Hoofdstuk 1 - de romeinse tijd Flashcards

1
Q

Agrarisch Romeins recht

A

Het recht uit de koningstijd en de vroege republiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Koningstijd

A

Het tijdperk waarin het Romeinse rijk geregeerd werd door een koning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rome als republiek

A

Het romeinse rijk werd in deze tijd geregeerd door een keizer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het principaat / de vroege keizertijd

A

Het romeinse rijk werd geregeerd door een keizer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het dominaat / de late keizertijd

A

Het romeinse rijk werd geregeerd door een keizer en het na-klassieke romeinse recht was geldig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het klassieke Romeinse recht

A

Het recht dat gold tijdens de late republiek en de vroege keizertijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De volksvergadering

A

Een vergadering van burgers die stemmen over wetten en kiezen de magistraten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Magistraten

A

De mensen die de macht van de koning overnemen en verdelen, ze worden gekozen door de volksvergadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Consul

A

De hoogste magistraat van het romeinse recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De Senaat

A

Het adviesorgaan van de volksvertegenwoordiging. Had veel macht ondanks dat het slechts een adviesorgaan was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Priestercolleges

A

De priesters werden gezien als vertegenwoordigers van god. Omdat in de koningstijd en in de vroege republiek alles op god en godsdienst gefocust was, waren de priesters zeer belangrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het Fas

A

Het recht tussen hemel en aarde, het regelde de verhouding tussen de goden en de mensen. Het fas was een publiekrechtelijke aangelegenheid en de romeinen dachten dat de goden dit gemaakt hadden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nefas

A

Dit bega je als je een van de regels van het fas overtrad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Het Ius

A

Dit was het recht tussen romeinse burgers onderling. Het ging in het Ius over delicten van de ene familie tegen de andere familie. De romeinen waren er van overtuigd dat dit recht door de goden gemaakt was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het Mos

A

Het Fas en het Ius samen is het Mos. Dit was gewoonterecht en zo belangrijk dat het onveranderlijk was. Het recht was de wil van de goden en was daarom onveranderlijk. Het Mos werd uiteindelijk gecodificeerd in de wet der twaalf tafelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het Ius Civil

A

Het Ius en het Fas zoals het gecodificeerd stond in de wet der twaalf tafelen

17
Q

Legis-actio procedure

A

De rechterlijke procedure in de vroege republiek. Het was een streng proces gebaseerd op rituelen. Het werd verzorgd door de priester en kon gestart worden bij schending van de wet der twaalf tafelen / het Ius Civil.
De Legis-actio procedure bestaat uit 2 fases, in Iure en Ap ludicem. Hoger beroep was niet mogelijk omdat men zelf de rechter koos.

18
Q

In Iure

A

De eerste fase van het legis-actio proces.
De priester beoordeeld of een geschil binnen de wet der twaalf tafelen valt. Als hij van mening was dat er er binnen viel, verleende de priester een actio.

19
Q

Ap ludicem

A

Dit is de tweede fase waarin een oordeel gevormd wordt door de rechters.
De rechters zijn gewone burgers en mogen zelf gekozen worden.
In deze fase gaat het puur om wie de waarheid spreekt.
Er werd verder niet meer naar de interpretatie van de wet der twaalf tafelen gekeken. Dat deed slechts de priester in de in lure fase.

20
Q

De Praetor

A

De vervanger van de priester in de eerste fase in het legis-actio proces.
De praetor kreeg twee oplossingen om het toenemende aantal gevallen wat niet onder de wet der twaalf tafelen viel op te lossen, de nuttige actie en de feitelijke actie.

21
Q

De nuttige actie

A

In dit soort gevallen interpreteerde de praetor de wet der twaalf tafelen zeer breed, zodat meerdere geschillen en juridische verhoudingen beoordeeld konden worden in het legis-actio proces.

22
Q

Feitelijke actie

A

Dit verleende hij indien er een compleet nieuw geschil voordeed waar de wet der twaalf tafelen in geen enkele manier in voorzag.
De praetor verleende dan desondanks rechtsingang en zorgde hiermee dat ook de compleet nieuwe geschillen beoordeeld mochten worden door de rechter.

23
Q

Formula proces

A

Een procedure die naast het legis-actio proces ontstaat, waaraan het nieuwe gecreëerde praetorisch recht werd getoetst.
Het formula proces was een soepeler en toegankelijker proces. Men koos ook hier zelf de rechter en dus was hoger beroep niet mogelijk.

24
Q

Rechtswetenschappers

A

Juristen met drie belangrijke taken:
- Het geven van adviezen
- Het begeleiden van juridische processen
- Het verschaffen van rechtsformules

25
Q

Ius respondendi

A

De keizer verleende aan een aantal juristen ius respondendi: ‘het recht om voor de keizer te antwoorden / adviezen geven namens de keizer’. Op deze manier is de keizer ervan verzekerd dat hij nooit een andere opinie zal hebben dan rechtswetenschappers.

26
Q

Het eeuwig edict

A

De keizer probeert ook het recht naar zich toe trekken door het edict van de praetor te bevriezen. Hij bepaalt hiermee dat de praetors geen recht meer mogen maken.
Alleen de senaat, en dus de keizer, mocht nog wetten maken. De keizer zorgde er zo dus voor dat zijn grootste concurrenten, de praetors, hun belangrijkste juridische bevoegdheid kwijtraakte.

27
Q

De cognitio-extra-ordinaria procedure

A

De keizer riep deze nieuwe rechterlijke procedure
in het leven. Keizerlijke ambtenaren zetelde in deze procedure als rechters.
Men kon dus niet langer een rechter uitkiezen, met als gevolg dat hoger beroep bij deze procedure wél
mogelijk was.
Het proces was in een één fase.
De keizerlijke ambtenaar koos de toepasselijke formule, hoorde de zaak én deed uitspraak. De keizerlijke ambtenaren kregen zo een veel actievere rol in het proces dan de praetors en priester hadden.
De keizer schaft het legis-actio proces officieel af. Het formula-proces bleef nog wel bestaan

28
Q

Edicten

A

Aankondiging van een wet

29
Q

Mandaten

A

Individuelen bevelingen

30
Q

Rescripten

A

Adviezen van/namens de keizer door rechtsgeleerden

31
Q

Decreten

A

Vonnissen

32
Q

Citeerwet

A

Een wet uitgevaardigd door de keizer waarin hij bepaald dat de rechter louter teksten van 5 door de keizer aangewezen rechtswetenschappers mag gebruiken.
Deze 5 rechtswetenschappers waren: Papinianus, Ulpianus, Paulus, Gaius & Modestinus.

33
Q

De Codex

A

Onderdeel van het corpus iuris civilis.
Een verzameling van keizerlijke wetten die de voorgangers van Justitianus hadden uitgevaardigd (bijvoorbeeld de citeerwet)

34
Q

De instituten

A

Onderdeel van het corpus iuris civilis.
Een kopie van het leerboek van Gaius (zeer belangrijke jurist)
Met zijn leerboek systematiseerde Gaius het Romeinse recht.
Dit boek heeft uiteindelijk kracht van wet gekregen.

35
Q

Digesten

A

Onderdeel van het corpus iuris civilis.
Een ander woord voor responsa.
Met name van Ulpianus waren er veel Digesten.

36
Q

Novellen

A

Onderdeel van het corpus iuris civilis.
De nieuwe keizerlijke wetten van Justitianus zelf en zijn opvolgers.