose (MS) vijf onderdelen

A
  • Aandoening van het centrale zenuwstelsel (CZS).
  • Chronische auto-immuunziekte
  • Afweersysteem vernietigt lichaamseigen weefsel.
  • Myelineschede rondom zenuwcellen in het CZS wordt beschadigd.
  • Beschadigde gebieden zijn laesies of plaques.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De een zegt dat het een auto-immuun systeem falen is en de ander zegt het een ziekte van het immuunsysteem is, waarbij het immuunsysteem zich tegen het brein keert. In de hersenen gaat het mis. Dat het immuunsysteem ontregelt, is daar een gevolg van.

A
  • Terwijl de symptomen ernstig zijn, is het leven van een patiënt met MS meestal niet aanzienlijk verkort.
  • Risico van blijvende invaliditeit is hoog.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

oorzaak ms

A

Oorzaak is niet bekend. Er wordt verondersteld dat er sprake is van een auto-immuun ziekte waarbij het lichaam als reactie op een eerder opgelopen virusinfectie (op kinderleeftijd) antistoffen tegen het eigen zenuwweefsel maakt. Cognitieve functioneren kan achteruit gaan. De helft van de patiënten krijgen last van lichte tot matige mentale problemen. Het beperkt zich meestal tot het geheugen. De twee stoornissen die gevonden worden zijn het vermogen om nieuwe informatie op te nemen en de herinnering, dus om informatie weer uit het geheugen op te halen. Ook kunnen ze klagen over hun concentratievermogen. Dit gaat gepaard met vermoeidheid en over slaapproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

frequentie symptomen en verloop

A

De frequentie van het optreden van nieuwe symptomen (exacerbaties) is het grootst in het begin van de ziekte en neemt geleidelijk af.
10-15% heeft een goedaardig verloop
- Weinig ziekteactiviteit.
- Dit kan ontwikkelen tot ernstiger verloop.
65-70% relapsing-remitting verloop
- Periodieke verhogingen in aantal en / of de intensiteit van de symptomen die tussen 24 en enkele maanden duren.
Secundair progressieve verloop
- Constante verergering van de symptomen.
Maligne verloop
- Snelle achteruitgang en dood  zeldzaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Relapsing-remitting MS:

A

Uitvalsverschijnselen kunnen verdwijnen (remissie) maar ook in lichtere vorm aanwezig blijven. Bij een volgende exacerbatie kunnen dan nieuwe uitvalsverschijnselen optreden of eerdere synptomnen verergeren. Dit beloop van aanvallen met geleidelijke achteruitgang wordt relapsing-remitting MS genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Primair progressieve MS:

A

geleidelijke achteruitgang waarbij geen tijdelijke verbetering optreed.
1/3 van de patiënten zal licht gehandicapt raken, 1/3 zal gebruik maken van hulpmiddelen en 1/3 zal rolstoelbehoeftig worden.
De levensverwachting is 8 tot 10 jaar korter. Patiënten worden uiteindelijk bedlegerig en overlijden door complicaties zoals luchtweg- of urineweginfecties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

medicatie ms

A

Medicatie
Vandaag de dag is de behandeling gericht op:
- MSBepaalde medicijnen hebben een positieve invloed op MS. Het voorkomt schade, maar kan MS niet genezen.
- Symptomen Bepaalde medicijnen kunnen mensen sneller van exacerbaties herstellen, maar het aantal symptomen zijn vergelijkbaar.

  • Een medische therapie die de ziekte verbeterd is niet aanwezig. Wel kunnen symptomen bestreden worden. Bij aanvallen wordt B-interferon gegeven, waardoor minder exacerbaties optreden. Nadelen: beloof lijkt niet wezenlijk te veranderen, de toediening: een aantal malen per week via een injectie in de spier of onder de huid en bijwerkingen zoals grieperig met spierpijn, koorts, moeheid en koude rillingen.
  • Ook kan bij een exacerbatie een hoge dosering steroïden worden toegediend. Voordeel: korting toedieningsduur van 5 dagen. Nadeel: ziekenhuisopname, want het moet via het infuus.
    Een van de grootste problemen bij patiënten is de onzekerheid en angst over wast hen in de toekomst te wachten staat. Het enige wat duidelijk is dat uiteindelijk bij de meeste patiënten de ziekte zal leiden tot ernstige invaliditeit en afhankelijkheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Neuropsychologische problemen zijn heterogeen.

