Hoorcollege 15 Flashcards

1
Q

positieve correlatie

A

2 variabelen neigen zelfde richting te veranderen. Als X toeneemt, neemt Y ook toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

negatieve correlatie

A

2 variabelen neigen tegengestelde richting te gaan, als X toeneemt, neemt Y af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rondje om de puntjes heen maken kan helpen met correlatie zien. Hoe?

A

Hoe breder het rondje hoe dichter correlatie bij 0, hoe smaller het rondje hoe dichter correlatie bij 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

som van producten (SP)

A

gebruiken we om hoeveelheid covariabiliteit tussen 2 variabelen te meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat bereken je bij SP

A

het product van de deviatie scores van X en Y. Je vermenigvuldigt de deviatie scores en telt ze bij elkaar op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe bereken je r (pearson correlatie)

A

Je pakt de SP en je deelt dat door de wortel te nemen van (SSx SSy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

veranderd het patroon van de correlatie bij het optellen/aftellen van constante of vermenigvuldigen/delen van elke X en Y-waarden met + constante.

A

nee correlatie identiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat gebeurd er met de correlatie en het patroon als je elke X en Y waarde met een - constante vermenigvuldigt

A

spiegelbeeld van patroon. Teken van correlatie veranderd. (numerieke waarden niet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

outliers en correlaties

A

outliers kunnen correlatie drastisch veranderen. Kijk naar scatterplot ipv alleen R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houd r2 in

A

de correlatie in het kwadraat. Dit laat zien hoeveel procent van de variantie in Y verklaard word door X

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kun je een R van 1 kwadrateren.

A

nee dan voorspeld het gewoon 100 %

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kun je zien of jouw correlatie in kritische waarde valt of niet.

A

Met de formule maar ook als de correlatie groter of gelijk aan de kritische waarde is dan significant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Pearson correlatie is voor welke soort schaal

A

numerieke scores in interval of ratioschaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat voor data schaal meet spearman-correlatie

A

uit een ordinale schaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat meet spearman in vergelijking met pearson

A

pearson meet mate van lineair verband en spearman meet of data een consistente eenrichtingsrelatie vertonen, niet perse lineaire.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

monotoon

A

beschrijft reeks die constant toeneemt of afneemt.

17
Q

welke soort correlatie meet dus mate van monotone relatie tussen 2 variabelen

A

spearman-correlatie

18
Q

Wat doe je bij een dataset met rangen om de correlatie te berekenen

A
  • zet de originele data om in rangen (op volgorde)
  • Pak de ΣXY, Dus X vermenigvuldig met Y en dan alles bij elkaar op tellen
  • Vermenigvuld ΣX en ΣY met elkaar en deel dat door N. N is het aantal rangen die je hebt.
    Deze rekensom haal je van ΣXY af.
  • Daarna pak je weer de normale formule om de correlatie tussen x en y uit te rekenen.
19
Q

gelijke scores rangschikken

A
  • zet scores op volgorde van klein naar groot.
  • wijn een rang toe aan elke positie van de lijst (1e of 2e)
  • wanneer 2 of meer scores gelijk zijn, bereken het gemiddelde van hun rang en wijs deze gemiddelde waarde toe als rang voor elke score.
20
Q

Phi-coëfficiënt

A

correlatie tussen 2 variabelen die beide dichotoom zijn