Hoorcollege 5: Overheidsinvloed: Hoe en waarom? Theorie en omvang collectieve sector Flashcards
doelstellingen overheidsingrijpen
- allocatie (omvang productie en consumptie)
- stabilisatie (evenwichtige macro economische ontwikkeling)
- verdeling (herverdeling inkomens op eerlijke manier)
marktimperfecties
- collectieve goederen worden niet geproduceerd (geen markt)
- machtsposities (monopolie)
- asymmetrische informatie
- externaliteiten
wat is de output gap
kloof tussen feitelijke omvang van bbp en structurele bbp
wat is een negatieve output gap
bezettingsgraad van de productiecapaciteit lager dan bij het evenwicht, en de werkloosheid hoger dan de evenwichtswaarde (structurele werkloosheid). economie draait minder hard dan mogelijk.
wat is een positieve output gap
hogere bezettingsgraad bij productiecapaciteit (aanbod) en een hogere bezettingsgraad in werkloosheid dan het evenwicht (vraag). vraag en aanbod liggen beiden hoger dan het evenwicht, economie draait harder dan gemiddeld.
hoe grijpt de overheid in op de conjunctuur
- actief ingrijpen (discretionaire maatregelen):
laag conjunctuur
- overheidsuitgaven vergroten
- verlagen belasting
hoog conjunctuur
- uitgaven verlagen
-belasting verhogen - automatische stabilisatoren
- belastinginkomsten dalen door recessie -> werkloosheid stijgt, mensen minder belasting betalen –> uitkering stijgt –> overheidstekort loopt op –> gevolgen recessie worden verzacht (wegvallen vraag)
hoog con–> veel geld in, weinig uit
laag con –> meer werkloosheid, minder verdienen, minder belasting, meer uitkeringen
motieven overheidsingrijpen
- onvolledige info
- onvolkomen concurrentie (monopolie)
- schaalvoordelen
- externe effecten (externaliteiten)
wet van wagner
overheidstaken worden meer als de maatschappij zich ontwikkelt. inkomen/hoofd stijgt –> vraag luxe collectief gefinancierde goederen en diensten stijgen
plateautheorie
na een crisis groeien de uitgaven en belastinginkomsten en na die schok blijft het daar hangen, uitgaven en belastingpeil loopt spronggeweis op.
ziekte van baumol
arbeidsproductiviteitsstijging bij overheid< dan stijging in markt die productiever en efficiënter is. Productiviteitsgroei lager bij collectieve sector en dus een stijging in collectieve lasten, meer geld kwijt aan productie.
public choice theory
publieke ambtenaren hebben eigen ideeën, willen dat geld naar hun gaat, waardoor uitgaven collectieve sector stijgen.
Kessler analyse (vliegwiel van Kessler)
verklaring groei en afnamen. Belasting verhoogd–> arbeid duurder, doordat lonen stijgen –> bedrijven zijn meer geld uit dus investeren minder en vraag arbeid neemt af –> werkloosheid neemt toe en dus sociale premies ook–> collectieve uitgaven nemen toe.
emu- saldo
verschil overheidsinkomsten en uitgaven op transactiebasis.
emu schuldquota
60% feitelijk van het bbp
emu tekort
3% feitelijk van het bbp