A

Vaakst problemen met het vasthouden en informatie onthouden.
Andere problemen zijn onder meer problemen met de snelheid van verwerking en aandacht (als gevolg van MS of als gevolg van vermoeidheid of emotionele factoren).
Woord-finding tekorten, problemen met verbale vlotheid, visuele problemen, problemen met de executieve functies (redeneren, problemen oplossen).
50% van de MS-patiënten hebben lichte tot matige cognitieve stoornissen
- Echter, die stoornissen maken de patiënt vaak niet invalide.
- Correlatie tussen de fysieke en cognitieve beperkingen is laag
- Een positieve correlatie tussen cognitieve dysfunctie en het aantal hersenletsel.
Cognitieve stoornis kan verschijnen voor lichamelijke klachten optreden of andersom.
Cognitieve beperkingen hebben een negatieve invloed op de kwaliteit van leven.
Patiënten met cognitieve stoornissen hebben een grotere waarschijnlijkheid om niet te werken.
- Mogelijke oplossingen: aanpassing aan het werk omgeving of functieomschrijving, minder werken, minder uitdagende job, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

depressie en ms

A

Depressie
- Hogere frequentie in MS patiënten in vergelijking met de algemene bevolking, en andere chronische ziekten.
- Levensduur prevalentie van depressie bij MS is ± 50%.
De etiologie is multifactoriële;. Een complex samenspel van premorbide predisponerende factoren, biologisch ziekte-gerelateerde effecten en individuele omstandigheden dragen blijkbaar bij aan depressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Psychologische oorzaken van depressie: zeven

A
  • Verlies van functioneren is onvoorspelbaar
  • Variabiliteit binnen ziekte
  • Invloed van de ziekte op het dagelijks leven
  • Potentieel verlies van zelfstandigheid
  • Weinig therapeutische opties
  • Verlies van sociale steun / sociaal functioneren
  • Onzekere toekomst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Biologische oorzaken van depressie:

A
  • Depressie gerelateerd aan MS ziekteprocessen?

- Depressie verband met specifieke gelegen hersenletsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Andere oorzaken van depressie:

A
  • MS exacerbaties worden vaak behandeld met steroïden, waarvan bekend is dat ze de stemming beïnvloeden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Diagnose van depressie is moeilijk!

A

Symptomen van depressie en MS overlappen elkaar.
Bijvoorbeeld, slapeloosheid, hypersomnia, vermoeidheid, psychomotorische agitatie of retardatie, verminderd vermogen om te denken of te concentreren.
Heeft deze patiënt symptomen van depressie? En moeten we behandelen als een depressie?
OF …
Heeft deze patiënt symptomen van MS … en moeten we dat behandelen als andere MS-symptomen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Euforie, en prevalantie en behandeling

A

Euphoria: stemming van de patiënt is consequent vrolijk en patiënt zich niet bewust is van of onbezorgd over MS.
- Voorheen aangeduid als de ‘MS persoonlijkheid’
- Dit symptoom van MS is geassocieerd met laesies in de hersenen.
Prevalentie: ± 12%
Behandeling: niet beschikbaar. Echter, dit symptoom uitleggen aan familie en vrienden wat begrip en empathie verbetert (psycho-educatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Psychosociale problemen en angsten:

A
  1. Angst om de controle te verliezen
  2. Angst om afhankelijk te worden
  3. Angst voor verlating en isolatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

De volgende factoren zijn belangrijk voor de psychosociale draaglast:

