Hoofdstuk 9 Flashcards

1
Q

Beschrijvende statistiek

A

Ordenen en samenvatten van data

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verklarende statistiek

A

Data uit een stekproef wordt gebruikt om conclusies te trekken over de gehele populatie. Kansberekening speelt hierbij een belangrijke rol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Populatiegemiddelde

A

u

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Steekproefgemiddelde teken

A

x met een streepje erboven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Populatie teken

A

o

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Steekproeffout

A

verschil tussen de steekproeven en de populatie

Proberen zo klein mogelijk te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

SEM

A

standard error of the mean

Standaardfout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Berekenen SEM

A

o/ wortel van n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

n =

A

steekproefgrootte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

H0

A

hypothese
Er is geen verschil in het verwijderen van tandsteen met een elektrische tandenborstel in vergeijking met een manuele tandenborstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ha

A

er is een verschil in het verwijderen van tandsteen met een elektrische tandenborstel in vergelijking met een manuele tandenborstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Significantieniveau

A

de kans dat de nulhypothese wordt verworpen terwijl deze juist is en dus niet verworpen zou mogen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

P-waarde

A

de kans dat de toetsingsgrootheid een waarde aanneemt die even extreem of extremer is dan de waarde in de concreet genomen steekproef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Significantieniveau

A

a

Op voorhand legt de onderzoeker het significatieniveau vast om de hypothese te teseten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Opstellen van onderzoek (6)

A
Nulhypothese en alternatieve hypothese
goede steekproef
verweringsgebied
berekening van p waarde
indien p< a: nulhypothese verwerpen
Indien p> a: nulhypothese niet verwerpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Type 1 fout

A

De kans om H0 te verwerpen terwijl deze toch correct is.

Deze kans is vooropgesteld oor het significatieniveau a

17
Q

Uitleg type 1

A

Dus als a = 0,05 –> => de kans op een type 1 fout = 5%

18
Q

Type 2 fout

A

Omgekeerde van type 1 fout

Je verwerpt de nulhypothese niet terwijl deze onjuist is