Hoorcollege 13 Flashcards

Asociaal gedrag online

1
Q

Agressie

A

Agressie is intentioneel gedrag met als doel iemand fysiek of mentaal pijn te doen (Aranson, 1999) -> het is dus gedrag, geen mening of gevoel. Mensen willen er iets mee bereiken, dus opzettelijk.
-> Dus meer dan alleen fysiek geweld (ook mentaal)

Er zijn twee soorten agressie:
-Hostile aggression (vijandige agressie)
-Instrumental aggression (instrumentele agressie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hostile aggression

A

Een daad van agressie als gevolg van een gevoel van boosheid met als doel iemand pijn te doen of verwonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Instrumental aggression

A

Een intentie om iemand pijn te doen, maar het pijn doen is een middel om iets te bereiken en niet het doel
-> het tactisch gebruik maken van agressie, niet om iemand pijn te doen, maar om een ander doel zoals sociale status of geld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aspecten van internet die bij kunnen dragen aan agressie

A
  1. Aspecten die de motivatie creëren
    -> motivational aspects
  2. Aspecten die interne en externe remming (inhibitie) verminderen
    -> disinhibitory aspects
  3. Aspecten die agressief gedrag mogelijk maken
    -> opportunity aspects
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Motivational aspects

A

-Internet is alomtegenwoordig (het is er altijd en overal) er is dus veel content die potentieel agressief gedrag kan opwekken
-Dit vergroot de kans op een grote mate van blootstelling
-Wat agressief gedrag kan primen
-Mensen kunnen het gewoon gaan vinden (cultivatie-theorie -> je ziet bepaalde beelden, dat bepaalt hoe je de echte wereld ziet. Bijvoorbeeld films of tv series)
-Mensen kunnen ongevoelig raken voor geweld (het wordt normaal, dus minder afschuwwekkend)
-Heel veel mensen hebben toegang
-In principe is het internet voor iedereen
-Geen programmering (niet zoals tv, die bepaalde beelden niet laten zien. Of beelden die afgeschermd worden voor kinderen)
-Toegang tot websites en beeldmateriaal wat normaal niet voorhanden zou zijn (bijv. Geweld, porno)
-Interactief en daardoor raak je meer betrokken (content plaatsen en interactie met content, kunnen mensen zich meer betrokken voelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom geweldadige games een sterker effect kunnen hebben dan geweldadige films

A

Conditionering en observational learning

In een spel ben je zelf de agressor, omdat je zelf op knopjes moet duwen om een actie uit te voeren. Op tv kijk je alleen naar het beeld. Agressie wordt beloond door woorden zoals: ‘’nice shot’’ of ‘’headshot’’. Game gaat vaak over vechten en verslaan en vijanden wegjaagen, is er zijn veel meer agressieve acties dan in films. In films gaat het vaak ook nog over iets anders. Je wordt dus minder gevoelig voor bloed en ellende. Doordat videogames steeds realistischer worden kun je de twee werelden slechter onderscheiden. Observational learning = je ziet anderen in de game iets doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Disinhibitory aspects

A

(minder remmende werking om agressief gedrag) (ontremmende aspecten)

-Participatie is meestal privé en anoniem
-Veel meer heftige en extremere inhoud met vieze filmpjes met veel agressie, meer dan in traditionele media, waarbij een tv maker beslist wat er getoond wordt.
-De consumptie wordt niet in de gaten gehouden door anderen.
-Online kan je makkelijk in aanraking komen met mensen die hetzelfde denken als jou. Kan onschuldig zijn, maar het kan ook zijn dat je mensen tegenkomt die extreme ideeën hebben. Die kom je online sneller tegen en zijn allemaal meningen aan het delen. Dan kan je denken dat het normaal is en er meerdere mensen zijn die zo denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Opportunity aspects

A

(manieren waarop media agressie vergemakkelijkt)

-Vrij makkelijk om een doelwit te vinden. Je kan ook veel informatie vinden over het doelwit via internet. Je kunt ze ook makkelijk benaderen.
-Je kan je anders voordoen dan je bent. Een oude man die zich voordoet als jong meisje.
-Ten eerste ziet de dader niet wat hij of zij de ander, het slachtoffer, aandoet.
-Ten tweede er komt geen wraak op de dader, ze worden niet bestraft, omdat het anoniem gebeurd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

(Cyber)pesten

A

Het is net zoals agressie een gedrag en intentioneel, maar we zien ook wat extra dingen. Het is herhaaldelijk een terugkerend patroon van dezelfde agressor naar hetzelfde slachtoffer. Het slachtoffer is vaak minder machtig dan de agressor.
-> Het is een vorm van misbruik gebasseerd op onbelans van macht.