A
  1. Onvoorspelbaarheid van de ziekte: beloop is onduidelijk. De frequentie van de aanvallen wisselt sterk. Ook is onduidelijk hoe lang die aanvallen zullen duren en in hoeverre elke keer herstel zal optreden.
  2. Fysieke klachten: door de continu aanwezige klachten van moeheid is een patiënt erg beperkt in alle dagelijkse bezigheden. Aanwezige spasticiteit of gevoelsstoornissen kunnen als onaangenaam worden ervaren. Wanneer ook verlies van controle van blaasfunctie optreedt, kan dit leiden tot gevoelens van schaamte of afkeer.
  3. Het verliezen van onafhankelijkheid: door fysieke beperkingen worden patiënten afhankelijk van hulp van anderen.
  4. Weinig therapeutische mogelijkheden: omdat patiënten weten dat er geen medicijnen zijn voor MS en zal leiden tot ernstige invaliditeit kan dit leiden tot gevoelens van depressiviteit en opstandigheid.
  5. Implicatie voor keuzes voor de toekomst: bij het vooruitzicht van toenemende invaliditeit komt in een vroeg stadium reeds aan de rode of bepaalde toekomstverwachtingen reëel zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

De ziekte van Parkinson

A

Deze ziekte ontstaat door cel verlies van de substantia nigra in de hersenen. Een tekort van de neurotransmitter dopamine. Daardoor ontstaat een verstoord evenwicht tussen acetylcholine en dopamine in het striatum, dat een belangrijke rol speelt bij de automatische motoriek (verstoring wanneer dopamine te laag is). Precieze oorzaak is onduidelijk, waarschijnlijk een combinatie van genetische- en omgevingsfactoren (voornamelijk gifstoffen). Kenmerkend voor Parkinson patiënten is het mimiek arme gelaat, de voorovergebogen houding en schuifelende loop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

De ziekte van Parkinson wordt gekenmerkt door vier hoofdsymptomen:

A
  1. Tremor: Het tweede symptoom. Voortdurende trilling van een of meer lichaamsdelen. Komt vaak voor in de handen en soms ook in het gelaat. Kenmerkend is dat de tremor aanwezig is bij rust en verdwijnt bij doelgerichte handelingen. Verergering treedt op bij emoties, stress of vermoeidheid. Is niet te onderdrukken en is afwezig wanneer je slaapt.
  2. Spierstijfheid (rigiditeit): veroorzaakt door een verhoogde spiertonus. De patiënt klaagt over vermoeidheid en spierpijn. Motorische bewegingen zijn trager. De symptomen veranderen ook de houding van de patiënt gebogen en vertraagt lopen, balans is verstoord.
  3. Bewegingsarmoede (hypokinesie): Het eerste symptoom. motoriek gestoord en moet goed nadenken bij elke beweging. Verschillende bewegingen tegelijk uitvoeren is onmogelijk. De spontane mimiek van het gelaat neemt af waardoor een maskerachtig gelaat met weinig emoties ontstaat. De spraak wordt zachter en minder gearticuleerd.
  4. Een gestoorde houding en motoriek
    In het begin wisselen de klachten erg en daardoor wordt de ziekte niet herkend.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Mentale stoornissen:

A
  1. Depressie: meest voorkomend bij Parkinson patiënten. De voor de hand liggende visie is dat de depressie ene reactie is op de ziekte. Een andere visie is biochemisch. Depressie wordt beschouwt als veroorzaakt door afwijkingen in neurotransmitterssystemen.
  2. Dementie: grote kans bij Parkinson patiënten (25% heeft dit). Kenmerken bij Parkinson-patiënten:
  • Vertraagde snelheid van informatieverwerking
  • Minder initiatief om activiteiten te ondernemen
  • Stoornissen in de executieve functies. Dat wil zeggen in planning en flexibiliteit.
  • Verzwakt geheugen, vooral vertraagde herinnering
  • Visuospatiele stoornissen
  • Depressie
    Risicofactoren voor de ontwikkeling van dementie in Parkinson-patiënten:
  • Hoge leeftijd
  • Een familiegeschiedenis van cognitief verval
  • Ernst van de extra-pyramidale symptomen
  • Laag opleidingsniveau
  • Bilaterale motorische stoornissen bij het begin van de ziekte
  • Verwardheid of psychose na behandeling met levodopa
  1. Lichte cognitieve achteruitgang
    Het is duidelijk geworden dat de basale ganglia, en vermoedelijk zelfs het cerebellum, een rol spelen in cognitieve processen. Degeneratieve ziekten met een volledig subcorticaal substraat tasten toch de hogere cerebrale functies aan. De basale ganglia en prefrontale cortex spelen een complementaire rol in de cognitie.
    De volgende symptomen zouden kenmerkend zijn:
    - Verzwakte executieve functies, d.w.z. tekorten in het generen van nieuwe concepten of ‘sets’, afgenomen probleem-oplossend vermogen en verzwakte planning.
    - Verzwakte geheugenfuncties
    - Visuo-spatiële stoornissen
    -
4.	Persoonlijkheidsaspecten
Overmatige zelfbeheersing
Vaak worden de volgende typeringen gebruikt:
-	Rigide
-	Inflexibel
-	Introvert
-	Netjes
-	Voorzichtig
-	Gewetensvol
Niet wetenschappelijk onderbouwd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

