Hoorcollege 5 - Persoonlijkheidsstoornissen Flashcards

1
Q

Persoonlijkheid

A

Verwijs naar een geheel van karakteristieken op vlak van:
- Cognities
- Emoties
- Verlangens
- Relaties
Die aan een persoon worden toegekend

Wordt beïnvloedt door zowel:
- Genetische factoren
- Omgevingsfactoren

Persoonlijkheid ontwikkelt zich doorheen het hele leven, vooral adolescentie

Vb. Extraversie, openheid,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Karakter

A

Verwijst naar een geheel van karakteristieken op vlak van
- Moreel - etische kwaliteiten
=> Iemands waarden en normen die een persoon kunnen worden toegekend

Karakter wordt sterk beïnvloed door omgevingsfactoren:
- Opvoeding
- Sociale invloeden

Karakter wordt vaak gezien als meer stabiel en minder veranderlijk dan persoonlijkheid

Vb. Eerlijkheid, moed,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Temperament

A

Verwijst naar dat aspect van persoonlijkheid dat betrekking heeft op
- De basis van iemands emotionele reacties
- De gedragsstijlen die aan een persoon kunnen worden toegekend

Temperament is het aangeboren aspect van persoonlijkheid en manifesteert zich al op jonge leeftijd

Temperament is relatief stabiel gedurende het hele leven

Vb. Hoe snel iemand boos wordt, hoe actief iemand is,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kenmerken persoonlijkheidsstoornis

A

1) Cognitieve stoornissen
2) Emotionele stoornissen
3) Relationele stoornissen
4) Motivationele stoornissen

= Deze kenmerken moeten tot uiting komen in een breed scala van persoonlijke en sociale situaties, leiden tot een lijdensdruk, beperking in het sociale of beroepsmatig functioneren, van lange duur zijn

Niet verklaarbaar zijn door:
- Een andere psychische stoornis
- Het gebruik van middelen
- Een somatische aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cognitieve stoornissen

A

Verwijst naar de manier van denken, waarnemen en interpreteren van zichzelf, andere mensen en gebeurtenissen, die verstoord zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Emotionele stoornissen

A

Dit verwijst naar de emotionele reacties die te veel of te weinig wisselend, te sterk of te zwak of ongepast kunnen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Relationele stoornissen

A

Dit verwijst naar problemen met intimiteit en wederkerigheid in relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Motivationele stoornissen

A

Dit kan variëren van een te weinig controle over impulsen tot juist te veel rigide controle van eigen verlangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verloop persoonlijkheidsstoornis

A

Begint op jonge leeftijd omdat de persoonlijkheid progressief vorm krijgt tijdens de kindertijd en adolescentie

! De persoonlijkheidsstoornis wordt nog niet gesteld in de adolescentie omdat het gedrag nog te veranderlijk en instabiel is !

=> Vanaf leeftijd van 30

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Persoonlijkheid en persoonlijkheidsstoornissen

A
  • Zijn tijdens de adolescentie stabieler dan werd verwacht
  • Zijn op volwassen leeftijd veel minder stabiel dan werd verwacht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Prevalentie persoonijkheidsstoornis

A

Lifetime prevalentie tussen 1,5% en 4,5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Prevalentie ambulante psychiatrische zorg

A

Tussen 40% en 90%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Prevalentie forensische psychiatrie

A

Ongeveer 70%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly