Hoofdstuk 10 - de moderne tijd Flashcards

1
Q

Het natuurrecht

A

is het recht dat besloten ligt in de menselijke ratio / natuur. Het is het recht dat de mens al rationeel wezen met zich meedraagt.
Natuurrecht is het recht dat voortvloeit uit de menselijke ratio.
Grondlegger is Hugo de Groot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Iure Belli ac Pacis

A

In dit boek formuleerde Hugo de Groot vier fundamentele rechtsbeginselen die voortvloeien uit onze menselijk ratio en derhalve dus behoren tot het natuurrecht:
1. Respecteren van andermans eigendom
2. Nakomen van gemaakte afspraken
3. Vergoeden van toegebrachte schade
4. Toedienen van verdiende straf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kernwoorden van het natuurrecht

A
  1. Rationalisme: de ratio werd optimaal gebruikt tijdens de stroming van het natuurrecht.
  2. Constructivisme: staat voor de maakbaarheid van het recht. Uitgaande van vier rechtsbeginselen kon jij als rationeel wezen een geheel rechtssysteem uitdenken. Het recht was dus maakbaar door de mens.
  3. Tijdloos en universeel recht: het recht dat men als rationeel wezen uitgedacht had was volgens de natuurrechtsdenkers altijd redelijk en rechtvaardig. Het kon daarom altijd en overal worden toegepast.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De exegetische school

A

Dit was een positieve reactie op de codificaties. Zij stelden dat alleen de wet bepaalt was het recht is. Ze maken strikt een scheiding tussen recht en moraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De historische school

A

Dit was een negatieve reactie op de codificaties. De grondlegger was Friedrich Carl von Savigny.
Ze waren tegen vroegtijdige codificatie. Ook was deze school een tegenstander van het natuurrecht, zij vonden dat je het recht niet rationeel kon uitdenken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly