Hoofdstuk 7 - de vroegmoderne tijd Flashcards

1
Q

De dynastieke vorstenstaat

A

De dynastieke vorstenstaat was een verzameling van middeleeuwse vorstendommen en landsheerlijkheden verenigd in een personele unie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Interne soevereiniteit

A

De vorst regelde alles zelf, er was geen samenwerking meer met de standenvergadering of lagere vorsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Externe soevereiniteit

A

De vorsten erkennen geen grotere macht dan hen naar buiten toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Centrale raad van beroep in Mechelen

A

Rechtbank waar je in beroep kon tegen uitspraken van de gewestelijke gerechtshoven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Homologatie van het gewoonterecht

A

Bevel van Karel V aan de gewesten om het daar geldende gewoonterecht op schrift te stellen en naar alle gewestelijke rechtbanken te sturen.
Zo niet dan werd het geldende gewoonterecht in dat gewest ontzegd.
Alles dat wel opgestuurd was werd grondig onderzocht en onwenselijke zaken werden eruit geschrapt en het recht werd zoveel mogelijk geharmoniseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Plakkaat van verlating

A

Filips II wordt afgezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Republikeinse statenbond

A

Een bond van zelfstandige staten die optreden als geheel als er maatschappelijke belangen op het spel staan.
De belangrijkste is de Republiek der zeven verenigde Nederlanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Humanisme

A

Door middel van humanisme werd het Romeinse recht bestudeerd in de vroeg moderne tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Emulatio

A

Het kernwoord van humanisme. Betekent letterlijk: voorbeeld.
Het Romeins recht werd hier niet gezien als het absolute ware recht, maar als een zeer goed voorbeeld.
Dit voorbeeld wilde men heel graag naleven maar het liefst zelf overtreffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Twee generaties humanisten

A
  1. De eerste generatie humanisten / de Franse humanisten
  2. De tweede generatie humanisten / de Hollandse humanisten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De eerste generatie humanisten / de Franse humanisten

A

De belangrijkste zijn Alciatus en Donellus. Dit was een puur academische fase. Het romeinse recht werd nog niet de praktijk ingebracht.
De Franse humanisten zien Romeins recht als een historische bron die teruggeplaatst moet worden in de tijd waar zij vandaan komt. Ze wilden het echte zuivere Romeinse recht terughalen.
Dit werd ook wel mos galicus (de Franse methode) genoemd. Ze bestudeerden het Romeinse recht op historisch filologisch niveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De tweede generatie humanisten / de Hollandse humanisten

A

De belangrijkste waren Petrus en Vinnius
Dit was een praktische fase. Ze bestudeerden Romeins recht omwille van toepassing in de praktijk. Dit deden ze alleen als het zou helpen om het eigen recht te verbeteren.
Ze gebruikte de ratio als toetssteen. Dit noemen we de rationele receptie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bartolisten

A

De bartolisten zijn de commentatoren in de late middeleeuwen. Deze worden in de vroegmoderne tijd voortaan bartolisten genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rooms-Hollands recht

A

Het Rooms-Hollands recht was Hollands recht vermengd met voornamelijk Romeins recht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Usus Modernus Pandecratum

A

Een mengvorm van het humanisme en het bartolisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly