Hoofdstuk 9 Flashcards

1
Q

Cluster A

A

= vreemde, excentrieke cluster
1. paranoïde persoonlijkheidsstoornis
2. Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
3. Schizotypische PS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cluster B

A

= dramatisch cluster
1. Antisociale PS
2. Borderline PS
3. Theatrale PS
4. Narcistische PS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cluster C

A

= Angstig cluster
1. Ontwijkende PS
2. Afhankelijke PS
3. OCD PS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Algemeen - Cluster A

A
  • excentriek, zonderling
  • Introvert, trekken zich terug uit ht sociale contact en zijn beperkt in hun emotionele expressie
  • cogn stoorn en/of perceptuele stoornissen die soms een psychotisch karakter hebben
  • sociale functioneren sterk aangetast
  • Exclusie : schizofrenie, stemmingsstoornissen met psychotische kenmerken, een andere psychotische stoornis, of in het beloop van een pervasieve ontwikkelingsstoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cluster B - algemeen

A

Dramatisch cluster

  • Borderline: zelfbeschadiging, suicidepogingen en eisend gedrag
  • narcistisch; veel confl om zich heen die hij/zij aan anderen wijt
  • theatraal: flamboyant gedrag
  • anti-sociaal: normen en waarden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cluster c - algemeen

A

centrale kenmerk = angst
- vermijdingsgedrag
- vastklampend gedrag
- controlegedrag

vallen niet op
Zoeken vaak de oorzaak van hun problemen bij zichzelf en nemen weinig verantwoordelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Comorbiditeit PS

A

Persoonlijkheidsstoornissen
Intracluster-comorbiditeit
Aan middelen gebonden stoornissen
Angststoornissen
Stemmingsstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

biologisch verklaringsmodel - PS

A

Genetisch;
- Onderliggende dimensies of persoonlijkheidstrekken
1. Cloninger
Harm avoidance
Novelty seeking
Reward dependence
Persistence
2. Big Five
Neuroticisme
Extraversie
Consciëntieusheid
Altruïsme
Openheid voor nieuwe ervaringen
- Neurobiologie
HPA-as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Psychologisch verklaringsmodel - PS

A
  • Trauma
    Mishandeling
    Seksueel misbruik
    Verwaarlozing
  • Hechting (borderline/antisociaal)
  • Disfunctionele cognitieve schema’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Behandeling PS

A
  • Goed hanteren van de eigen (negatieve) tegenoverdracht
  • Psycho-educatie
  • Psychotherapeutisch:

Cognitief-gedragstherapeutisch
= Dialectische Gedragstherapie (impulsief-destructief gedrag)
Contructieve vaardigheden
Zinvol bestaan
= Cognitieve Therapie
= Schema-Focused Therapie
Aanpassen disfunctionele schema’s

  • Medicamenteus
    SSRI
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly