Hoofdstuk 17 Flashcards

1
Q

parametrische tests

A

test hypothesen over specifieke populatieparameters. Worden vaak aannames gedaan over andere populatieverdelingen. (interval/ratioschaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

niet-parametrische test

A

doet geen of weinig aannames over populatie verdeling. Geen numerieke data. (nominale of ordinale schaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

chi-kwadraattoets voor goedheid van fit

A

gebruikt steekproefdata om hypothesen over vorm of proporties van populatieverdeling te testen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het doel van chi-kwadraat toets

A

waargenomen frequenties vergelijken met Ho en dan kijken hoe goed data past bij Ho verdeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar staat de Fo voor

A

data uit steekproef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar staat Fe voor

A

H0 verwachte data

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de df bij de chi-kwadraat verdeling

A

het aantal catagorieën -1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe test je een chi-kwadraat test

A
  • Kijk voor de kritieke waarde in tabel B8 met df (aantal categorieën -1) en alpha niveau.
  • maak verwachte frequenties door middel van de n en de procenten
  • Bereken chi-kwadraat met de formule. Haal de gevonden data van de verwachte data af, zet het in kwadraat en deel door de verwachte data. Doe dit bij elke categorie en tel dit bij elkaar op.
  • Als het hoger is dan de kritieke waarde kun je de Ho hypothese verwerpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

is een chi-kwadraattoets parametrisch

A

nee niet-parametrische test, maakt geen aannames over parameters en vereist geen data van interval of ratioschaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

chi-kwadraat test voor onafhankelijkheid

A

gebruikt frequentie data van steekproef om relatie tussen 2 variabelen in populatie te evalueren. hierdoor ontstaat 2 dimensionale frequentieverdelingsmatrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke df pak je bij een chi-kwadraat met 2 onafhankelijke variabelen

A

(R-1) (C-1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

cohen;s w

A

effectgrootte berekenen bij chi-kwadraat toetsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe gebruik je cohen’s w

A

Je maakt van de getalen proporties. en gebruikt eigenlijk dezelfde formule als bij chi-kwadraatformule. Vervolgens pak je de wortel van het antwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

cohen richtlijnen interpreteren w

A
  • 0,10 klein
  • 0,30 middel
  • 0,50 groot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

heeft n invloed op cohen’s w

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke maten zijn speciaal ontwikkeld om effectgrootte voor chi-kwadraattoets te meten

A

phi en cramer’s V

17
Q

Als matrix groter is dan 2x2, welke effectgrootte pak je dan

A

cramer’s V

18
Q

wanneer mag chi-kwadraattoets niet worden uitgevoerd

A

als verwachte f lager is dan 5