65% van de patiënten ervaren een milde cognitieve problemen oorzaak en symptomen

A
Oorzaak:
Verslechtering van de hersenen
Symptomen;
-	Problemen met de uitvoerende functies
-	Geheugenproblemen
visueel-ruimtelijke problemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

symptomen tegenovergesteld psyhoscociale problemen

A
  • Symptomen Psychosociale problemen
    Toenemende lichamelijke beperkingen Verminderde communicatie
    Verminderde deelname aan activiteiten
    Het verhogen van cognitieve beperkingen Hallucinaties en wanen
    Zowel fysieke en cognitieve beperkingen Afhankelijkheid
  • Familie / medische zorg
  • Geneesmiddel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

beloop parkinson

A

Het beloop van de ziekte van Parkinson is langzaam progressief. Er treedt een zeer geleidelijke verstoring op van de houdings- en bewegingspatronen. De achteruitgang is minder snel wanneer de tremor in de eerste jaren het belangrijkste symptoom blijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

medicdatie parkinson

A

Door de introductie van levodopa-medicatie is de levensverwachting vrijwel gelijk geworden aan die van de rest van de bevolking. Wel is 80% na het stellen van de diagnose ernstig invalide. Uiteindelijk hebben ze veel hulp nodig van naasten en overlijden mensen aan de complicaties van toegenomen bedlegerigheid, zoals luchtweginfecties en decubitis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Medische behandelingsmogelijkheden

A

De behandeling berust enerzijds op symptoombestrijding en anderzijds op medicamenten die de hypo dopaminerge toestand beïnvloeden. Houdings- en oefentherapie zijn belangrijk om de mobiliteit zo lang mogelijk te behouden. Met medicamenten wordt getracht de hoeveelheid dopamine te verhogen of juist de cholinerge transmissie te remmen.
Het voorschrijven van dopaminerge medicatie wordt zolang mogelijk uitgesteld omdat het effect na 3 tot 5 jaar afneemt en je daarna frequenter de medicatie moet slikken. Wanneer men deze medicatie slikt zijn er perioden van overbewegelijkheid en stijfheid.
Wanneer onvoldoende effect van medicatie aanwezig kan in een aantal gevallen gebruik gemaakt worden van stereotaxie. Met deze techniek wordt in een geïsoleerd gebiedje in de hersenen een laesie aangebracht, waardoor een aanwezige tremor of rigiditeit afneemt. Ook kan via een aangebrachte elektrode door middel van een stimulator de activiteit van bepaalde hersencellen worden onderdrukt, waardoor het effect te vergelijken is met het aanbrengen van een laesie.

