Hoorcollege 3 Flashcards
Hoofdvraag Durkheim en paradigma
Hoe is sociale orde mogelijk, structureel functionalisme
Anomie
Hoge mate van normloosheid
Saint-Simon en Auguste Comte
Durkheim was geïnspireerd door hen, wilde sociologie als zelfstandige wetenschap op de kaart zetten
Sociale feiten
Wijze van handelen, denken en voelen dat extern is aan individu maar wel dwang kan uitoefenen. (Niet stelen in appie)
Agency
Vrijheid die mensen hebben om te handelen en doen wat ze willen.
Handelingen produceren.
Blue lagoon ouders.
Structure
Mensen creëren met elkaar een structuur die invloed heeft op het handelen.
Handelingen reproduceren.
Kind van blue lagoon.
Zullen altijd structuren, regels en normen zijn die je gedrag enigszins beperken.
Arbeidsdeling/ taakdifferentiatie
In moderne samenleving gingen mensen steeds vaker het werk met elkaar delen, omdat dit efficiënt was.
Dynamische dichtheid
Groeiende bevolkingsdichtheid (overgang agrarisch naar modern)
Sociale cohesie
De binding tussen mensen, deze komt op een andere manier tot stand in modern dan in agrarisch
Mechanische solidariteit
- Agrarische samenleving
- Solidair door gelijkenis
- Amper arbeidsverdeling
- Collectief bewustzijn = iedereen heeft ongeveer gelijke ideeën
- Repressief recht
Repressief recht
Wanneer de solidariteit verstoord wordt door iets afwijkends, wordt persoon bv verbannen
Organische solidariteit
- Moderne samenleving
- Toenemende arbeidsdeling
- Wederzijdse functionele afhankelijkheid
- Klein gemeenschappelijk bewustzijn
- Groot individueel bewustzijn
- Restitutief recht
Restitutief recht
Wanneer de solidariteit verstoord wordt door iets afwijkends wordt de persoon bestraft, maar er vindt resocialisatie plaats
Anomische arbeidsdeling
Zodanig werk opsplitsen dat het niet meer productief en zinvol is
Afgedwongen arbeidsdeling
Sommig mensen krijgen posities waar ze geen recht op hebben op basis van hun capaciteiten
Durkheim en samenleving
- Ziet samenleving als organisch geheel
- Moet begrepen worden in relatie tot geheel
- Functionele analyse