hoorcollege 6: Optimale omvang overheid Flashcards
kasbasis
hoeveelheid overheidsuitgaven in een bepaald jaar zijn gebaseerd op de begroting
transactiebasis
aankopen in dat jaar
effecten inflatie op schuldontwikkeling
positief: schuld is minder waard (noemereffect), bbp groeit sterker dan inflatie. schuldquote gaat naar beneden, schuld wordt kleiner
negatief: beleggers in staatsobligaties eisen hogere vergoeding voor rente, rente stijgt hierdoor en rentelast stijgt op je schuld.
3 problemen van de public choice theory
- budgetmaximalisatie: zo veel mogelijk budget naar ons/mij
- stemmmenmaximalisatie: zorgen dat je zo groot mogelijk wordt om het idee ook uit te voeren, dan moet je wel eens ideeën aanpassen
- conflictminimalisatie: noodzakelijk oom goed geoliede machine te blijven
rol minister van financiën
budget in toom houden.
ministers moeten zelf compensatie vinden voor overschrijdingen van de begroting, als minister hier niet aan voldoen door bijzondere omstandigheden worden andere minsters geconfronteerd met dit probleem.
wat is het prinicipal agent model
agency kosten: preventie kosten (handelsruimte agent beperken) + inspectiekosten (agent controleren) = consequentiekosten: verslies in welvaart for principaal als gevolg verschil tussen feitelijke keuze agent en beste potentiële keuze voor de principaal.
“De principaal-agenttheorie, ook wel het lastgever-agenttheorie, is de situatie waarin een persoon of organisatie – de agent – de bevoegdheid heeft beslissingen te nemen namens een andere persoon of organisatie – de principaal. “
arrow paradox
stemmen niet altijd optimaal resultaat bvb door agenda manipulaties
waarvoor begrotingsafspraken
politici beschermen zich tegen de ongebreidelde groei van de collectieve sector
kosteneffectiviteitsanalyse
doeltreffendheid en doelmatigheid prioriteit ( effect wordt bereikt met hoogste efficiëntie mogelijk)
profijtgedachte
overheidsactiviteiten dienen betaald te worden door ondernemingen die profijt hebben aan de activiteiten
privitarisering
overhevelen overheidsactiviteiten naar de marktsector
- extern te verzelfstandigen (afstoten overheid/uitbesteden taken)
- ontmanteling overheidsmonopolies
- intern verzelfstandigen (agentschap)
effecten privatisering
- efficient omhoog
- kwaliteit dienstverlening omhoog
- kostenbesparing
rendenen privatisering
- lagere maatschappelijke kosten
- minder bureaucratie
- meer efficientie
- verbetering kwaliteit dienstverlening
- genieten en betalen beslissingen liggen in 1 hand