26
Q

Welke factoren bepalen de psychosociale draaglast: vier onderdelen

A
  • Toenemende invaliditeit: de communicatie wordt bemoeilijkt door de aanwezige spraak en slikstoornissen. Ook worden ze trager in hun reacties.
  • Afhankelijk van anderen: De combinatie van fysieke en cognitieve beperkingen maakt het voor familie en omgeving zeer inspannend continue zorg te geven. Dit kan leiden tot sociaal isolement.
  • Verlies van cognitieve vaardigheden
  • Afhankelijk van medicatie: door de afname van het effect van de medicatie is een steeds meer gedetailleerde doseringsschema noodzakelijk. Voor de omgeving is het dwingende karakter van de ziekte uiteindelijk moeilijk te hanteren.
27
Q

De neuropsycholoog of ziekenhuispsycholoog heeft drie taken bij MS/Parkinson- patiënten:
drie onderdelen

A
  1. Voorlichting: het komt verassend vaak voor dat gezonde partners een bepaald gedrag niet herkennen als behorende bij de hersenaandoening en dat ze er daardoor met boosheid om reageren.
  2. Bespreken van schuldgevoelens. Op een gegeven moment kan een partner niet meer zorgen voor zijn of haar zieke partner. De neuropsycholoog kan duidelijk maken dat er grenzen zijn.
  3. Begeleiding bieden in het verwerken en het omgaan met de ziekte. Mee denken over praktische problemen en mogelijkheden tot verlichting van de situatie.
28
Q

Overlapping MS en Parkinson

A
Beiden chronische en progressief met een potentiele zeer invaliderende prognose
Overlappende onderwerpen:
-	Neurologische problemen
-	Motorische problemen
-	Coping
-	Verzorger last
29
Q

Coping: definitie:

A

Voortdurend veranderlijke cognitieve en gedragsmatige inspanningen om specifieke externe en / of interne eisen te beheren die worden beoordeeld als belastend of het overtreffen van dan de bronnen van de persoon.

Coping speelt een belangrijke rol in de aanpassing aan de ziekte.

30
Q

afbeelding coping

A

zie samenvatting

31
Q

Probleemgerichte coping:

A

bevat pogingen om iets constructiefs te doen aan de stressvolle omstandigheden die schade aanrichten aan, bedreigen van of uitdagen van een individu.

32
Q

emotie gerichte coping

A

Emotie-gerichte coping:

Omvat inspanningen om ervaren emoties te regelen vanwege een stressvolle gebeurtenis.

33
Q

Probleemgerichte coping

A

Als hprobleem-gerichte technieken realistisch zijn gezien de situatie, dan is het gebruik ervan kan de kwaliteit van leven te verbeteren.
Echter …
Als probleemgerichte coping technieken gericht zijn op problemen die niet opgelost kunnen worden (bijvoorbeeld het vinden van een remedie voor MS of PD), zal dit waarschijnlijk een lagere kwaliteit van leven met zich meebrengen.

34
Q

De meeste vormen van emotie-gerichte coping wordt geassocieerd met een lagere kwaliteit van leven, maar …

A
  • Acceptatie is een goede emotie-gerichte coping-strategie.
  • Probleemgerichte coping is niet altijd mogelijk / realistisch bij mensen met een ernstige ziekte.
    “Cognitieve gedragstherapie benaderingen zijn gunstig voor de behandeling van depressie en in het helpen van mensen om zich aan te passen aan, en omgaan met, het hebben van MS”
35
Q

Principiële interventie behoeften van de koppels omgaan met PD zijn gericht op:

A
  • het ontwikkelen van effectieve strategieën voor het gezond blijven en blijven plannen voor de toekomst
  • verbeteren van de communicatie tussen echtgenoten en met de normale en informele netwerken
  • vaststellen van gecoördineerde strategieën voor het vergemakkelijken van het oplossen van problemen en de rol aanpassing
    Neuropsychologisch onderzoek wordt gebruikt om neuropsychologische problemen te identificeren.
    Maar ook om te evalueren welke domeinen naar behoren functioneren.
36
Q

Neuropsychologisch onderzoek kan nuttig zijn voor een aantal professionals in de gezondheidszorg:
, neuroloog/zenuwarts, fysieke/ergotherapeuten, sociaal werker, patient, familie, psycholoog

