Hoorcollege 3 - Depressieve Stemmingsstoornissen Flashcards

Hoorcollege 3 - Depressieve Stemmingsstoornissen

1
Q

Anhedonie

A

Duidelijke vermindering van interesse en plezier in (bijna) alle activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Insomnia

A

Moeilijk in slaap vallen en/of veel wakker worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hypersomnia

A

Voortdurend slapen (tegenovergestelde insomnia)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Disruptieve stemmingsregulatiestoornis

A
  • Woede - en agressie - uitbarstingen
  • Intense emotionele uitbarstingen
  • Impulsiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Persisterende depressieve stoornis

A

(= Dysthymie)
- Depressieve klachten milder
- Veel langduriger (minstens 2 jaar, grootste deel van de dag en meer dagen wel dan niet)
- De klachten niet episodisch maar permanent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Premenstruele stemmingsstoornis

A

Emotionele labiliteit, somberheid, angstklachten, prikkelbaarheid tijdens 2 de eisprong en het begin van menstruatie bij vrouwen (2 weken)
=> Er is sprake van een stoornis wanneer er daardoor een belangrijke impact is op het functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Depressieve stemmingsstoornis door middel/medicatie of door somatische (lichamelijke) aandoening

A

Depressieve klachten zijn duidelijk gebonden aan het gebruik van middel, medicatie of een lichamelijk probleem

Hierbij ontbreken vaak:
- Anhedonie
- Schuldgevoelens
- Doodsgedachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verloop depressie

A

Gemiddeld ruim een half jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Response

A

Wanneer er een duidelijke en merkbare verbetering van de klachten optreedt nadat de behandeling is gestart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Remission

A

Wanneer de betrokkene geen klachten meer heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Recovery

A

Wanneer het herstel 4 tot 6 maanden blijft duren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Relapse

A

Wanneer er een terugval is binnen de 4 tot 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Recurrence

A

Wanneer er een terugval is na een recovery m.a.w. na een herstel dat 4 tot 6 maanden blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Stableliabilitymodel

A

Kwetsbaarheden van bij een eerste depressieve periode die blijven bestaan

Eenmaal kwetsbaar, altijd kwetsbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Acquired - susceptibility model

A

Stress als gevolg van een eerste depressieve periode, die maakt iemand ook kwetsbaarder voor een volgende depressieve periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Dysthyme klachten

A

Een licht, maar langdurige vorm van depressie waar je voor langere periode last hebt van van een sombere stemming en meerdere symptomen van een depressie ervaart

17
Q

Lifetime prevalentie

A

Hoeveel mensen er op enig moment in hun leven een depressie hebben gehad

18
Q

Puntprevalentie

A

Hoeveel mensen er op een willekeurig moment (Vb. vandaag) een depressie hebben

19
Q

Recidiveren

A

Terugvallen

20
Q

Symptomen depressie

A

1) Sombere stemming
2) Duidelijke vermindering van interesse en plezier in (bijna) alle activiteiten
3) Duidelijke gewichtsvermindering of -toename of een verandering in de eetlust
4) Insomnia of hypersomnia
5) Psychomotorische rusteloosheid of remming
6) Moe of verlies van energie
7) Gevoelens van schuld en waardeloosheid
8) Verminderd vermogen tot nadenken en concentratie
9) Terugkerende gedachten aan de dood of aan zelfmoord

21
Q

1) Sombere depressieve stemming

A
  • Alles is grijs, zwart
  • Zich somber, rot, down, voelen
  • Pessimisme
  • Een gevoel van uitzichtloosheid
  • Voortdurend willen huilen of niet kunnen huilen
22
Q

2) Duidelijke vermindering van interesse en plezier in (bijna) alle activiteiten

A
  • Nergens geen belangstelling meer in hebben
  • Nergens geen plezier meer in hebben
  • Nergens geen interesse meer in hebben
  • Nergens geen gevoel meer bij hebben
23
Q

3) Duidelijke gewichtstoename of -vermindering of verandering in de eetlust

A
  • Geen eetlust hebben
  • Eten omdat het moet
  • Vreetbuien hebben
  • Alle voedsel heeft dezelfde vage smaak
24
Q

4) Duidelijke slaapproblemen

A
  • Insomnia
  • Problemen met inslapen of doorslapen
  • Onrustig slapen
  • Hypersomnia
25
5) Gevoelens van rusteloosheid of geremdheid
- Een zichtbare opgejaagdheid en rusteloosheid - Gespannen muziek - Vertraging in spreken en bewegen - Lang stilzitten - Verstarde mimiek
26
6) Moeheid en verlies aan energie
- Geen fut hebben - Zich moe voelen bij opstaan - Het gevoel hebben dat alles pakken energie kost - Uitgeput zijn
27
7) Schuldgevoel en gevoelens van waardeloosheid
- "Ik doe niet genoeg mijn best" - "Ik ben anderen niet dankbaar" - "Ik ben waardeloos" - "Ik verwaarloos mijn gezin" - "Ik verdien dit"
28
8) Verminderde concentratie en besluiteloosheid
- Zich niet kunnen concentreren - In rondjes blijven denken - Geen beslissingen kunnen nemen
29
9) Terugkerende gedachten aan de dood en suïcidegedachten
- Angst voor de dood - Denken aan zelfdoding of pogingen daartoe ondernemen => "Het is de enige uitweg..." => "Het is voor iedereen beter als..." => "Ik kan zo niet verder..."
30
Symptomen burn - out
- Extreem en chronisch gevoel van uitputting en vermoeidheid - Een mentale distantie t.a.v. de job die men doet - Een cognitieve ontregeling - Een emotionele ontregeling
31
Risicopersonen burn - out
- Een bovengemiddeld verantwoordelijkheidsgevoel - Perfectionisme - Vrouwen > mannen - De neiging om bij stresssituaties ontwijkend te reageren i.p.v. ze aan te pakken - Een laag zelfbeeld - Hoge verwachtingen t.a.v. hun werk
32
Symptomen beginnende dementie
- Cognitieve achteruitgang - Depressieve klachten
33
Symptomen persoonlijkheidsstoornissen
Depressieve klachten
34
Depressie gepaard met een andere psychische stoornis
- Angststoornissen - Middelgebonden stoornissen - Lichamelijke klachten van psychische oorsprong - Somatische ziektes
35
Depressies komen meer voor in:
- Oost - Europa - Afrika - Midden Oosten - Zuid - Amerika
36
Depressies komen minder voor in:
- Azië - Gebieden rond de Stille Oceaan