Hoorcollege 10: Sparen, investeren en bankieren Flashcards

1
Q

wat is investering

A

uitgaven voor nieuwe kapitaalgoederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

intertemporal problem

A

ga ik iets nu of later consumeren (opportuniteitskosten), oplossing door geld te lenen, consumptie uitsmeren over tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

probleem van consumptie naar voren halen

A

rente, er is een kostenpost.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

formule rentepercentage of consumptie

A

consumptie nu * (1+R)= consumptie later

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar hangt consumptie nu of later van af

A

persoonlijke wensen en ongeduld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

myopia

A

persoonlijke mate van ongeduld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

prudence

A

mensen hebben geen oneindig leven dus willen liever nu dan later

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

indifferentiecurves

A

meer is altijd beter
afnemende marginale meeropbrengsten:bolling geeft aan
we willen consumptie uitsmeren over tijd
bolling geeft de afnemende marginale meeropbrengsten weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fractional reserve banking

A

iemand geeft 100 euro aan de bank
de bank houdt 50, en leent 50 uit
de gene met de lening spendeert die 50 euro aan iemand, die persoon stop die 50 euro weer in de bank
nu heeft de bank 100+50 euro ipv 100. dit gaat steeds maar door. die 50 euro die die uitleent is niet weg want het is een lening die de bank altijd terug kan vragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

liquiditeitsrisico

A

banken run, als alle mensen geld terug willen in een korte tijd, maar de bank heeft te weinig liquiditeit door lange termijn leningen dan ontstaat er faillissement bij de bank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

net interest margin

A

gat rentestand voor een lening bij de bank en rentestand voor spaartegoed voor de bank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly