Hoorcollege 3 - Bipolaire stoornissen Flashcards

1
Q

Manische episode

A

Een periode waarin iemand een abnormaal en aanhoudend
- Verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming ervaart
- Overmaat aan energie en activiteit thuis, op school, werk,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hypomanische episode

A

Minder ernstige vorm van manie, die vergelijkbare symptomen heeft maar niet leidt tot significant problemen in het sociale of beroepsmatige functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Depressieve episode

A

Periode waarin iemand een abnormaal en aanhoudend
- Gevoel van somberheid ervaart
- Verlies van interesse en plezier heeft (= anhedonie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bipolaire I - stoornis

A

Zodra iemand 1 manische episode doormaakt spreekt men van een bipolaire I stoornis, er volgen sowieso nog manische episodes en depressieve episodes

Ze hebben hoge ups en downs, maar mits de juiste behandeling kunnen zij vrij goed functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bipolaire II - stoornis

A

Mensen met een bipolaire II stoornis zijn vaker en langer depressief, daardoor kunnen ze tussendoor minder goed functioneren

Bipolaire II stoornis is geen lichtere stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cyclothyme stoornis

A

Er is sprake van een langdurig patroon van talrijke hypomanische en depressieve periodes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bipolaire spectrumstoornis

A

Er is sprake van de kenmerken van een bipolaire stoornis, waarbij niet voldaan wordt aan de criteria van de DSM, maar wel duidelijke zijn in die richting

(Geen DSM - diagnose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rapid cycling patroon

A

De episodes wisselen elkaar sneller af, respectievelijk tot 4X per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ultra - rapid cycling patroon

A

De episodes wisselen elkaar sneller af, respectievelijk tot 4X per maand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kindling

A

Dit is een fenomeen waarbij naarmate de ziekte vordert:
- Meer episodes optreden
- De tussenperiodes waarin de betrokkene symptoomvrij is steeds korter worden
- De cyclusduur afneemt
- De terugkerende episodes minder afhankelijk worden van psycho - sociale stressfactoren
- Latere episodes steeds moeilijker behandelbaar worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De cyclusduur

A

De periode van het begin van een episode tot het begin van een volgende episode

= Dus de episode en de remissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Manisch - depressieve stoornis

A

= Folie circulaire
= Folie à double forme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Symptomen depressieve episode

A
  • Een duidelijke gewichtstoename of -vermindering
  • Verandering in de eetlust
  • Gevoelens van rusteloosheid of geremdheid
  • Altijd moe zijn en een gebrek aan energie ervaren
  • Schuldgevoelens en gevoelens van waardeloosheid
  • Concentratieproblemen en besluiteloosheid
  • Terugkerende gedachten aan de dood en suïcidale gedachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Symptomen borderline persoonlijkheidsstoornis

A
  • Stemmingsschommelingen zijn gekoppeld aan interpersoonlijke stressoren
  • Stemmingsschommelingen zijn overwegend negatief gekleurd
  • Stemmingsschommelingen zijn niet episodisch maar zijn eerder gekoppeld aan de persoonlijkheid
  • Er zijn meestal ook geen mensen met een bipolaire stoornis in de familiale voorgeschiedenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verloop bipolaire stoornis

A
  • Jongvolwassenleeftijd, tussen 20 en 25 jaar
  • Begint meestal met een depressieve periode
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bipolaire stoornis gaat vaak samen met

A
  • ADHD
  • Middelen stoornis