Hoorcollege 2 - Autismespectrumstoornis Flashcards
Syndroom van Rett
Medische diagnose waarbij autistische gedragingen voorkomen
Desintegratiesyndroom
Kinderen die plots na 2 tot 4 jaar een terugval vertonen in vaardigheden
Afwijkende wederkerigheid
Onvermogen om spontaan vreugde en successen te delen met anderen
Afwijkende non - verbale communicatie
Weinig oogcontact maken, ontbreken van gezichtsuitdrukkingen, moeite hebben met het gebruiken en begrijpen van gebaren
Betekenisprobleem
Moeilijkheden met het begrijpen/gebruiken van taal om een betekenis te geven
Vb: Wat is het patroon in deze reeks: 2,4,6,8,…
'’Ik weet het niet’’
4 A’s Bleuler (primaire symptomen schizofrenie)
1) Associatieverstoring
2) Affectvervlakking
3) Ambivalentie
4) Autisme
1) Problemen met het logisch samenvoegen van gedachten
2) Verminderde emotionele expressie
3) Tegengestelde gevoelens of gedachten over hetzelfde onderwerp
4) Terugtrekking in de eigen innerlijke wereld
(In de context van schizofrenie werd autisme beschreven als een symptoom waarbij iemand zich terugtrekt in de eigen wereld, met weinig interesse of contact met de externe realiteit)
Leo Kanner en Hans Asperger
Introduceerden autisme als een aparte stoornis die te onderscheiden was van andere stoornissen
Lora Wing
Moeder van een dochter met autisme.
Moeder waren in deze tijd zogezegd nog ‘kille moeders’. Lora gaf aan dat dit niet waar was, maar dat het koudere functioneren een gevolg was van de noden van haar kind
3 basiskenmerken autisme Lora Wing
1) Moeite om met andere mensen om te gaan
2) Moeite in communicatie
3) Moeite met verbeelding waardoor ze stroef denken en handelen
Een triade van moeilijkheden die alle mensen met autisme delen, hoe verschillend ze voor de rest ook zijn
Verleden: verschillende diagnostische benamingen voor autisme
1) Autistische stoornis
2) Syndroom van Asperger
3) Syndroom van Rett
4) Pervasieve ontwikkelingsstoornis PDD - NOS
5) Desintegratiestoornis
Nu: ASS
Autismespectrumstoornis
De term die wordt gebruikt om te verwijzen naar de verschillende manieren waarop autisme zich uit.
Autisme: neurodivergent
Geen stoornis, maar een andere manier van informatieverwerking
= Anders, maar niet gestoord
Symptomen autisme
A) Beperking in de sociale communicatie en interactie
B) Beperkt, repetitief gedrag, interesses of activiteiten
C) Moeilijkheden in de omgang met anderen
D) Moeilijkheden in de communicatie
E) Moeilijkheden in de verbeelding
F) Stereotype en repetitieve gedragingen
G) Beperkte Interesses
H) Ongewone reacties op zintuiglijke prikkels
I) Tekorten maar ook sterktes
A) Beperking in de sociale communicatie en interactie
1) Beperkte sociale - emotionele wederkerigheid
2) Beperking in het non - verbale communicatieve gedrag
3) Beperking in het ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van relaties
Er moet een aanhoudende beperking zijn op 3 gebieden van sociale communicatie en interactie
Beperking sociale - emotionele wederkerigheid
- Moeite met het initiëren en beantwoorden van sociale interacties
- Beperkte reacties op sociale signalen
- Verminderd vermogen om gevoelens en gedachten te delen, zoals door gespreksuitwisseling of emotioneel inlevingsvermogen
Beperking in het non - verbale communicatieve gedrag
- Ongewone oogcontacten, gezichtsuitdrukkingen, lichaamstaal of gebaren
- Moeite met het begrijpen of gebruiken van non - verbale signalen
- Gebrek aan afstemming tussen verbale en non - verbale communicatie
Beperking in het ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van relaties
- Moeite met het aanpassen van gedrag aan verschillende sociale situaties
- Moeite met het maken van vrienden
- Gebrek aan interesse in leeftijdsgenoten of beperkte interesse in sociale relaties
Beperkt, repetitief gedrag, interesses, activiteiten
- Stereotype of repetitieve motorische bewegingen, gebruik van voorwerpen of spraak
- Hardnekkig vasthouden aan routines, inflexibel vasthouden aan rituelen of een overdreven weerstand tegen veranderingen
- Zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal intens of gefocust zijn
- Hyper - of hyporeactiviteit op zintuigelijke prikkels, of ongebruikelijke belangstelling voor zintuigelijke aspecten van de omgeving
Er moeten minstens 2 van volgende kenmerken aanwezig zijn
Moeilijkheden in de omgang met anderen
Moeite in contact:
- Wel willen, maar niet kunnen
- Vooral in minder gestructureerde omstandigheden
- Vooral met leeftijdsgenoten
Hechting verloopt anders:
- Zoeken contact als ze behoefte hebben, minder om te delen of om ouder te plezieren
- Soms geen verdriet als ouders hen achterlaten en maken minder verschil tussen vreemden en bekenden
Kwaliteit van contact is anders
- Bij baby’s: geen oogcontact, steken armpjes niet uit
- Sociale blindheid
- Men onderscheidt verschillende types
Sociale blindheid
Blind voor de binnenkant van anderen
- Kwetsbaar voor pesterijen
- Vrienden maken is moeilijk
Moeilijkheden in de omgang met anderen
- Het afzijdige type
- Het passieve of meegaande type
- Het actief bizarre type
- Het stijf formalistische type
Het afzijdige type
- Leggen nauwelijks contact
- Weren contact af, komen onverschillig over
- Instrumenteel contact
- Vaker lagere intelligentie
Het passieve of meegaande type
- Geen spontane toenadering naar anderen
- Accepteren wel toenadering
- Acceptabele speelpartners omdat ze volgen
Het actief bizarre type
- Heel actief in sociaal contact
- Contact is vreemd, naïef, bizar, ongepast
- Nemen initiatief om te spelen maar dringen hun idee op
- Vaker normaal begaafd