A

Neuroloog/zenuwarts Planning van de behandeling (therapietrouw problemen?).
Fysieke/ergotherapeuten Hoe je nieuwe informatie te presenteren aan patiënten.
Sociaal werker Identificeert de behoeften van patiënten voor dienstverlening.
Patiënt Bevestigen dat problemen worden veroorzaakt door MS.
Familie Kan gezinnen helpen bij het begrijpen van veranderingen in gedrag
Psycholoog Helpt de patiënt om:

  • Gebieden van zwakte te compenseren voor kracht.
  • Verbetering van organisatie (van het leven, huishouden, enz.).
  • Verminderen van de afleiding van de omgeving
37
Q

Urologische aandoeningen, vier onderdelen

A
  • urine-incontinentie
  • erectiestoornissen
  • urethraal syndroom/blaasontsteking
  • prostaatkanker
38
Q

Urine-incontinentie

A

“Onvrijwillig urineverlies waarin onvrijwillig urineverlies een sociaal of hygiënisch problem kan geven en is objectief aantoonbaar” *

  • Incontinentie is een symptoom, geen ziekte.
  • Het is niet een normaal onderdeel van het ouder worden.
  • Het is niet onomkeerbaar.
39
Q

Vormen van urine-incontinentie: zeven onderdelen

A
  • drang
  • spanning
  • overloop
  • reflex
  • functioneel
  • latrogenic
  • complex
40
Q

Oorzaken die te behandelen zijn:

A

(Urinewegen) infectie, atrofische vaginitis, acute verwardheid (= delirium), temporele beperkingen in mobiliteit, fecale impactie, medicijnen bijwerkingen, zwanger (met betrekking tot de levering ervaring).

41
Q

Oorzaken die niet (of moeilijk) te behandelen zijn:

A

Diabetes, beroerte, hersenverlamming, MS, dwarslaesie, geboorteafwijkingen, prostaatvergroting, prostaatkanker.

42
Q

Behandelingen

Farmacologisch en hormonaal

A
  • De meeste drugs hebben behandeling van aandrangincontinentie als doel.
  • Hormonen worden gebruikt als behandeling voor postmenopauzale vrouwen.
43
Q

Chirurgie

A
  • Bijzonder effectief als behandeling voor stressincontinentie.
  • Ook toe te passen: wanneer blaashals of intrinsieke sluitspier disfunctioneel is, of als de prostaat vergroot is.
  • Hangt af van de diagnose, toestand van de patiënt, de ernst van de symptomen in verband met risico’s van chirurgie, effectiviteit, en complicaties.
44
Q

Gedragsmatige technieken: vier onderdelen

A
  • blaastraining
  • gewoonte training / getimed plassen
  • gevraagd/aangespoord plassen
  • bekkenspieroefeningen
45
Q

biofeedback

A

Biofeedback

Zelfhulp en patiëntenvoorlichting

  • Verhoog de naleving van de medische behandeling.
  • Versterking van zelfzorg en netheid om infecties te voorkomen.

Coping vaardigheden benadering
Train coping-vaardigheden om de gevolgen van incontinentie te beheren.

Erectiestoornis

Een aanhoudende of terugkerende, geheel of gedeeltelijk, niet voldoende erectie of te handhaven voor een bevredigend seksuele functioneren voorkomend bij duidelijk lijden en interpersoonlijke problemen.

46
Q

psychologic process en examples

A

zie samenvatting

47
Q

behandeling

A

Behandeling
Ziekte-specifieke behandelingen:
Lifestyle → veranderingen in levensstijl
Endocriene → testosteron vervangende therapie
Vasculaire → chirurgische (bv. arteriële reconstructie)
Farmacologische middelen → stopzetting of substitutie

48
Q

Meest voorkomende behandelingen:

A

Sidenafil therapie (bijvoorbeeld Viagra, succesvol in 60-80% van de patiënten)
Injecties
Vacuüm apparaten
Penisimplantaten (als er andere opties zijn mislukt)

49
Q

Psychologische interventie

A

De oprichting van een bevredigende kwaliteit van het seksuele leven

  • Het verkennen van andere aspecten van seksualiteit / intimiteit
  • Het leren van nieuwe technieken
  • Acceptatie en beheersing van een medische benadering
50
Q

Urethrale syndroom/blaasontsteking

A

De aanwezigheid van een groep urinewegsymptomen zonder duidelijke medische oorzaak.
- Bijvoorbeeld, urinaire frequentie en urgentie, pijn bij het plassen en lage rugpijn.
- Vooral voorkomend bij vrouwen.
- Andere ziekten met soortgelijke symptomen (bijv. urineweginfectie) moet worden uitgesloten
Kan chronische of recidiverende.

