Hoofdstuk 4 Flashcards
Operationaliseren
Meetbaar maken van de variabelen
meetniveaus bij kwantitatief onderzoek (4)
Nominaal
Ordinaal
Interval
Ratio
Nominaal
laagste meetniveau. Data krijgen een naam of worden in categorieen ingedeeld. Aan de nominale data worden getallen gekoppeld door de frequentie of percentages te tellen
Vb nominale data:
vogels in vlaanderen
kraai 1x
kauw 2x
roek 3x
Dichotoom
tweecijfer gegeven
geslacht: man of vrouw
codering 0 of 1
Ordinaal
data kunnen in categorieen worden ingedeeld en in een rangorde worden gezet
Codering pijn 0-10
VB ordinaal
naam en rangorde
goud zilver brons
Inerval
data kunnen in een categorie worden ingedeeld, in een rangorde worden gezet en de afstand tussen de rangen kan worden bepaald
Vb van interval
naam, rangorde en interval
Temperatuur 0 is niet niks.
10 graden is niet 2x zo warm als 5 graden
Ratio
dat kunnen:
in categorieën worden ingedeeld
In een rangorde worden gezet
De afstand tussen de rangen kan precies worden gemeten
Echt of natuurlijk nulpunt kan worden vastgesteld
Ratio voorbeeld
150 kg
150 kg = 10x15
-15 bestaat niet
Welke meetniveaus behoren onder kwalitatief?
nominaal
Ordinaal
Welke meetniveaus behoren onder kwantitatief
Interval
Ratio
Onder kwantitatief behoren 2 soorten:
Discreet
contineu
Discreet
Er worden enkel losse waarden aangenomen zonder tussenliggende waarden
VB: aantal kinderen
Continu
alle tussenliggende waarden zijn mogelijk
vb: lengte, gewicht, temperatuur
Het verzamelen van gegevens (5)
Welke Wie Waar Wanneer Hoe
Welke
welke gegevens gaan we bepalen? soort gegevens?
Wie
Wie gaat de gegevens verzamelen?
Intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid
Een onderzoeker
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
Team van onderzoekers of externen.
Waar
Waar worden gegevens verzameld? optimale setting
Wanneer
wanneer worden de gegevens verzameld? Welke maand/ dag/ uur?
Hoe vaak?
Hoe
Hoe worden gegevens verzameld? Onderzoeksinstrument
Piloot onderzoek
kleinschalige proefuitvoering (n=10)
Criteria voor keuze van een instrument? (3)
bruikbaarheid
betrouwbaarheid
validiteit
betrouwbaarheid
moet altijd bepaald worde.
uitkomst is niet afhankelijk van toeval.
3 stappen bij betrouwbaarheid
Stabiliteit
Gelijkwaardigheid
Interne consistentie
Stabiliteit
Betrouwbaarheid in bepaalde tijdsperiode.
Test-hertestbetrouwbaarheid
Gelijkwaardigheid
Ook wel equivalent
Op 2 verschillende tijdstippen wordt met twee equivalente meetinstrumenten gemeten
Parallelbetrouwbaarheid
op twee verschillende tijdstippen wordt met twee equivalente meetinstrumenten gemeten
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
de mate van overeenstemming tussen de scores of observaties die onafhankelijke beoordelaars toekennen.
Hoe gaat de Test-hertest?
1 instrument of beoordelaar
beoordelaar = inrabeoordelaarsbetrouwbaarheid
Hoe gaat de gelijkwaardigheid?
2 instrumenten of beoordelaars
2 beoordelaars = interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
Interne consistentie
homogeniteit
In welke mate meten alle items dezelfde variabele
Validiteit
Het vermogen van het instrument om gegevens te verzamelen die het bedoelt te verzamelen
Kritische beoordeling van gegevens
juiste meetniveau gebruikt?
Is het meetinstrument gekend of getest op betrouwbaarheid en validiteit?
Worden limitaties of gebreken besproken?