Bij Cyberpesten komt het ‘’using electronic forms of contact’’ er bij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verschillen tussen online en offline pesten

A

-Afhankelijk van de technische expertise van de pester. De pester kan ook macht en voordeel halen uit technische expertise. Bijvoorbeeld hoe je filmpjes bewerkt. Onbalans van macht kan hier dus ook zitten.
-Anoniem - indirect
-Je ziet je slachtoffer niet, dus is makkelijker om te pesten. Minder medelijden
-Er zijn ook omstanders. Omstanders zijn aanwezig bij de situatie. Online hoeft dat niet of is dat vaak niet zo. Online kan de observer bij de pester, bij het slachtoffer, maar ook bij niemand, maar gewoon online op een medium een filmpje tegenkomen van het slachtoffer.
-De status die je als pester laat zien, is minder vaak aanwezig bij cyberpesten dan offline. Omdat het anoniem is.
-Er is wel veel meer bereik. In principe kan de hele wereld het zien
-Het is moeilijk te ontvluchten. Het kan overal aanwezig zijn voor het slachtoffer.

Dus cyberpesten gaat altijd verder en het slachtoffer is dus kwetsbaarder. Het is lastiger te stoppen en de gevolgen gaan heel lang door.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Soorten cyberpesten

A

-Dreigmailtjes, chantage (rare of belastende foto’s van slachtoffer)
-Uitschelden (flaming)
-Wachtwoorden veranderen
-Hacken van sociale media profiele en profielnaam of foto veranderen
-Seks- of geweldfilmpjes sturen (ongewenste content)
-Een beschamende tekst of video over diegene online zetten
-Virus sturen
-Sexting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Motieven voor cyberpesten

A

Interne motieven:
-Wraak
-Verveling
-Jaloezie
-Proberen anders te zijn (experimenten met je persona; populair willen zijn)
-Afreageren (bijv. Pester niet zon fijne thuissituatie, afleiding zoeken)

Externe motieven:
-Geen gevolgen zien
-Geen confrontatie, geen straf of wraak
-Het slachtoffer is anders (uiterlijk, karakter, etc.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Coping strategies

A

Hoe iemand die gepest wordt omgaat met het gepest worden
Dit kan door:

-Blokkeren van bepaalde mensen om contact met je te zoeken
-Veranderen van wachtwoorden, gebruikersnamen, adressen, telefoonnummers (en zelf verhuizen)
-Verwijderen van berichten zonder ze te lezen
-Tegen de pester zeggen dat hij/zij moet stoppen
-Terugpesten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Trolling

A

Trolling is an act of intentionally provoking and/or antagonising users in an online
environment that creates an often desirable, sometimes predictable, outcome for the troll.

Online trolling is the practice of behaving in a deceptive, destructive, or disruptive manner in
a social setting on the Internet with no apparent instrumental purpose.

  • Trolling komt overal voor.
  • De meeste trollen zijn opgeleide en sociale mensen.
  • De meest voorkomende motivaties voor game trollen zijn:
    1. Entertainment (personal enjoyment)
    2. Verveling
    3. Wraak
    4. Frustratie
    5. Sensatie zoeken
  • Trolling is vaak cyclisch (dit zie je ook bij cyberpesten)

Voorbeelden van trolling:
* Bewust misinformatie verspreiden
* Vloeken/grof taalgebruik
* Uitdagen van andere mensen op platform (irriteren/ mensen uit de tent lokken)
* Team-killing (in games)
* Niet meer reageren (going AFK)
* Oplichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verschil tussen cyberpesten en trolling

A

Verschil tussen cyberpesten en trolling -> cyberpesten is vaak gericht op 1 persoon, trolling is meer algemeen. Het is ook niet meteen een herhaaldelijk patroon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verslaving

A

A maladaptive pattern of substance use, leading to significant psychological impairment

Symptonen:
-Terugtrekken, stoppen met andere leuke dingen, doordat ze willen en moeten gebruiken van het middel
-Geen controle meer over het gebruik, mensen gaan vaak en meer gebruiken dat ze eigenlijk van plan waren. -Ondanks de negatieve consequenties, maar toch lukt het niet om te stoppen
-Continue consumptie ondanks negatieve consequenties

17
Q

Gokverslaving

A

Online gokken kan op heel veel verschillende platformen tegenwoordig. Online gokken was eerst illegaal, maar sinds 2021 is het legaal. Je wint een keer iets, en dan ga je door en door en voor het weet moet je je geld terugverdienen in plaats van extra geld verdienen.

18
Q

Online Gameverslaving

A

Dit komt doordat:

  • Altijd aanwezig (24/7)
  • Altijd toegangelijk
  • Niet duur (betaalbaar)
  • Sociale aspect
  • Verbondenheid (betrokkenheid)
  • Verplichting
  • Sociale bevrijding
  • Competitie-element (is online groter dan offline)
  • Oneindig spel
  • Ontsnapping uit de echte wereld
19
Q

Sociale vergelijking

A

Mensen vergelijken zich met anderen om te zien waar ze staan

Upward vs. downward social comparison

20
Q

Upward social comparison

A

Vergelijken met anderen die “beter” zijn dan jij

21
Q

Downward social comparison

A

vergelijken met anderen die “slechter” zijn dan jij

22
Q

Lichaamsbeeld op social media

A
  • Zowel downward als upward kan op sociale media, maar…
  • Vaak vooral positieve zelf-presentatie
  • Vooral van uiterlijk (bijv fitfluencers, veel make-up en weinig pukkels)
  • Deels vertekend beeld (bijv fotos nabewerken, buik inhouden, goed licht)
  • Dat onhaalbare ideaal kan het lichaamsbeeld van
    gebruikers negatief beïnvloeden