51
Q

Beschrijving en behandeling

A

Oorzaken zijn nog onbekend, maar de meeste vrouwen hebben het bewijs van een bacteriële infectie.
Waarschijnlijk, urethrale syndroom is een fase van een normale urineweginfectie.
Aangezien etiologie onbekend is, is behandeling moeilijk, maar meestal medisch gericht.

52
Q

Interventies

A

Individuele psychotherapie
- Als fysieke oorzaken worden behandeld, maar de symptomen aanhouden.
Cognitieve gedragstherapie
- Als het syndroom komt op bepaalde plaatsen of situaties.

53
Q

prostaatkanker, symptomen vijf stuks en behandeling, bijwerkingen en behandeling van deze bijwerkingen

A

Prostaatkanker
De meeste mannen sterven met prostaatkanker, niet vanwege prostaatkanker.
Symptomen
Prostaatkanker symptomen kan onder meer de volgende bevatten:
- Moeilijkheden met plassen.
- Denken dat de blaas leeg is, dan toch weer denken te moeten
- Opstaan om te gaan plassen tijdens de nacht.
- De aanwezigheid van bloed in de urine (dit is zeldzaam).
- Een onvermogen om het krijgen of behouden van een erectie.
Symptomen zijn vaak alleen zichtbaar in gevorderde gevallen van prostaatkanker.
Behandeling
- (Robotachtige) chirurgie, radiotherapie, chemotherapie, hormonale therapie, waakzaam wachten, of een combinatie van deze behandelingen.
Bijwerkingen van prostaatkanker en de behandeling ervan:
- Kwaliteit van leven neemt af, maar herstelt weer bij de overlevenden
- Meer darmen, urine-en seksuele problemen

54
Q

appraisal of coping afbeelding

A

zie samenvatting

55
Q

Ilness representatie

A

Een georganiseerde set van overtuigingen over hoe de ziekte het lichaam beïnvloedt en de mogelijke gevolgen voor het levensactiviteiten en ervaringen.

56
Q

Ziekte voorstellingen begeleiden de selectie van coping-gedrag

A

Onnauwkeurige voorstellingen kunnen leiden tot vertragingen bij het zoeken naar medische zorg, niet-naleving van de voorschriften, enz..

57
Q

Appraisal of coping

A

De uitkomst beoordeling leidt tot verbeteringen in de vertegenwoordiging en de selectie van nieuwe coping-gedrag.

58
Q

Ilnes representations

A

Patiënten vormen overtuigingen over hun ziekte gebaseerd op abstracte en concrete informatiebronnen die beschikbaar zijn voor hen.
- Kan dus worden beïnvloed door het verstrekken van behandeling gerelateerde informatie!

59
Q

Informatievoorziening de gezondheidszorg– definitie

A

Informatievoorziening wordt gedefinieerd als alle behandeling gerelateerde informatie verstrekt door de zorgverzekeraar in mondelinge, schriftelijke of andere vorm.

60
Q

Doelstellingen van de informatievoorziening, vijf onderdelen

A
  • Helpen bij de medische besluitvorming
  • Bereid je voor op de behandeling en de bijwerkingen
  • Verhoogt therapietrouw
  • Verhoogt de vaardigheden om om te gaan met ziekte
  • Bevorderen van herstel
    De waargenomen ontvangst van meer ziekte specifieke informatie is geassocieerd met persoonlijke en behandelingscontrole en een beter begrip van ziekte.
    Tevreden patiënten, patiënten met een voldaan informatiebehoeften, en patiënten die minder informatie barrières ervaren, hebben over het algemeen een betere gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven en minder angst en depressie.