Hoofdstuk 9 - de moderne tijd Flashcards

1
Q

Territoriale vorstenstaat

A

Een vorst die in een bepaald gebied de absolute macht had.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Depersonificatie van de staat

A

Dit houdt in dat de vorst en staat worden ontkoppeld. De vorst was niet langer de staat, de staat was een abstract, autonome entiteit waarvan de vorst het symbool was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Thomas Hobbes

A

Hij had een negatief mensbeeld.
Hij ging er van uit dat er aanvankelijk een natuurtoestand was, hierin leefde mensen volledig in een persoonlijk moraal en iedereen was volledig op zichzelf gericht. Dit zou geleid hebben tot geweld en chaos.
Om dit in te temperen gingen mensen volgens Hobbes met een sociaal contract over op de staat.
Vorsten hebben een geweldsmonopolie en zijn zelf niet gebonden aan het sociale contract en blijven in de natuurtoestand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rationalisme

A

Kernwoord van de verlichting.
De gedachte dat de stoffelijke wereld onderhevig is aan vaste wetten, die met menselijke reden verklaard en begrepen kunnen worden. Wilde je dus de stoffelijke wereld kunnen begrijpen, dan moest je daarvoor je ratio gebruiken.
René Descartes is grondlegger van het rationalisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Modernisme

A

Kernwoord van de verlichting.
Grondlegger is Charles Perrault.
Kennis wordt niet verkregen door het bestuderen van gezaghebbende teksten (scholastiek) noch door het navolgen van een voorbeeld (humanisme), maar enkel door gebruik te maken van de menselijke ratio.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De politieke dimensie van de verlichting

A

Staat bekend om haar afweer tegen het staatsabsolutisme van de territoriale vorstenstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

John Locke

A

Tegen staatsabsolutisme.
Verlicht denker.
Positief mensbeeld
Sociaal contract ter bescherming persoonlijke eigendom.
Vorst heeft beperkte macht. Hij is gebonden aan het sociaal contract. Daarbij is er een machtenscheiding tussen wetgevende en uitvoerend/rechtsprekend.
De wetgevende macht ligt bij het volk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Montesqiue

A

Tegen staatsabsolutisme.
Verlicht denker.
Werkt niet met een sociaal contract.
De vorst heeft beperkte macht. Er is een trias politica.
De wetgevende macht lag bij het volk en was de belangrijkste macht: primaat van de wetgever.
De koning was ook aan de wetten gebonden: legaliteitsbeginsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rousseau

A

Tegen staatsabsolutisme.
Verlicht denker.
Negatief beeld van de staat. Positief beeld van de natuurtoestand.
Sociaal contract ter waarborging vrede.
Er was geen vorst.
Het volk is symbool van de staat en had alle macht op zich: volkssoevereiniteit.
Zeer gevaarlijke constructie. Kan leiden tot totalitarisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De juridische dimensie van de verlichting

A

Deze dimensie zet zich in voor een redelijk en rationeel strafrecht. De belangrijkste personen hierbij zijn Montesqiue en Beccaria.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De klassieke richting van het strafrecht

A

Het rationele en redelijke strafrecht ontwikkelt door Beccaria.
Kenmerken:
- codificatie van het strafrecht
- humanisering van het strafrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Crimineel wetboek voor het Koninkrijk Holland 1809

A

Het verlichte wetboek van strafrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly