Hoofdstuk 9 - de moderne tijd Flashcards
Territoriale vorstenstaat
Een vorst die in een bepaald gebied de absolute macht had.
Depersonificatie van de staat
Dit houdt in dat de vorst en staat worden ontkoppeld. De vorst was niet langer de staat, de staat was een abstract, autonome entiteit waarvan de vorst het symbool was.
Thomas Hobbes
Hij had een negatief mensbeeld.
Hij ging er van uit dat er aanvankelijk een natuurtoestand was, hierin leefde mensen volledig in een persoonlijk moraal en iedereen was volledig op zichzelf gericht. Dit zou geleid hebben tot geweld en chaos.
Om dit in te temperen gingen mensen volgens Hobbes met een sociaal contract over op de staat.
Vorsten hebben een geweldsmonopolie en zijn zelf niet gebonden aan het sociale contract en blijven in de natuurtoestand.
Rationalisme
Kernwoord van de verlichting.
De gedachte dat de stoffelijke wereld onderhevig is aan vaste wetten, die met menselijke reden verklaard en begrepen kunnen worden. Wilde je dus de stoffelijke wereld kunnen begrijpen, dan moest je daarvoor je ratio gebruiken.
René Descartes is grondlegger van het rationalisme.
Modernisme
Kernwoord van de verlichting.
Grondlegger is Charles Perrault.
Kennis wordt niet verkregen door het bestuderen van gezaghebbende teksten (scholastiek) noch door het navolgen van een voorbeeld (humanisme), maar enkel door gebruik te maken van de menselijke ratio.
De politieke dimensie van de verlichting
Staat bekend om haar afweer tegen het staatsabsolutisme van de territoriale vorstenstaat.
John Locke
Tegen staatsabsolutisme.
Verlicht denker.
Positief mensbeeld
Sociaal contract ter bescherming persoonlijke eigendom.
Vorst heeft beperkte macht. Hij is gebonden aan het sociaal contract. Daarbij is er een machtenscheiding tussen wetgevende en uitvoerend/rechtsprekend.
De wetgevende macht ligt bij het volk.
Montesqiue
Tegen staatsabsolutisme.
Verlicht denker.
Werkt niet met een sociaal contract.
De vorst heeft beperkte macht. Er is een trias politica.
De wetgevende macht lag bij het volk en was de belangrijkste macht: primaat van de wetgever.
De koning was ook aan de wetten gebonden: legaliteitsbeginsel.
Rousseau
Tegen staatsabsolutisme.
Verlicht denker.
Negatief beeld van de staat. Positief beeld van de natuurtoestand.
Sociaal contract ter waarborging vrede.
Er was geen vorst.
Het volk is symbool van de staat en had alle macht op zich: volkssoevereiniteit.
Zeer gevaarlijke constructie. Kan leiden tot totalitarisme.
De juridische dimensie van de verlichting
Deze dimensie zet zich in voor een redelijk en rationeel strafrecht. De belangrijkste personen hierbij zijn Montesqiue en Beccaria.
De klassieke richting van het strafrecht
Het rationele en redelijke strafrecht ontwikkelt door Beccaria.
Kenmerken:
- codificatie van het strafrecht
- humanisering van het strafrecht.
Crimineel wetboek voor het Koninkrijk Holland 1809
Het verlichte wetboek van strafrecht.